Microsoft moet een gestripte versie van Windows gaan leveren, waardoor de concurrerende softwarebedrijven meer kansen krijgen.
Dat willen de negen Amerikaanse staten die zich nog altijd niet hebben neergelegd bij de deal tussen Microsoft en het ministerie van Justitie. Vandaag moeten ze hun zaak voor de rechter bepleiten.
Geheel volgens de verwachting bereikten Microsoft en de regering-Bush vrij snel een regeling over de slepende anti-trustzaak waarbij het softwarebedrijf de dans behoorlijk ontspringt. Hoewel veel details nog moeten worden ingevuld, vrezen tegenstanders dat Microsoft vrijwel ongestraft op de oude voet kan doorgaan. Windows XP is daar een voorbeeld van: hoewel Internet Explorer kan worden verwijderd, zit de nieuwste versie van het besturingssysteem vol met allerlei anders stukken software, zoals een firewall, een chatprogramma, een mediaplayer en een videobewerkingsprogramma.
De concurrentie moet zijn software voor (bijna) niets gaan aanbieden om nog een kans te maken. En zelfs dan is de kans groot dat de consument kiest voor het Microsoft-product omdat dat al kant en klaar bij de computer wordt geleverd. De negen staten die het hoofd nog niet in de schoot hebben gelegd, delen die redenering. Een aantal van die staten herbergt overigens een aantal concurrenten van Microsoft.
Een steen des aanstoots is de regeling in het akkoord tussen de regering en Microsoft dat het bedrijf pc-leveranciers moet toestaan om de koppelingen naar allerlei ‘extra’s’ uit het programma te verwijderen, maar dat het besturingssysteem na twee weken aan de eigenaar mag vragen of hij die koppelingen toch niet wil.