Mijn oudste dochter van vijftien liep voorop in internetgebruik. Ze heeft nu concurrentie van haar jongere zus van 12 jaar. Voor meisjes zijn vriendinnen belangrijker dan huiswerk. School is voor hen een excuus om vriendinnen te ontmoeten.
Zodra ze van school komen, gaan ze thuis internetten en dat betekent tegenwoordig dat ze altijd hun ‘instant messenger’ hebben aanstaan. Vooral die ‘messenger’, waarvoor na enige tijd de hele familie een Passport-account nodig heeft. De oudste dochter, nog te jong om op stap te gaan en dus ‘mobiel’ te zijn, gebruikt sinds kort geen sms meer. Ze vindt het te duur en met internetten zijn haar vriendinnen en vriendjes dagelijks on line en dus bereikbaar. Ze is tekstgeoriënteerd en heeft zich alle afkortingen van het elektronisch moderne Nederlands eigen gemaakt. Haar jongere zus is haar echter voorbijgestreefd met het gebruik van de webcam. Samen met een klasgenootje huiswerk maken, kletsen en elkaar zien. Ik maak nog maar weinig mensen mee die tijdens een telefonische vergadering parallel een ‘computer-meeting’ willen starten, maar deze jonge dame gebruikt het dagelijks. Zou een ‘paradigma omslag’ dan toch een generatie duren?
Het bestaansrecht van de Amerikaanse spoorwegmaatschappij aan het einde van de vorige eeuw was het transporteren van mensen en goederen van oost naar west en weer terug, niet de locomotieven en stationsgebouwen. Het bestaansrecht van een bank is vertrouwen met betrekking tot geldzaken, niet het fraaiste kantoorgebouw in het dorp. Het bestaansrecht van een telecomoperator is niet langer ‘spraak’, maar het leveren van communicatieverbindingen en -diensten. Dat is de komende paradigmaomslag.
De vorige eeuwen was er sprake van een omslag van telegram naar telex naar telefoon, nu wordt de omslag dat gebruikers voor dezelfde ‘euro per etmaal’ of ‘dollar a day’ duizend keer keer meer bandbreedte gaan krijgen. Een 64 kbps (kilo bits per seconde) Isdn-lijn zal een 100 Mbps verbinding worden, voor een 9600 bps mobiele telefoon zal over enige tijd 10 Mbps de normaalste zaak van de wereld zijn, en bedrijfsverbindingen zullen geen 2Mbps meer zijn maar 1GE (Giga bps Ethernet). Op zo’n moment vormt bandbreedte niet meer een bottleneck en reden voor het optimaliseren van de dienst, zoals dat nu het geval is voor (mobiele) spraak of internet- en email-data. De telecomoperator wordt dan met een explosie van diensten geconfronteerd.
Moet die operator een kosteneffectieve leverancier van bandbreedte zijn of moet hij kiezen voor het flexibel en breed aanbieden van diensten? Verandering maakt ieder gelukkig mens bang. Dat geldt ook voor beleggers. Maar veranderingen zijn aan de orde van de dag en ze bieden nieuwe mogelijkheden. Dat geldt zeker voor de telecommunicatiewereld.
Duizend keer zoveel bandbreedte in tien jaar; technisch gezien kan het allemaal nog sneller. Of gaat het een generatie lang duren met allerlei regelgevingen en juridische vertragingen?
Terug naar de thuis situatie. Daar ligt al 100Mbps Ethernet naar iedere kamer. De kabeltelevisie komt via een ‘plastic pijp’ onze huiskamer binnen. Als we de coax-kabel er uit halen en de glasvezel erin doen, dan hebben we heel eenvoudig een 100 Mbps in plaats van een 1 Mbps verbinding. Maar wil ik op dit moment wel 100 Mbps hebben? Ik heb daar problemen mee. Voor MS-Windows XP moet je je laten ‘activeren’. Dat wordt dus geen XP, maar Windows 98 SE. Bedrijven moeten voortaan hun software jaarlijks huren. Voor MS-Messenger moet je een MS-Passport hebben. Zoals alle communicatie ip-gebaseerd wordt, zo zal alle business op XML gebaseerd worden. XML is een openbare standaard, maar in de Verenigde Staten kun je patenten en copyright verwerven op allerlei businessconcepten, dus ook op XML-regels. Er is één bedrijf dat dit veel beter begrijpt dan wie dan ook. Terwijl de overheid pogingen doet om oude monopolie-zaken voor de rechter te krijgen, is dat bedrijf al weer veel verder. In zijn business-modellen veronderstelt het dat iedereen continu snelle internetverbindingen heeft. In alles wekt dit ‘Net’ bij mij een big-brother-Bill-is-watching-you doembeeld op. Zelfs de geruchten dat het bedrijf politici nooit financieel steunde, maar sinds kort volop presidentsverkiezingen sponsort, begin ik inmiddels te geloven. Als je dat hoort, dan wil je liever geen ‘super highway’ van de rest van de wereld naar je huis via de servers van een organisatie die mij kan terroriseren zonder dat een overheid inziet of wil inzien wat er kan gebeuren. Murphy zei al dat zodra er iets mis kan gaan, het ook echt een keer mis gaat. Vooral op het moment dat je het niet verwacht. Zal het dan toch een generatie duren? In elk geval begrijpt mijn oudste dochter dat je je ‘voordeur’ – de poorten van de firewall – naar het Net wel weer moet sluiten als je ze even open hebt gezet. Nu nog mijn eigen generatie de mogelijkheden en gevaren van de komende paradigmaomslag laten inzien. Mijn leeftijdsgenoot Bill begrijpt het al.
Egbert-jan.sol@ericsson.com, vice president Technology Ericsson Nederland