Een groep aandeelhouders van Priority Telecom overweegt een claim tegen moedermaatschappij UPC wegens de beursgang van het bedrijf gisteren.
Ze schieten er door de beursgang namelijk ruim 195 miljoen dollar bij in van de tweehonderd miljoen dollar waarop ze hadden gerekend.
Eind vorig jaar fuseerden Priority en Cignal. Een groep particuliere aandeelhouders kreeg daarbij in ruil voor de Cignal-aandelen een belang van 16 procent in Priority. De rest kwam in handen van UPC, het management en de oprichters van Cignal. De particuliere aandeelhouders zouden hun aandelen mogen verkopen vanaf de beursgang van Priority. Zou die niet voor 1 oktober zijn geregeld, dan zou UPC hun aandelen kopen voor tweehonderd miljoen dollar.
UPC had er dus alle belang bij om er hoe dan ook voor te zorgen dat Priority naar de beurs ging. En dat gebeurde dus gisteren. Voor zeven euro maakte het aandeel zijn entree op de beursvloer en eindigde zowaar een halve euro hoger. Voor de aandeelhouders die wilden ‘cashen’ bleef het hoe dan ook een drama: hun aandelen Priority waren gisteren nog geen 4,5 miljoen dollar waard.
Volgens Priority-directeur Chris Rooney overwegen deze aandeelhouders nu een claim tegen UPC. Of die er komt, is vooralsnog onzeker. UPC liet gisteren in elk geval weten er niet wakker van te liggen. Het bedrijf heeft immers geheel volgens de afspraken gehandeld.