Piepend en krakend is de Ierse economie tot stilstand gekomen. De al tot Keltische Tijger omgedoopte booming economie, die vooral meedreef op de golf van it-investeringen vanuit het buitenland, is in de tweede helft van het jaar niet verder gegroeid volgens cijfers van de Ierse centrale bank.
Vorig jaar groeide de economie nog met 10,4 procent. Het was het vijfde opeenvolgende jaar waarin de groeicijfers tegen de dubbele cijfers aanzaten. Over de eerste helft van dit jaar groeide de economie nog met meer dan 5 procent, maar sindsdien is de groei gestopt.
Volgens de centrale bank wankelt het land niet op de rand van een recessie, maar meer dan een groei van 2,75 procent – voor Europese, Amerikaanse en Japanse begrippen overigens heel mooi – zit er niet in. De sterk teruglopende groei heeft veel te maken met de malaise in de it-wereld. De afgelopen jaren werd Ierland door deze sectoren ontdekt als een goedkoop eiland. Door zijn pc’s in Ierland te laten assembleren, ontliep bijvoorbeeld Dell veel invoerrechten en kon het bedrijf zijn computers goedkoper aanbieden. Ook veel andere Amerikaanse technologiebedrijven gebruiken Ierland als uitvalsbasis richting de Europese Unie.
Volgens de centrale bank hangt het herstel van de voorspoedige gang van zaken sterk af van een economisch herstel in de VS en van de vraag hoe de economie zal gaan reageren op de euro. Een sterke euro kan de exportpositie van Ierland verzwakken. Voorlopig lijkt dat gevaar echter nog niet zo groot: sinds de invoering blijkt de euro een stuk zwakker dan de Amerikaanse dollar, de grote concurrerende valuta.