Internet eist snelheid, bedrijfsdoeleinden eisen zorgvuldigheid. De ontwikkelmethode Dynamic Systems Development Method (Dsdm) heeft nu een op de praktijk gebaseerde aanvulling gekregen voor webapplicaties.
Rapid Applications Development (RAD) heeft lang in een kwade reuk gestaan. De eerste generatie gereedschappen om snel tot werkende toepassingen te komen was vooral ingegeven door technisch kunnen. De tweede generatie geeft de praktijk, ofwel het bedrijfsdoel, een gezicht. Dsdm zorgt ervoor dat snelle applicatiebouw ten dienste staat van de gebruikersorganisatie. Oorspronkelijk ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk (1995) heeft het consortium in Nederland een actieve club (een kleine tweehonderd organisaties zijn lid). Deze heeft vooral op het vlak van techniek en testen flink bijgedragen aan de regels voor webapplicaties bouwen volgens de Dsdm-aanpak.
De methode is gebaseerd op best practices. Hetzelfde is gebeurd bij de voor internettoepassingen nodige aanpassingen. De ‘e’ is vrij laat toegevoegd. Peter Coesmans, voorzitter van de Nederlandse tak van het consortium en werkzaam bij P2 Proces- & Projectmanagers, verklaart dit uit het feit dat de methode op praktijkervaringen is geënt. Er gaat tijd overheen voor je ‘best practices’ kunt verwerken. Bovendien is de vervolmaking van Dsdm vrijwilligerswerk.
Principes
Dsdm kenmerkt zich door het snel en beheerst uitvoeren van projecten. Dit is nodig omdat de software ten dienste staat van bedrijven of organisaties die in een snel veranderende omgeving opereren. De gebruikelijke lineaire watervalmethoden voor applicatieontwikkeling werken binnen traag wijzigende organisaties, maar duren te lang om bruikbare toepassingen op te leveren op het moment dat deze nodig zijn. Overigens kan een lineair systeemontwikkeltraject onderdeel uitmaken van een Dsdm-project.
De Dsdm-filosofie is risico’s beheersen in plaats van ze proberen te elimineren. De leidende vraag is niet meer of de systemen goed worden gebouwd, maar of goede systemen op het juist moment te bouwen en te implementeren zijn. Op basis van dit uitgangspunt zijn negen principes beschreven, waarbij de inbreng van de gebruikers/klant-organisatie cruciaal is en gewaarborgd wordt.
De principes zijn: actieve gebruikersbetrokkenheid is essentieel; het team is voldoende ‘empowerd’; frequente oplevering van producten; acceptatie van producten op basis van realisatie van meerwaarde voor de klantorganisatie; de aanpak is iteratief en incrementeel; alle veranderingen zijn terug te draaien; eisen worden vastgelegd op hoog niveau; testen is geïntegreerd in de ontwikkelcyclus; een coöperatieve houding tussen alle betrokken partijen is essentieel. Een project bestaat uit vijf fasen: een haalbaarheidsstudie, een bedrijfsstudie, een functioneel model maken, de ontwerp- en bouwfase, en de implementatie.
Nieuwe rollen
Voor e-handel moeten applicaties aan andere voorwaarden voldoen. Gewoonlijk is de klantorganisatie bekend. Wie via internet de gebruikers zijn is onbekend. Als iemand een website heeft getest kan hij eigenlijk geen vervolgtest meer doen, omdat hij te veel gewend is geraakt aan de eerste opzet. Per principe heeft het consortium nu uitgewerkt hoe ze aan te pakken binnen een internetomgeving.
Verder zijn er nieuwe rollen binnen het proces. De groep heeft er zeven gedefinieerd: beheerder van bedrijfsverandering (e-handel vereist vaak organisatorische wijzigingen), contentmanager, marketingvertegenwoordiger, beheerder van samenwerkingsverbanden/co-branding, bruikbaarheidspecialist (kennis van de effecten van een site op gebruikers), website-ontwerper en webmaster (zie ook http://www.dsdm.org).
De belangrijkste aanpassing van e-Dsdm vindt Coesmans toevoeging van een nieuwe fase aan de methodiek. De zesde fase, de ‘visie-fase’, gaat vooraf aan alle andere en is dus eigenlijk de ‘nulde periode’. "Je moet bespreken wat je wilt met internetapplicaties. Wil je aansluiten op de legacy systemen? Wil je systemen delen met toeleveranciers? Dergelijke vragen moet je beantwoorden voordat je de haalbaarheidsstudie kunt doen", zegt Coesmans.
Hoewel Dsdm is ontwikkeld voor het snel tot een goed einde brengen van automatiseringsprojecten, past Coesmans de methode ook toe bij andere projecten, bijvoorbeeld de verdubbeling van het spoor tussen Utrecht en Amsterdam, waar hij bij betrokken is. "Het is een manier van denken waarbij je leert onzekerheden te beheersen en snel tot resultaat te komen. Dat kun je dus eigenlijk overal voor toepassen."