Sinds de invoering heeft de Gemeentelijke Basis Administratie haar rol als authentieke registratie van persoonsgegevens waar gemaakt. Om die rol te blijven vervullen moet worden aangesloten bij de veranderende behoeften van de afnemers, vindt Ron Mulderij. De onafhankelijke Adviescommissie Modernisering GBA (commissie Snellen) heeft een aantal knelpunten geïnventariseerd en daarvoor een toekomstmodel en kortetermijnmaatregelen gedefinieerd. De voorgestelde Landelijk Raadpleegbare Directory (LRD) zorgt voor een betere en snellere toegang, maar vermindert niet het aantal ‘no-hits’. Intelligente identificatiesoftware is daarbij onmisbaar en essentieel voor de toekomst van de GBA.
De GBA is halverwege de jaren tachtig ontworpen en uitgegroeid tot de belangrijkste bron van persoonsgegevens voor de (semi-)overheid. Per jaar worden meer dan 70 miljoen berichten over het GBA-netwerk verzonden. De sterke groei van informatieverbindingen en de nog steeds toenemende behoefte aan authentieke (eenmalig vastgelegde, meervoudig te verstrekken) gegevens beïnvloeden het gebruik van het GBA-stelsel. Afnemers zijn van de GBA afhankelijk geworden en gaan uit van een hoog kwaliteitsniveau van de verstrekte gegevens. Overheidsinstanties, maar ook veel ‘hybride organisaties’ (organisaties met zowel een publieke als commerciële taak), stellen terecht eisen ten aanzien van de toegankelijkheid en effectiviteit van deze bron.
Knelpunten
Medio 2000 heeft de commissie Snellen een aantal stellingen geformuleerd. Voor het bestaansrecht van de GBA op langere termijn, is het van belang de huidige knelpunten snel en adequaat op te lossen: de lage snelheid van het berichtenverkeer; de beperkte toegankelijkheid; het grote aantal no-hits.
Een hoge snelheid van het berichtenverkeer is van belang door de ontwikkelingen bij de afnemers van de GBA ten aanzien van ‘front’- en ‘backoffices’ (denk aan de Centra voor Werk en Inkomen). Daarbij worden in directe contacten met de cliënt zoveel mogelijk gegevens vastgelegd en geverifieerd en is een snelle raadpleging van de GBA vereist.
Verder is voor bepaalde instanties, bijvoorbeeld de politie, de beschikbaarheid van GBA-gegevens tijdens alleen kantooruren onvoldoende. De beperkte toegankelijkheid sluit niet aan bij hun behoefte aan informatie gedurende 24 uur per dag en 7 dagen per week.
Tenslotte treden bij het aanvragen van persoonsgegevens en het plaatsen van een afnemersindicatie in de praktijk nog regelmatig identificatieproblemen op (‘no-hits’). Veelal worden die ‘no-hits’ veroorzaakt door slechts geringe afwijkingen tussen de persoonsgegevens die de afnemer heeft geregistreerd en de gegevens die zijn vastgelegd in de GBA. Door technische beperkingen is bij sommige afnemers bijvoorbeeld consequent een ‘ij’ vervangen door een ‘y’. Een klein verschil, maar wel met een foutbericht als gevolg. Zo blijkt uit Burgerzaken&Recht van april dat de politie met het huidige systeem in 30 procent van de gevallen de gezochte persoon niet kan vinden. Een kwalijke zaak want bij spoedeisende hulp, aanhoudingen, huiszoekingen of invallen is snelle identificatie noodzakelijk.
Oplossingen
In haar in april jongstleden verschenen rapport ziet de commissie Snellen een op webtechnologie gebaseerde infrastructuur en een digitale kluis voor iedere Nederlander als ultieme oplossing voor de toekomst van de GBA. Iedere burger zal zelf de regie gaan voeren over zijn digitale kluis en bepalen welke gegevens daarin worden opgenomen en voor wie ze toegankelijk zijn. Voor het oplossen van de huidige knelpunten ziet de commissie een LRD als aangewezen middel. Het gebruik van speciale zoekmachines wijst zij echter af.
