Vorige maand nam Maarten Looijen afscheid als hoogleraar Informatiestrategie en Beheer van Informatiesystemen aan de TU Delft. Hij is, zoals hij het zelf omschrijft, voor anker gegaan in zeer ondiep water. Vanaf de ankerplaats voert één van de meest markante persoonlijkheden uit de wereld van de ict kortlopende missies uit. Looijen weet voorlopig nog van geen ophouden. Een interview.
Dat Maarten Looijen zijn afscheidsrede betitelt als een logboek van ‘een cruise langs zonnige en minder zonnige plaatsen’ is niet vreemd. Hij begon zijn werkzaam leven immers op de grote vaart. "Na mijn HBS ben ik naar de Zeevaartschool gegaan en vervolgens gaan varen. Ik ben stuurman geweest op onder andere de Nieuw Amsterdam van de Holland-Amerika Lijn. Zo rond mijn dertigste, het was halverwege de jaren zestig, leek mij een baan aan de wal toch wel leuk. Vergeet niet dat de promotiekansen in de scheepvaart ook steeds minder werden. Het vliegtuig kwam op als vervoermiddel en bovendien waren we onze koloniën kwijt geraakt. Ik ging MO-wiskunde studeren, een baantje als wiskundeleraar leek me wel wat, en kreeg al snel een baantje bij een elektronicaleverancier", aldus Looijen.
In zijn afscheidsrede vertelt hij: "Bij de firma Van der Heem vond het beheer van de talrijke bestelopdrachten van en voorraden aan transistors, verpakkingsmateriaal, bedrading en vele andere artikelen (�) plaats met behulp van het zogeheten kardex-systeem. Een combinatie van handgeschreven kaarten, ruitertjes en laden onder beheer van negen medewerkers zorgde voor de vele in bestelling en nog in voorraad zijnde attributen. (�) Het gegevensverkeer met toeleveranciers in binnen- en buitenland vond plaats met behulp van brief, telex en telefoon. Stagnatie hierin of overschrijding van kritieke data legden het productieproces onmiddellijk lam. Het beheer nam dan ook een belangrijke plaats in, in de keten van bestellen, afleveren en toepassen."
Tijdens zijn Wiskunde MO-studie maakte Looijen kennis met mensen die zich met computers bezighielden. Op hun aanraden solliciteerde hij bij de Wiskundige Dienst (ofwel het Rekencentrum) van de TH Delft. De toenmalige directeur Wolbers nam hem aan. Meer dan twaalf jaar later, in 1978, trad ook Looijen toe tot de directie. Hij werd technisch directeur van het TH Rekencentrum. Inmiddels had Looijen zijn MO Wiskunde gehaald en was hij ook als wiskundig ingenieur afgestudeerd aan de TH Delft.
Het rekencentrum werd voornamelijk bevolkt door wiskundigen. Niet zo vreemd, want de programmeertalen, zoals Algol 60 en 68, waren buitengewoon lastige talen. Overigens waren taken en verantwoordelijkheden van de computerdeskundigen nog niet streng gescheiden. Het ontwikkelen en ondersteunen van (voornamelijk wiskundige) toepassingen waren veelal individuele aangelegenheden. Elke ontwikkelaar was ook beheerder van enorme verzamelingen ponsbanden. Tal van wiskundigen hielden zich ook bezig met het ontwikkelen van hardware. Hier zijn de hoogleraren Kosten, Van der Poel, Van Wijngaarden, Dijkstra en Blaauw bekende namen. Zij hebben aan de basis gestaan van de Nederlandse computerindustrie die echter geen lang leven was beschoren. Wie kent de Zebra nog? Het Zeer Eenvoudig Binair Rekenapparaat (waarvan er overigens nog 55 zijn verkocht)? Of de Elektrologica?
Technisch aspect
Looijen ontwikkelde in de jaren zeventig onder meer het personeels- en salarissysteem voor de Delftse Technische Hogeschool. Ook de beheersmatige aspecten van het rekencentrum boeiden hem sterk. "Het beheer van het rekencentrum begon pas echt allure te krijgen in de jaren zeventig. Toen begon voor de TU Delft het IBM-tijdperk, dat tot het begin van de jaren tachtig zou duren. Er was in die tijd een sterke toename van aantal en typen computers. Naast de IBM-lijn hadden we DEC-apparatuur en was er het Dunet, het Universiteits Computernetwerk, Voorts was er sprake van almaar toenemende gegevensopslagcapaciteit in de vorm van online schijfgeheugen en offline magneetbanden. Optimalisatie van gegevensopslag en gegevenstoegang, alsmede de beveiliging hiervan, brachten tal van ontwikkelingen op gang in het kader van beheer. Het operationeel beheer met een sterk accent op techniek, programmatuur en gegevensbestanden, ontwikkeld vanuit het Rekencentrum, werd een niet meer weg te denken discipline", aldus Looijen.
