De regering is ontevreden over het tempo waarin breedbandnetwerken worden aangelegd. Subsidies waarmee gemeenten de aanleg kunnen voorbereiden, moeten schot in de zaak brengen. Het kabinet stelt 6,34 miljoen euro beschikbaar voor drie tot vijf projecten met een maximum van 2,27 miljoen per project.
De subsidies moeten de aanleg van breedbandnetwerken en -diensten stimuleren. "De verantwoordelijkheid voor aanleg, onderhoud en exploitatie ligt bij de markt", schrijft minister van Economische Zaken Annemarie Jorritsma aan de Tweede Kamer.
De aanleg van de netwerken kent vier grote problemen, volgens de minister. Belangrijkste drempel die de aanleg van de netwerken dreigt te vertragen, zijn de verschillende belangen van telecomoperators, civieltechnische bedrijven, gemeenten, aanbieders en dienstenontwikkelaars. "De regering is niet onverschillig over het tempo waarin de netwerken worden aangelegd. We maken ons daarover zorgen en we zijn niet helemaal tevreden", licht een woordvoerster van het ministerie toe.
‘Killer app’
Naast de organisatorische problemen is volgens de minister een tweede probleem het gebrek aan overzicht van de vraag naar breedbanddiensten. "Gebruikersgroepen hebben grote belangstelling, maar eindgebruikers zijn niet georganiseerd en de individuele vraag van eindgebruikers is onvoldoende concreet om tot aanleg van infrastructuur over te gaan."
De hoge aanlegkosten daarvan lijken slechts moeizaam te kunnen worden terugverdiend en telecombedrijven hebben weinig financiële ruimte voor investeringen, geeft de minister als derde argument. Het schort volgens EZ ten vierde aan een ‘killer application’ waarmee breedband zich onderscheidt van andere telecomdiensten.
De subsidie mag niet worden gebruikt voor de aanleg van netwerken. Ze zijn bedoeld voor ondersteuning op technisch, juridisch en organisatorisch gebied, voor voorlichting over de netwerken, als bijdrage in de kosten voor onderzoek en ontwikkeling, en voor de opbouw, het beheer en de overdracht van kennis. EZ denkt bijvoorbeeld aan het inpassen van netwerken in bestemmingsplannen of het opstellen van haalbaarheidsstudies, specificaties en gebruikerseisen voor breedbanddiensten.
Dat het kabinet geen verantwoordelijkheid wil voor de aanleg van de infrastructuur, zal de brancheverenigingen voor telecom- en automatiseringsbedrijven tegenvallen. Bij het debat over de maatschappelijk rol van ict-bedrijven dat de koepelorganisatie voor de ict-branche Nederland ICT vorige maand organiseerde, werd nog luid gepleit voor een local loop van glasvezels verzorgd door de overheid. Haar rol hierin wordt vergeleken met die bij de aanleg van het wegennet. De woordvoerster voor EZ: "Die verantwoordelijkheid heeft Jorritsma al herhaaldelijk afgewezen. Meedoen aan de investeringen wil ze wel, maar de aanleg van dat soort infrastructuur is geen taak voor de overheid."
Cees Tromp, directeur van de BTG, de vereniging van telecomgrootgebruikers, vind het initiatief van het kabinet positief. "En voor de rest wachten we de nadere uitwerking ervan met belangstelling af", aldus zijn woordvoerster. Volgens de BTG stagneert de telecommarkt omdat dienstenleveranciers wachten op leveranciers van infrastructuur en omgekeerd. "De ontwikkeling van nieuwe diensten loont niet, omdat er in het laatste deel van het netwerk onvoldoende bandbreedte is. Zonder nieuwe diensten kunnen leveranciers de investeringen in extra bandbreedte niet rechtvaardigen", zo stelt de BTG in een onderzoeksrapport dat de vereniging deze week openbaart en waarin het pleit voor meer investeringen in infrastructuur.
De stagnatie in de aanleg ervan vindt de vereniging een slechte zaak. "Bandbreedte is in maatschappelijk en economisch opzicht van groot belang. Wordt dit gerealiseerd, dan verwerft Nederland een voorsprong op de rest van Europa."