Gemeenten zien echter wel verbeteringen door de zoekmogelijkheden (door middel van zoekmachines) te verruimen, vanzelfsprekend met in achtneming van de privacywetgeving (zie ook: http://www.GBA.nl).
Een continu beschikbare centrale verwijsindex die beschikt over intelligente identificatiesoftware is de aangewezen oplossing.
Intelligent identificeren
Intelligente identificatiesoftware houdt er rekening mee dat afnemers de GBA bevragen met mogelijk incomplete en gedeeltelijk onjuiste gegevens. In de huidige opzet ontstaat een probleem omdat de gegevens exact worden vergeleken. Intelligente identificatiesoftware maakt gebruik van een fouttolerante wijze van vergelijken: een methode waarbij de mate van overeenkomst tussen (persoons)gegevens wordt vastgesteld, rekening houdend met mogelijke afwijkingen. Ondanks spellingsverschillen in bijvoorbeeld de naam of een omdraaiing van dag en maand in de geboortedatum worden gegevens dan toch nog gevonden (zie figuur 1). Een dergelijke interpretatie is alleen mogelijk wanneer de zoekmethode gebruik maakt van kennis, bijvoorbeeld om te bepalen dat Penning de Vries een in Nederland voorkomende familienaam is en dat Du Bois en Dubois beide als familienaam voorkomen. Door middel van een score wordt van iedere gevonden persoon de mate van overeenkomst aangegeven.
Deze werkwijze heeft haar nut reeds bewezen en wordt al vele jaren toegepast door onder andere banken, verzekeraars, uitgevers, telecombedrijven en overheidsinstanties.
Landelijk Raadpleegbare Directory
Met de LRD krijgen afnemers de mogelijkheid gegevens direct te verifiëren, kan een continue toegankelijkheid worden gerealiseerd en wordt het aantal ‘no-hits’ beperkt. Echter zonder verbetering van de identificatiemethoden verliest de LRD veel aan waarde.
Een soortgelijke werkwijze met een centrale informatiebron wordt nu reeds gehanteerd voor het vestigingsregister. Daarbij is evenwel de wijze van identificeren een van de belangrijkste obstakels (zie kader Vestigingsregister).
De LRD is een speciaal soort afnemer van de GBA en bevat een beperkte set persoonsgegevens (zie figuur 2) die nodig zijn voor de organisaties die toegang hebben tot deze index. Welke organisaties dat zijn is te regelen met autorisatietabellen.
De LRD is nadrukkelijk geen centrale bevolkingsadministratie, maar een van de GBA afgeleide centrale informatiebron die permanent beschikbaar is. Voor het fouttolerant opvragen van gegevens in de LRD is de normale berichtenstructuur te gebruiken. De tekortkomingen in de huidige wijze van het bevragen van het vestigingsregister worden daarbij ondervangen.
Berichten zullen door de LRD volledig geautomatiseerd en sneller worden afgehandeld (de commissie Snellen gaat uit van een responsetijd van circa 1 minuut). Door het gebruik van intelligente identificatiesoftware zal het een genuanceerder antwoord opleveren dan bij het normale berichtenverkeer en kan het antwoord gegevens van meer dan één persoon bevatten. Daarbij moeten uiteraard autorisaties in acht worden genomen.
De LRD is een goede oplossing voor 24-uurs toegankelijkheid en voor de snelheid van het berichtenverkeer. Het maakt een goede informatievoorziening bij gescheiden ‘front’- en ‘backoffices’ mogelijk. Gegevens moeten daarvoor online en realtime beschikbaar zijn hetgeen snelle verbindingen vereist. Afnemers hebben zodoende direct toegang tot de (centrale) authentieke bron voor persoonsgegevens. Daarmee is het een adequaat antwoord op het ongewenst ontstaan van allerlei sectorale indexen.
Ook het aantal foutberichten is met behulp van de LRD te beperken. Wanneer een afnemer twijfelt over de juistheid van de bij hen geregistreerde gegevens, stuurt hij een bericht niet direct aan een bepaalde gemeente, maar raadpleegt hij in eerste instantie de LRD. Op basis van de verkregen persoonsgegevens kan dan met het juiste A-nummer een afnemersindicatie worden geplaatst.
