Een schikking in de langlopende antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie tegen Microsoft is sinds eind vorige week een stuk waarschijnlijker. Justitie laat de eis tot opsplitsing van het softwarebedrijf vallen. Daarnaast trekt het de aanklacht in dat het koppelen van webbrowser aan besturingssysteem illegaal is. Dit was de kern van de oorspronkelijke rechtszaak.
Justitie zegt nu te streven naar bedrijfseconomische maatregelen, in plaats van de bedrijfsstructurele sanctie van opdelen. Die straf is opgelegd door districtsrechter Thomas Penfield Jackson, die de eerste ronde in de antitrustzaak behandelde. Hij heeft ook een reeks bedrijfseconomische strafmaatregelen opgesteld die van kracht moesten zijn voor de overgangsperiode waarin de splitsing van Microsoft wordt uitgevoerd.
De eerste reactie van de softwareleverancier was kort: "Wij zijn nog altijd toegewijd aan het oplossen van de resterende kwesties in deze zaak." Microsoft stelt – reeds van begin af aan – geheel onschuldig te zijn. Tegelijkertijd hebben beide partijen sinds de aanvang van de rechtszaak (oktober 1997) gezegd te streven naar een schikking.
Tot op heden lagen de standpunten echter te ver uiteen. In de loop van vorig jaar zijn meerdere onderhandelingsgesprekken gevoerd én vastgelopen. Uiteindelijk gaf bemiddelaar rechter Richard Posner, aangesteld door rechter Jackson, er de brui aan. De kloof tussen de twee strijdende partijen is nu aanmerkelijk nauwer geworden.
Daarnaast zou de naderende lancering van Windows XP, dat de productintegratie nog een stap verder voert, beide partijen aanzetten tot het nastreven van een snelle uitwerking. Justitie en de staten overwogen de lancering van dat product te blokkeren middels de rechtbank, maar hebben daar toch van afgezien. Analisten menen dat door de relatief langzame gang van het rechtssysteem een uitspraak niet vóór 25 oktober mogelijk zou zijn.
Spoed
Justitie ontkent echter dat diens besluit om tot een schikking te komen, is genomen met het oog op een schikking. Volgens het ministerie is de versoepeling van de strafeis en de aanklachten noodzakelijk om tot een spoedige oplossing te komen. "Wij nemen deze stappen in een poging te komen tot een vlotte, effectieve en zekere uitkomst voor consumenten", aldus de officiële verklaring.
Justitie streeft nu weliswaar naar snelheid, maar zegt absoluut niet te tornen aan de effectiviteit van de uiteindelijke remedie. "Het zou een substantiële fout zijn om dit te zien als het terugtrekken van de zaak of het niet langer streven naar een verlichting voor consumenten", aldus de woordvoerder.
Het ministerie spreekt ook het idee tegen dat het laten vallen van de eis tot splitsing is ingegeven door de regering Bush, die voorstander is van een vrije-marktwerking met zo min mogelijk overheidsbemoeiens. "Beslissingen als deze worden genomen binnen het ministerie", benadrukt een woordvoerder. Onder de regering Clinton volhardde het ministerie in de opsplitsingseis.
Microsoft zou opgedeeld moeten worden in twee gescheiden ondernemingen: één voor besturingssystemen en één voor applicaties. Dit om het meeleveren, koppelen en uiteindelijk integreren van applicaties in besturingssystemen een halt toe te roepen en voortaan te voorkomen. Deze strafeis is door Jackson toegewezen, maar door het hoger beroepshof weer afgewezen.
Nieuwe ronde
De druk is in ieder geval verder verhoogd door de lagere rechtbank, onder leiding van districtsrechter Colleen Kollar-Kotelly, die de zaak nu in behandeling heeft. Kollar-Kotelly bepaalde vorige week dat beide partijen voor 14 september hun pleidooi moeten indienen voor de voortzetting van de zaak. Dit moet uiteindelijk leiden tot de bepaling van een strafmaat voor Microsoft.
Deze districtsrechtbank heeft de antitrustzaak in behandeling gekregen van het hoger beroepshof waar Microsoft naartoe was gestapt na de veroordeling door districtsrechter Jackson. Het beroepshof heeft de softwarefabrikant echter wel een monopolist bevonden, maar verwaardigde zich niet een straf te formuleren en op te leggen.
De overheidsaanklagers zoeken nu naar andere strafmaten. Deze moeten meer in lijn zijn met de tussentijdse uitspraken van het hoger beroepshof en Microsofts – inmiddels aangepaste – gedrag.
Onder de overwogen strafeisen bevinden zich beperkingen in het verstrekken van kortingen aan hard- en softwareleveranciers voor het meeleveren van andere Microsoft-producten. De softwarereus zou middels dergelijke voorkeursbehandelingen en koppelingsverkoop misbruik maken van de dominante marktpositie van zijn desktopbesturingssysteem Windows.
Staten
De achttien Amerikaanse staten die hun aanklacht tegen de softwareproducent hebben gecombineerd met die van Justitie, steunen de versoepeling van het ministerie. "De staten gaan mee met het ministerie van Justitie in de beslissing niet langer een splitsing van Microsoft na te streven", aldus hoofdofficier van Justitie Tom Miller van de staat Iowa.
"Sinds het oordeel van het hoger gerechtshof hebben de staten en het ministerie hun energie gericht op een enkel doel: het vinden van de snelste en meest effectieve oplossing voor deze zaak", zegt Miller.
Twee van de grootste staten waarschuwen echter wel dat ze niet meegaan met strafmaatregelen die zij te licht achten. Dit hebben de officieren van Justitie Elliot Spitzer en Bill Lockyer van respectievelijk de staten New York en Californië begin deze week laten weten. In het geval dat het ministerie te veel water bij de wijn doet, zijn deze twee staten van zins op eigen houtje hardere strafmaatregelen na te streven. Het gaat de twee hoofdaanklagers met name om een strikte keuring van Windows XP.
Hoogste hof
Ondertussen heeft Microsoft nog een beroep lopen bij het Hooggerechtshof. De softwareleverancier verzoekt deze hoogste gerechtelijke instantie de gehele zaak ongeldig te verklaren. Dit mede op grond van partijdig overkomende uitspraken van rechter Jackson. Het hoger beroepshof heeft al bepaald dat Jackson zijn boekje te buiten is gegaan en heeft deze rechter dan ook ontheven van de zaak.