KPN heeft weinig vrienden en des te meer vijanden. Beleggers zijn boos omdat hun spaarcenten zijn verdampt, werknemers voelen zich in de steek gelaten en de overheid wordt het mes op de keel gezet om nog een keer met miljarden over de brug te komen.
De voormalige monopolist heeft uiteraard ook weinig vrienden bij alle nieuwe telecombedrijven die er in de afgelopen jaren in Nederland zijn bijgekomen. KPN vertoont nog steeds ouderwets monopolistengedrag klagen, operators als Baby XL. Telecomwaakhond Opta geeft Baby XL gelijk en dwingt KPN tot een redelijker opstelling. Pitbull Pieter Lakeman heeft zich inmiddels ook in KPN vastgebeten. Als we Lakeman mogen geloven, heeft het belbedrijf de boekhouders van Baan en Lernout & Hauspie in dienst genomen. De jaarrekening over 2000 is een farce, aldus de bedrijvenonderzoeker. Mocht Lakeman voor de rechter zijn gelijk halen, en dat houden we niet voor onmogelijk, dan zal het schadeclaims regenen.
Men kan zeggen dat KPN het ernaar gemaakt heeft. Vooral omdat het management zoveel incompetentie ten toon spreidde. In zijn boek ‘Op zoek naar de heilige graal’ schrijft Michael Frackers, oprichter van Planet Internet, hoe hij de ene na de andere onbenullige KPN-baas op zijn dak geschoven krijgt. Dat Planet Internet een succes werd, ligt duidelijk niet aan de kwaliteit van het KPN-management, zoveel is wel duidelijk. Uiteraard is dat anekdotisch, maar wel veelzeggend. Het gebrek aan technische kennis en vooral het ontberen van een visie op technologische ontwikkelingen, kunnen een bedrijf als KPN fnuiken. En dat is precies wat er is gebeurd. Het heeft onder meer geleid tot de dramatische strategische keuze voor umts en tot de overname van E-Plus op de top van de markt.
KNP-baas Ad Scheepbouwer was onlangs te gast in ‘Business-Class’, het praatprogramma van Harry Mens. Scheepbouwer toonde zich vol vertrouwen in umts en i-mode, het mobiele internet. Ook verdedigde hij de miljarden die betaald zijn voor de aankoop van de Duitse mobiele operator E-plus en de bijbehorende umts-licentie. ‘Want zonder licentie heb je een dood bedrijf’, stelt Scheepbouwer. Op die stelling valt het een en ander af te dingen.
Ten eerste kan niemand uitleggen hoe je geld kunt verdienen met umts. Er vallen wel begrippen als i-mode en mobiel internet, maar of de consument en het bedrijfsleven daarvoor ook daadwerkelijk diep in de buidel willen tasten, is onhelder.
Ten tweede is de techniek nog niet klaar. Naar verluidt kan het nog jaren duren voordat het mobiele netwerk is opgewaardeerd. Substantiële bijdragen aan de omzet laten daarmee op zich wachten.
Punt drie is misschien het belangrijkste. Het is de vraag of umts wel de juiste technologie is. De kans dat andere, slimmere en goedkopere oplossingen deze techniek in de wielen rijden, is niet denkbeeldig. Te denken valt aan het zogenoemde gprs, een techniek die slechts een relatief goedkope ‘upgrade’ vergt van het bestaande mobiele net.
Gprs is aantrekkelijk vanwege drie zaken. Er is geen dure (nieuwe) licentie noodzakelijk; er hoeven geen nieuwe masten gebouwd te worden, en qua functionaliteit en snelheid loopt gprs niet eens zover achter bij de eerste versies van umts.
Dan is er nog een ‘wildcard’: Wifi. Dat is een snelle draadloze technologie die nu al beschikbaar is voor kleine lokale netwerken. Wifi zou mogelijk ook een rol kunnen spelen in de realisering van het draadloze mobiele internet. Op vliegvelden als Schiphol en in sommige Amerikaanse hotels en cafés wordt het al geïnstalleerd. Wifi is aanzienlijk sneller dan umts en veel goedkoper.
Als Scheepbouwer écht een visionair was geweest, had hij nooit die dure umts-licenties gekocht maar had hij gekozen voor een combinatie van gprs en wifi. Scheepbouwer was destijds als commissaris verantwoordelijk voor de aankoop van de umts-licenties.
Er is blijkbaar geen weg meer terug voor KPN en daarom blijft Scheepbouwer doorwaden in het umts-moeras. Hij zet noodgedwongen zijn kaarten in op het Japanse i-mode, een gesloten variant op het mobiele Internet. In Japan schijnt dat een daverend succes te zijn. Maar in Europa kan dat anders uitpakken:
i-mode is niet volgens open internetstandaarden gebouwd. Nederlanders, Belgen en Duitser staan niet twee uur per dag in de metro of trein. Japanners doen dat wel en gebruiken i-mode-diensten om de reistijd nog enigszins aangenaam door te komen.
De vraag blijft waarom KPN zich alle ellende op de hals heeft gehaald door het Duitse mobiele belbedrijf E-Plus en diverse umts-licenties te kopen. Daar is maar één antwoord op: schaalgrootte. Opta-voorzitter Jens Arnbak rekende mij eens voor dat de omzet van een telecombedrijf kwadratisch toeneemt als het aantal klanten verdubbelt. Klanten gaan namelijk onderling bellen. Naarmate het eigen netwerk groter is, nemen de verdiensten zeer snel toe. Daarmee onderscheidt een telecombedrijf zich van de rest van de economie, waar de omzet slecht lineair toeneemt. Het draait er dus om zo snel mogelijk schaalgrootte te bereiken. Schaalgrootte past prima bij machtsdenken. Eigenlijk is het dan ook geen wonder dat het KPN-management met open ogen in de val is gelopen.
Ad Mulder, (financieel) journalist.