Nu processorproducent AMD achterligt op concurrent Intel wat betreft kloksnelheid, wil het overstappen op een prestatiegraadmeter. AMD voorziet zijn nieuwe Athlon XP-processoren, gebaseerd op de Palomino-chipkern, van een getal dat een indicatie van het prestatieniveau moet zijn.
AMD’s nieuwe XP-chips (wat staat voor ‘extreme performance for Windows XP’) krijgen de nummers 1500+, 1600+, 1700+, 1800+ en 1900+. Deze nummers nemen de plaats in van de traditionele notering van kloksnelheden. De nieuwe chips draaien op snelheden van 1,33 tot en met 1,5 GHz.
De fabrikant stelt dat de graadmeter zijn chips vergelijkt met de voorgaande Athlon-generatie, gebaseerd op de Thunderbird-kern. In advertenties positioneert het bedrijf de XP-chips echter tegenover concurrerende chips met een kloksnelheid van 1,8 GHz.
Aangezien Intel de enige leverancier is van processoren met die snelheid – AMD’s Thunderbirds draaien op maximaal 1,4 GHz – ligt de conclusie voor de hand dat de vergelijking slaat op de Pentium 4-processoren. In de praktijk presteerden de voorgaande Athlon-chips – zelfs op iets lagere kloksnelheid – reeds beter dan Intels Pentium III-processoren, terwijl die weer opvolger Pentium 4 voorbijstreven.
Opjagen
Intel heeft er voor gekozen zijn nieuwe processoren op te jagen naar hogere kloksnelheden. Dit is bereikt door de chip een diepere pijplijn voor de verwerking van instructies te geven. Dat verhoogt echter het prestatieniveau niet evenredig met de snelheid.
De chipproducent zelf ontkent dit en stelt dat de Pentium 4 is ontworpen voor moderne multimedia-applicaties. Doordat deze nog niet zijn geoptimaliseerd voor de nieuwe chip lijkt die slechter te presteren dan andere processoren, aldus Intel. De Pentium 4 blinkt bij tests inderdaad uit in het decoderen en afspelen van digitaal videomateriaal.
Inmiddels heeft Intel al een exemplaar met een kloksnelheid van 2 GHz uitgebracht. Daarnaast is er een nieuwe Pentium III-variant, codenaam Tualatin, onder de Celeron-merknaam voor lichte, goedkope pc’s en slanke servers. Deze 0,13 micron chip presteert naar verluidt opvallend goed voor een lichte processor.
Modewoord
Er is AMD veel aan gelegen zijn huidige achterstand in kloksnelheid en voorsprong in prestatieniveau te benadrukken. De financiële resultaten staan onder druk. De cijfers voor het derde kwartaal, dat 30 september is afgesloten, waren met een verlies van negentig tot 110 miljoen dollar slechter dan verwacht. Het bedrijf wijt dit aan zowel de kwakkelende markt als aan de prijsoorlog met concurrent Intel.
AMD heeft voor zijn XP-chips een nieuw marketingprogramma opgezet, True Performance Initiative, compleet met modewoord Quantispeed voor de chiparchitectuur, om het verschil tussen snelheid en prestatie te verklaren.
De chipproducent meldt op zijn website al dat hij alleen moederborden voor Athlon XP-chips certificeert die bij het opstarten de kloksnelheid niet tonen. Dit zou verwarring bij eindgebruikers voorkomen.
Het prestatieniveau van processoren en zeker complete pc’s is voor een groot deel afhankelijk van de gebruikte chipset en het onderliggende moederbord. Analisten uiten twijfels over AMD’s overgang naar ‘prestatienummers’. Dit zou voor technici onzinnig zijn en voor consumenten verwarrend.
De chipproducent laat zijn benchmark-tests wel controleren door consultancybureau Andersen. Deze tests vergelijken echter AMD’s nieuwe XP-processoren met de Thunderbird-voorgangers. Dan is er natuurlijk een snelheids- én een prestatiewinst.
Cisc en risc
AMD’s nieuwe marketingstrategie, waarbij het niet meer de kloksnelheid van zijn processoren benadrukt, is op zich niet onzinnig. De hoogte van het aantal megahertzen waarop een chip draait is namelijk niet allesbepalend voor het prestatieniveau van een processor, laat staan van de gehele computer.
Deze boodschap wordt al geruime tijd uitgedragen door fabrikanten van risc-processoren (reduced instruction set computing). Hieronder bevinden zich Apple en Motorola (Power PC), IBM (Power 3 en 4), Compaq (Alpha) en Sun Microsystems (Ultrasparc). Het prestatieniveau van machines op basis van die chips ligt dan ook hoger dan dat van snellere x86-processoren (cisc).
In het geval van Apple en Motorola is het snelheidsgat met de x86-wereld de laatste maanden echter dermate groot geworden dat deze theorie in de praktijk niet meer opgaat. De huidige Macintosh-computers van Apple, voorzien van G4 Power PC-chips van Motorola, presteren op bepaalde gebieden nog wel beter dan x86-tegenhangers met snellere processoren.
Over het algemeen ligt Apple echter achter en wacht het met smart op verbeterde en snellere G5-processoren, die volgens geruchten 800 MHz tot 1,6 GHz moeten halen. Producent Motorola heeft het ontwerp voor die nieuwe generatie midden vorige maand afgerond en hoopt de massaproductie begin volgend jaar op gang te hebben.