In het begin van de jaren tachtig verliet hij de academische omgeving en werd hij technisch directeur van het Defensie Computer Centrum (DCC) in Maasland. Er stonden computers van IBM, Siemens en Comparex. Het online achtergrondgeheugen was 400 gigabyte, met daarnaast 25000 cassettes. De netwerkarchitectuur was overeenkomstig SNA (System Network Architecture). De basisprogrammatuur omvatte ondermeer het besturingssysteem MVS, de databases IMS en Idms en de beveiligingsprogrammatuur ACF2. Halverwege de jaren tachtig kwamen ook de pc’s er nog bij. Een kolfje naar de hand van Looijen die steeds meer in de ban was geraakt van de beheerproblematiek van rekencentra.
"In de jaren tachtig heb ik heel veel onderwijs gegeven over het onderwerp. Zo heb ik aan de wieg gestaan van de Ambi-modules. Ook heb ik leerboeken geschreven. Met name over het technische beheer van rekencentra, vooral ook omdat ik dat onderwerp graag op een hoger managementniveau zou willen brengen. Natuurlijk is het organisatorische aspect van het beheer belangrijk. Dat geldt eveneens voor de bedrijfseconomische invalshoek. Maar je kunt het technische aspect zeker niet verwaarlozen. Dat standpunt heb ik vanaf de jaren tachtig uitgedragen. Ook in mijn dissertatie: Management en organisatie van automatiseringsmiddelen, waarop ik in 1988 in Eindhoven bij Theo Bemelmans promoveerde."
Eerste in Nederland
Het beheer van informatiesystemen was een onontgonnen terrein. Looijen was de eerste in Nederland die zich in het onderwerp had verdiept. Maar het was wel een gebied dat sterk in de belangstelling stond. Vandaar dat de TU Delft het de moeite waard vond om hiervoor een (deeltijd) leerstoel in het leven te roepen waarop Looijen solliciteerde Anderhalf jaar heeft hij dat professoraat kunnen combineren met zijn directeurschap bij het DCC. In 1990 werd het hoogleraarschap een voltijdbaan, zodat Looijen zijn functie bij Defensie opzegde. Zo maakte het beheer van informatiesystemen vanaf 1988 deel uit van het onderwijsprogramma binnen de Faculteit Technische Wiskunde en Informatica (inmiddels Informatietechnologie en Systemen geheten).
In zijn afscheidsrede zegt Looijen: "Omvatte het beheeronderwijsprogramma aanvankelijk slechts één onderwerp dat het beheer in de volle breedte bestreek, gaandeweg vonden er verbijzonderingen plaats naar beveiliging, economische aspecten, informatiestrategie en simulatie. Tijdens deze periode (van 1988 tot 2000) werden140 afstudeerprojecten uitgevoerd bij Nederlandse en buitenlandse bedrijven en instellingen. (�) Uit de vele projecten bleek dat binnen de bedrijven het dienstverlenende karakter en de positieve beïnvloeding van de bedrijfsdoelstellingen, vanuit beheer, minimaal of zelfs niet aanwezig waren. Veel beheer was eerder gericht op de operationalisering van informatiesystemen dan op een goede combinatie van technische gerichtheid en externe dienstverlening. Voorts was het geen zeldzaamheid dat gegevens ontbraken die essentieel waren in het kader van projecten op het gebied van simulatie, optimalisatie, ‘benchmarking’ en kostenbeheer. Ook het bijhouden van gegevens met betrekking tot gepleegd onderhoud, zoals tijd, kennis, mensen en geld, om vervolgens deze gegevens te kunnen gebruiken bij herhalende situaties, ontbrak nagenoeg altijd. Opnieuw uitvinden van het wiel was in de praktijk eerder regel dan uitzondering."
Verre landen
Looijen is al vroeg betrokken geraakt bij tal van onderwijs- en onderzoeksprojecten in Afrika, Azië en Oost-Europa.. Hij heeft een zwak voor verre landen. Een ’tic’ die hij waarschijnlijk heeft overgehouden uit de tijd dat hij als stuurman de wereldzeeën bevoer. Het heeft echter ook te maken met zijn grote maatschappelijke betrokkenheid en de wens om een nuttige bijdrage te leveren aan het verbeteren van de positie van ontwikkelingslanden in de wereld. Zo heeft Looijen verschillende promovendi en afstudeerders in onder meer Mozambique, Kenia, Rwanda, India, China, Filippijnen en Oost-Europa begeleid. Ook heeft hij ervoor gezorgd dat universitaire rekencentra in verschillende Aziatische en Afrikaanse landen een goede beheerstructuur kregen.
