Intel is een van de succesvolle bedrijven die het meest geprofiteerd hebben van de groei in ict. Met name Intel heeft geprofiteerd van de pc-explosie, maar het bedrijf was ook succesvol met risc-processoren, controllers en geheugenchips.
Intels succes valt af te meten aan het feit dat een groep bedrijven processoren maakt die compatibel zijn met de Intel-cpu’s, zoals AMD en Cyrix. Evenals de rest van de ict-industrie ziet Intel zijn winst echter dalen, voornamelijk wegens de terugvallende belangstelling voor pc’s. Het is geen geheim dat Microsoft en Intel goed voor elkaar zijn geweest. Microsoft schreef zijn software voor de Intel-processoren, en Intel produceerde trouw snellere processoren die nieuwe versies van de software konden draaien. De samenwerking stond bekend onder de naam Wintel-industrie: ‘wat Intel geeft, neemt Microsoft’. De rest van de pc-industrie vond het prachtig.
De onderlinge afhankelijkheid was tot nu toe een voordeel voor beide partijen, maar het volgende decennium zal worden gedomineerd door centrale verwerking, communicatie en mobiele apparatuur. Het is interessant om te zien of de liefdesaffaire zal voortduren of dat beide bedrijven huns weegs gaan. Ik denk een beetje van beide. Microsoft heeft zijn bedoelingen al duidelijk gemaakt: proberen internet te monopoliseren en er een eigen prijskaartje aan plakken, zoals het bij de pc deed. Dat wordt nu een stuk moeilijker. Vooral omdat de software van Microsoft voor mobiele apparatuur, Windows CE, niet iets is om opgewonden van te raken, en omdat de oss-beweging (open source software) een waardige tegenstander blijkt.
Aan de andere kant zit Intel vast in het pc-kamp. Ze hebben echter al geïnvesteerd in gecentraliseerde verwerking door een continue uitbreiding van hun processorrange, met meer vermogen en met 64-bit capaciteit. Deze processoren, met name in ontwerpen van vier of acht stuks, blijken al zeer capabel in afdelingsservers. Als de software beter wordt, vormen deze versterkte pc’s een bedreiging voor andere systemen, met name de Unix-machines van Sun en Hewlett-Packard. Veel oudere computerfabrikanten zoals Compaq (Digital), Unisys, en ook Fujitsu hebben – in een of meer gedaanten – nu aanzienlijke investeringen in op Intel gebaseerde servers. Het probleem waarmee ze kampen is het standaardiseren van de software. De meeste worstelen met Windows, maar de belangrijkste trend is richting Linux: dat moet Intel hoop geven en Sun en Microsoft verontrusten. Het is vermeldenswaard dat, ondanks dat Linux overdraagbaar is, er slechts twee serieuze implementaties zijn: een op IBM-mainframes, en de andere allemaal op Intel-processoren. Maar de concentratie op pc’s heeft Intel met een ernstig probleem opgezadeld. Aan de pc werden steeds hogere eisen betreffende verwerkingscapaciteit gesteld, terwijl de markt voor mobiele apparaten om lager stroomverbruik vroeg. Dit zijn verschillende eisen aan lsi-technologie, en het zijn andere bedrijven die hebben geïnvesteerd in technieken voor lager stroomverbruik. Dientengevolge speelt Intel geen enkele rol als leverancier van componenten aan producenten van telefoons en andere draagbare apparaten. Eén bedrijf dreigt de nieuwe markten te gaan domineren, zoals Intel dat deed in de jaren negentig, en dat is IBM. Dat is altijd een grote componentenfabrikant geweest, merendeels voor de eigen machines, maar bovendien is IBM groot in de oem-business. Big Blue levert zelfs aan Motorola, voor hun mobieltjes. Motorola is nota bene zelf een belangrijke componentenfabrikant.
De Powerpc risc-chip van IBM is oorspronkelijk ontwikkeld in een joint venture met Motorola. IBM heeft echter een grote voorsprong op het gebied van producten met een laag stroomverbruik. Het is goed denkbaar dat IBM’s oem-winsten die van Intel binnen enkele jaren zullen overtreffen. Het is grappig om te bedenken dat één man de kansen creëerde voor Intel; dat was niet Bob Grove, maar wijlen Gary Kindall. Intel was in een concurrentiestrijd verwikkeld met Motorola aan het einde van het 8-bit tijdperk. De Motorola 6809 was een betere chip dan de Intel 8080, maar Kildall werkte voor Intel en schreef het besturingssysteem voor hun ontwikkelsysteem. Hij verliet het bedrijf en zette Digital Research op en bewerkte het systeem tot CP/M. Er was geen equivalent voor de 6809 en dus werd de ontluikende microcomputerindustrie volwassen op Intel. Met de komst van 16-bit processoren gold hetzelfde voor CP/M-86 en zijn kloon Dos-86, de latere pc en MS Dos. De veruit superieure Motorola 68000 vond zijn weg naar grotere machines en de Apple Mac, maar Intel pakte de bulk. Grappig hoe details de toekomst kunnen beïnvloeden, nietwaar?