Er moeten afspraken worden gemaakt over welke resultaten als antwoord aan de afnemer wordt verstrekt.
Digitale kluis op het web
De commissie Snellen ziet op de langere termijn (over 8 – 10 jaar) de LRD verdwijnen wanneer de GBA is gemigreerd naar een op webtechnologie gebaseerde infrastructuur en iedere burger beschikt over een digitale kluis. Iedereen kan dan zelf bepalen welke gegevens daarin worden opgenomen en wie daarvan gebruik mag maken. Hoe praktisch het idee ook is, in feite is het niets anders dan een andere manier van registreren van GBA-gegevens, aangevuld met andere voor afnemers mogelijk relevante gegevens. Nog steeds zullen afnemers van de GBA moeten weten waar (bij welke gemeente) ze de gegevens moeten opvragen. Het gebruik van webtechnologie zal daar niets aan veranderen.
Ook dan zal de behoefte aan een centrale en intelligente bevraging van de GBA niet anders zijn dan nu het geval is. Ook dan zal een LRD evenveel nut hebben als nu het geval is. En ook dan zullen afnemers behoefte hebben aan een intelligente manier van zoeken, zodat de trefkans wordt vergroot.
Toekomst
De toekomst van de GBA begint vandaag. Door de gesignaleerde knelpunten nu op te lossen, kan de GBA nog beter voorzien in de behoeften van haar afnemers. Dat is een gezonde basis voor het verder uitbouwen van haar positie als dé leverancier van persoonsgegevens.
Denken dat de huidige knelpunten in de toekomst niet meer zullen optreden als geen LRD wordt gebruikt is een utopie. Een LRD gebaseerd op een goede technische infrastructuur en het gebruik van intelligente identificatiesoftware voor het zoeken en vergelijken zijn vereisten om de toegankelijkheid te vergroten en het aantal no-hits te beperken.
Ron Mulderij Docent Bestuurscademie Consultant Human Inference
Figuur 1:
Verschillen tussen exacte vergelijking en fouttolerant identificeren.
Mate van overeenkomst bij | ||||
GBA-gegevens | Afnemer-gegevens | exacte vergelijking | fouttolerante vergelijking | |
Voorletters | J.A.N. | H | 0 | 0 |
Voorvoegsels | van der | v d | 0 | 70 |
Naam | Meijden | Meyden | 0 | 75 |
Geb.datum | 12-04-1954 | 12-04-1945 | 0 | 45 |
Geslacht | M | M | 100 | 100 |
Straat | Binnenweg | Binnenweg | 100 | 100 |
Huisnummer | 21 | 21 | 100 | 100 |
Postcode | 6955 AX | 6955 AZ | 0 | 50 |
Plaats | Ellecom | Ellecom | 100 | 100 |
Resultaat: | niet gevonden | wel gevonden |
Figuur 2:
Relevante persoonsgegevens voor de centrale verwijsindex.
A-nummer
Geslachtsnaam
Voornamen
Geboortedatum
Geboorteplaats
Geboorteland
Geslacht
Naam huidige partner
Huidige adres
Vorige adres
Huidige gemeente van inschrijving
Vestigingsregister
Reeds vanaf het eerste moment is het vestigingsregister een centrale afspiegeling van een deel van de GBA-gegevens die bij de gemeenten geregistreerd zijn. Het bevat gegevens van personen die zich vanuit het buitenland in Nederland hebben gevestigd. Het vestigingsregister beschikt, volgens eigen zeggen, ook over mogelijkheden voor ‘intelligent zoeken’. In werkelijkheid is daar echter niets intelligents aan.
Wanneer het zoeken volgens de standaard methode geen resultaat oplevert wordt overgegaan tot het ‘intelligent zoeken’. Daarbij worden dan steeds meer kenmerken weggelaten om de kans op het vinden van een persoon te vergroten.
Werkelijk intelligent zoeken laat echter geen gegevens weg maar gebruikt zoveel mogelijk kenmerken om te identificeren. De kunst bestaat niet uit het weglaten maar uit het interpreteren van afwijkingen en het nuanceren van ontbrekende gegevens.