Er zijn momenteel veel kansen om nieuwe technologieën in it-systemen te introduceren. De opmars van internet en e-handel gaat niet zo snel als velen hadden verwacht, maar de meeste organisaties maken er gebruik van. Dit heeft het gebruik van externe communicatienetwerken, en de interactie met gebruikers via het Web versterkt.
In de meeste gevallen is daarmee een nieuw terrein betreden. De nieuwe eisen kunnen onafhankelijke systemen zijn of nieuwe front-ends, geïntegreerd met oudere systemen. In beide gevallen is het onvermijdelijk nieuwe technologie toe te passen. Soms kan dat nieuwe software op bestaande platformen zijn, maar waarschijnlijk gaat het om nieuwe hardware en besturingssystemen. Dit is een prachtige gelegenheid om ervaring op te doen met Linux en andere open source software, met name Apache.
Een van de belangrijkste keuzes betreft de technologie die moet worden omarmd voor het ontwikkelen en draaien van de applicatieservers die integreren met legacy-sytemen, en van de ‘appliance’-servers voor het bedienen van de gebruikers en hun webbrowsers. Momenteel zijn er feitelijk twee opties: Microsoft IIS en producten die daarmee samenhangen zoals Active Server Pages (ASP), of op Java gebaseerde systemen. De laatste draaien op elk platform, inclusief Windows, terwijl de producten van Microsoft de gebruiker de komende tijd aan Windows binden. Persoonlijk vind ik laatstgenoemde situatie, na de bittere ervaring met het Office-monopolie, onacceptabel. Dat elimineert de optie IIS. Het is niet zo erg om je te binden aan oplossingen die op Java zijn gebaseerd, omdat er nogal wat leveranciers van dergelijke applicatieservers zijn. Het zou zelfs nog beter zijn wanneer de Java-standaarden beheerd zouden worden door het W3C of een dergelijke instelling, die los staat van Sun Microsystems. We moeten Sun eeuwig dankbaar zijn dat ze ons Java hebben geschonken, maar de toekomst moet gecontroleerd worden door onafhankelijke organisaties.
Voordat Java volwassen werd met de uitgifte van J2EE, waren enkele uitstekende producten ontwikkeld, zoals Cold Fusion, Apptivity, Silver Stream, enzovoort. Deze producten moeten nu samen met Java zijn gerijpt, anders zijn ze in de toekomst onacceptabel. Ze moeten vechten om marktaandeel met de leiders BEA’s Weblogic en IBM’s Websphere. Oracle’s geïntegreerde producten moeten ook in aanmerking worden genomen. Al deze producten zijn beschikbaar op meerdere besturingssystemen en hardwareplatforms. Soms kunnen deze servers worden toegevoegd aan bestaande systemen, dat wil zeggen: MVS-gebruikers kunnen Websphere draaien op een bestaand mainframe, maar de meeste organisaties kiezen uiteindelijk voor een Unix-machine of een op Intel gebaseerde server met NT of Linux. De meeste organisaties hebben waarschijnlijk al ervaring met verschillende systemen, maar het belangrijkste verschil nu is dat deze systemen zijn geïntegreerd in een applicatie. Daarmee ontstaat een toegenomen behoefte aan beheertools voor alle betreffende systemen.
De laatste jaren is veel geïnvesteerd in beheersoftware. Het belang van overall beheer wordt geïllustreerd door het feit dat IBM Tivoli kocht om een leidende positie te verwerven. Maar naast systeembeheer benadrukt de integratie van verschillende subsystemen in een gemeenschappelijk applicatiesysteem de noodzaak om vooruit te kijken en om de automatisering van functies zoals directory-diensten, helpdesk, dataoverdracht, enzovoort, in beschouwing te nemen. Werkstroombeheer is vele jaren van belang geweest, hoewel er mijns inziens nog weinig aandacht is besteed aan automatiseringtools. Maar er is zelfs meer behoefte aan het beheer van batchprocessen. Aangezien mainframesystemen veel ouder zijn dan Unix- of pc-systemen, kennen ze een lange geschiedenis van batchverwerking. Dientengevolge zijn planningtools, met name Jess op IBM-mainframes erg krachtig en veel gebruikt. Unix, MVS, enzovoort, zijn daarentegen in essentie ‘multi-user’ interactieve systemen met tamelijk zwakke batchmogelijkheden en dus relatief simpele (en eerlijk gezegd inadequate) taakplanningtools (‘job-scheduling’ tools). Dat moet veranderen met al die nieuwe geïntegreerde applicaties, omdat de planning- en beheertools over meerdere platformen heen moeten kunnen werken. Het is niet voldoende om alleen het mainframe-deel goed aan te pakken en de andere systemen niet. Een oplossing ligt in de handen van IBM, door Jess- en Tivoli-producten te versterken en ze geschikt te maken voor meer dan z/OS. Een andere benadering is het gebruik van onafhankelijke leveranciers zoals Cybernation, die gewend zijn verder te kijken dan het mainframe en die ondersteuning op meerdere platformen biedt. In ieder geval is er iets aparts nodig voor die gebruikers zonder mainframes!
Het blijft verbazingwekkend hoe weinig aandacht is geschonken aan batchverwerking en taakplanning in het bijzonder, buiten de mainframe-arena. De e-handelinitiatieven zouden de stimulans moeten zijn om dat recht te zetten.