De Europese elektronische handel blijft vaak in de pilot-fase steken. De ervaringen van twee Nederlandse gebruikers, de NS en Unilever met inkoopsoftware van Ariba, wijzen in die richting. Ook onderzoeksbureau OTR Group komt tot een zelfde conclusie in een recent rapport.
De implementatie van Ariba-software bevindt zich nog in de pilot-fase. In september 2000 is de Noord-Amerikaanse vestiging begonnen met het elektronisch inkopen van kantoorartikelen, reserveonderdelen voor productielijnen, promotiemateriaal en laboratoriumbenodigdheden. Nu werken ook Europese bedrijfsonderdelen met de e-inkoopmodule van Ariba voor de aanschaf van een aantal producten en diensten die het productieproces zijdelings ondersteunen. Orders voor een grondstof als verpakkingsmateriaal worden rechtstreeks uit het erp-systeem doorgesluisd naar de betrokken leveranciers.
Aanpassing organisatie
Ook bij de NS heeft de implementatie van een Ariba-systeem formeel nog steeds de status van een pilot. Het spoorwegbedrijf startte april dit jaar gestart met e-inkopen van kantoorartikelen, computerapparatuur en visitekaartjes. Kort geleden zijn daar gsm-telefoons en de mogelijkheid om losse artikelen te bestellen bijgekomen. Volgens Gijs van Rooijen, bij NS verantwoordelijk voor de implementatie van de e-handelssoftware, kost vooral de aanpassing van de organisatie veel tijd. De NS wil nu eerst de inkopers met Ariba laten werken. In de oorspronkelijke opzet werden hele afdelingen ineens aangesloten.
Volgens Arjen Koonings, directeur Ariba Nederland, zijn ook de implementaties in de VS gestart met e-inkoop van een beperkt aantal producten. Amerikaanse bedrijven zijn verder, dankzij hun vroege start. De economische dip gooit soms roet in het eten. ABN Amro schortte in Nederland zijn pilot met Ariba-software op, omdat door reorganisatie tijdelijk it-personeel de deur gewezen is. Inhuur van deze tijdelijke werkkrachten werd met Ariba-software uitgevoerd.
Vertragingen
Europese leveranciers hebben moeite om hun systemen te koppelen aan inkoopsoftware. Dit is een belangrijke reden voor de trage uitrol van e-inkopen, aldus Tim Cooper Jones, bij Unilever Europa belast met de invoering. Ook Ariba zelf is debet aan het trage verloop. De op Amerikaanse leest gestoelde software bleek ongeschikt voor de financiële afwikkeling van Europese inkooporders. Daarnaast was er lange tijd geen standaardkoppeling met oudere versies van erp-systemen, die bijvoorbeeld bij Unilever in gebruik zijn. Het concern test deze functionaliteit nu.
Ook de NS liep tegen problemen met leveranciers aan. Het koppelen van leveranciers is een standaardprocedure die eenvoudig uit te voeren is, stelt Van Rooijen. Toch kwam er nauwelijks respons op een email aan de leveranciers met de te volgen procedure. Nu hebben de spoorwegen het bedrijf Economize ingehuurd om de leveranciers te ondersteunen bij ontsluiting. Op dit moment zijn vijfhonderd leveranciers aangesloten. Februari volgend jaar moeten dat er 1700 zijn.
Solide
Unilever maakt zich zorgen over de grote val in marktwaarde waar bedrijven als Ariba mee kampen, aldus Coopers Jones. In zijn ogen heeft Ariba na het uitbreken van de dotcom-crisis de juiste stappen genomen; inkrimping van het personeelsbestand en beperking tot inkoopsoftware en bestaande klanten.
Van Rooijen wijst erop dat de marktleider in inkoopsoftware goed bij kas zit. Mocht Ariba wel in de problemen komen, dan is er nog geen man overboord. Van een eventuele overname van het bedrijf hoeven de gebruikers niet slechter te worden. Bij een eventueel faillissement krijgt de NS de beschikking over de broncode.
Toekomst e-handel
OTR Group concludeert in het rapport ‘Reality and future for b2b ecommerce’ dat Europese bedrijven voorzichtiger zijn met het inzetten van elektronische handel dan hun Amerikaanse collega’s. Europese investeerders hebben aanzienlijk minder geld gestoken in e-handel initiatieven. Ook problemen met koppeling van b2b-software aan bestaande systemen leiden ertoe dat de inzet vaak bij een pilot blijft steken.
De omzet via e-handel is volgens OTR Group dit jaar teruggevallen naar 60 procent groei. Na een snelle start 130 procent in de beginjaren 1998-2000 is 60 procent het geschatte groeitempo voor de komende jaren. Verder stelt het onderzoeksbureau dat bedrijven met de inzet van b2b-software 10 tot 15 procent op hun kosten kunnen besparen. Deze reducties liggen lang niet altijd binnen handbereik omdat veel zakelijke processen op de schop moeten voordat besparingen te realiseren zijn.