Looijen: "Ik merk voortdurend dat er in ontwikkelingslanden een grote belangstelling bestaat voor ict en de beheeraspecten ervan. Vandaar dat die onderwerpen steeds meer worden opgenomen in universitaire onderwijsprogramma’s."
"Ik hoop dat er mede door mijn werk meer begrip is gekomen voor het onderwerp beheer van informatiesystemen. Gelukkig merk ik dat men zich bewust is geworden van het feit dat
beheer een ‘must’ is en een belangrijke discipline. Vijftien jaar geleden kwamen voornamelijk operators op cursussen en conferenties rond het onderwerp beheer af. Tegenwoordig zijn het ook managers. Ik zie ook dat er inmiddels ook op andere universiteiten aandacht wordt geschonken aan beheeraspecten. Delft is niet meer de enige universiteit waar beheeronderwerpen worden gedoceerd. Delft is wel de enige plek waar het beheer van informatiesystemen in zijn totale samenhang wordt onderzocht en onderwezen. Het leerboek Beheer van Informatiesystemen dat ik in 1995 heb geschreven, is inmiddels aan zijn vijfde druk toe. Naast een Engelse editie (die in 1998 verscheen) verschijnt er binnenkort een vertaling in het Chinees. Dus ik denk dat er in de afgelopen jaren wel wat is veranderd."
Die verandering waarvan Looijen spreekt, komt ook tot uiting in de enorme populariteit van Itil. Looijen daarover in zijn afscheidsrede: "In de eerste helft van de jaren 90 waaide vanuit het Verenigd Koninkrijk de zogeheten Information Technology Infrastructure Library (Itil) over, afkomstig van Ccta (Central Computer and Telecommunication Agency). Pink Elephant nam het initiatief om Itil naar Nederland te halen. Itil omvatte toentertijd omstreeks veertig boekjes die elk een voornamelijk procesgericht beheeronderwerp beschreven. Zo’n vijf tot tien boekjes van de totale verzameling bleken aan te slaan. Met name de computercentra omarmden zeer snel de voor hen al vele jaren bekend zijnde processen zoals incidentbeheer, probleembeheer, veranderingsbeheer en configuratiebeheer. De meestal (te) geringe inhoud van de boekjes vroeg om meer. Een snelle reactie bleef niet uit. Als paddestoelen rezen Itil-opleidingen en -seminars uit de grond."
Aanpassen van beheer
Hoewel Looijen optimistisch is over datgene wat hij de afgelopen jaren in binnen- en buitenland heeft bereikt, merkt hij toch op dat er op het gebied van beheer nog veel moet gebeuren. In zijn afscheidsrede schrijft hij: "Naarmate informatiesystemen steeds meer geïntegreerd raken met de bedrijfsprocessen en de werkzaamheden van alledag, wordt het beheer in toenemende mate geconfronteerd met die processen en werkzaamheden; veranderingen daarin laten het beheer niet ongemoeid. Anderzijds zijn er de technologische veranderingen in programmatuur, apparatuur, communicatiefaciliteiten en gegevensbanken die op hun beurt weer tot veranderingen in die processen en werkzaamheden leiden. Fusies tussen bedrijven, het verdwijnen van bedrijven of gedeelten ervan en toenemende internationalisering met wereldwijde communicatie leiden ertoe dat het traditionele en veelal lokale beheer aanpassing behoeft, wil het niet tot een derderangs discipline gaan behoren die men liever kwijt dan rijk is. Dit laatste wordt zeker niet voorkomen door alleen te roepen dat beheer van informatiesystemen ó zo belangrijk is."
Met het uitspreken van zijn afscheidsrede heeft Looijen nog lang geen punt achter zijn werkzaam leven gezet. Er zijn nog zes promovendi die onder zijn leiding aan hun dissertatie werken. Tot 2004 is Looijen zo nog intensief bij het onderzoeksprogramma van de TU Delft betrokken. Ook op het gebied van het onderwijs heeft hij nog een volle agenda. Er zijn voorts nog tal van projecten in het buitenland die zijn aandacht vragen. Wie Looijen gaat opvolgen op de leerstoel Informatiestrategie en Beheer van Informatiesystemen, is nog niet bekend.
Cok De Zwart Freelance Medewerker
Stellingen
Maarten Looijen poneerde tijdens zijn afscheidsrede enkele prikkelende stellingen. Hier volgt een bloemlezing.