De aanslagen in New York en Washington hebben grote gevolgen voor de wereldwijde democratie. Om het internationaal terrorisme aan te pakken stemde het Amerikaanse Congres in met een ruimer aftapbeleid van internetverkeer. Ook moet de overheid toegang krijgen tot versleutelde informatie. Burgerrechtenorganisaties protesteren.
Osama bin Laden, door de VS als voornaamste verdachte van de aanslagen aangemerkt, houdt via moderne communicatiemiddelen contact met terroristische cellen elders in de wereld. De vier daders van de aanslagen op Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania drie jaar terug zijn in de kraag gevat, doordat zij belden met de satelliettelefoon van de terroristenleider.
De Amerikaanse overheid was de laatste tijd niet op de hoogte van Bin Ladens activiteiten. De terroristenleider is voorzichtiger geworden. Mogelijk is hij overgestapt op koeriers, of voorziet hij zijn communicatieberichten van zware encryptie. Encryptietechnieken zijn tegenwoordig gemakkelijk te gebruiken, eenvoudig te verkrijgen en nauwelijks te kraken.
Encryptie verboden
De Republikeinse senator Judd Gregg riep vorige week in het Amerikaanse Congres op tot een wereldwijd verbod van encryptiesystemen. Alleen versleutelingstechnieken met een achterdeur voor snelle toegang door opsporingsinstanties zouden toegestaan zijn. Dit kan op twee manieren. Bedrijven, die encryptiesleutels mogen afgeven, bewaren daar kopieën van (key escrow), of de encryptie bevat een centrale overheidssleutel, waarmee de oorspronkelijke informatie te achterhalen is (key recovery). Populaire encryptiesystemen als Hushmail en PGP kennen dergelijke achterdeuren niet.
Donderdag heeft het Congres de ‘Combating Terrorism Act of 2002’ aangenomen. Deze wet geeft Amerikaanse officieren van justitie de ruimte om het internetverkeer van verdachten 48 uur af te tappen zonder toestemming van een rechter. Ook mag de FBI zijn internetaftapsysteem Carnivore meer inzetten. Een verbod op encryptiesystemen zonder achterdeur is in deze wet niet voorzien.
In Nederland is deze zomer al een verruiming van de opsporingsbevoegdheden doorgevoerd. De in juli aangenomen wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten geeft de overheid toegang tot communicatienetwerken, ook al is de informatie versleuteld. De Nederlandse wet voorziet hiermee in een achterdeur in de encryptie. Om misbruik tegen te gaan komt er een commissie van toezicht op de opsporingsinstanties die aan het kabinet en de Kamer rapporteert. Daarnaast krijgt de Kamer een jaarverslag van de Nederlandse opsporingsdiensten te zien.
Doemscenario
De Nederlandse burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom gaat al uit van een doemscenario. De organisatie voorspelt dat over drie jaar de Nederlandse justitie jaarlijks de adresgegevens van driehonderdduizend internetters opvraagt. Het internetverkeer van negenduizend internetabonnees wordt dan afgetapt. Deze voorspelling is gebaseerd op het aantal telefoontaps, dat de laatste jaren met ruim 300 procent is gestegen.
Hans Leemans, voorzitter van de brancheorganisatie voor internetaanbieders Nlip, zegt vooralsnog ook van deze cijfers uit te gaan, omdat de overheid weigert aantallen te noemen. Leemans verwacht dat begin 2002 het Nederlandse internetverkeer aftapbaar is. Een stichting voortgekomen uit het Nationaal Aftap Overleg, die de administratieve rompslomp rond de taps centraal moet regelen, selecteert nu een aftapsysteem. Later dit jaar volgt de invoering ervan bij alle in de stichting deelnemende internetaanbieders en verwante bedrijven.