Negen van de zeventien staten die een aanklacht tegen Microsoft hedden ingediend, zijn ondanks de enorme druk om toe te geven vastberadener dan ooit.
Richard Blumenthal van Connecticut (vergelijkbaar met de voorzitter van het college van procureurs-generaal in Nederland) zei gisteren dat hij heeft besloten geen genoegen met de overeenkomst tussen Microsoft en de federale regering. "Deze overeenkomst heeft teveel gaten en tegenstrijdigheden. Er is vooruitgang, maar niet genoeg", aldus Blumenthal. Zijn collega Tom Miller uit Iowa uitte zich in soortgelijke bewoordingen.
De juristen onthulden dat zij de afgelopen weken een stroom van telefoontjes van allerlei belangengroepen kregen om toe te geven. Omgekeerd hebben rivalen als AOL Time Warner, Sun en Oracle de negen staten op het hart gedrukt om toch vooral door te zetten.
Behalve Connecticut en Iowa hebben ook Californië, West Virginia, Massachusetts, Minnesota, Florida, Utah en Kansas de handdoek nog niet in de ring gegooid. Dat is met name voor Californië, Massachusetts en Utah een goede reden om door te vechten: zij huisvesten tal van technologiebedrijven die niets moeten hebben van Microsoft en die het bovendien moeilijk hebben in de huidige tijden.
Volgens het huidige schema zullen de negen staten in maart in actie komen, wanneer de federale rechter een definitief oordeel over Microsoft zal uitspraken. De staten zullen daar dan beroep tegen aantekenen.