Een goed overzicht van alle uitgaven op ict-gebied heeft coördinerend wethouder Saskia Bruines van het in deelraden gesplitste Amsterdam helaas niet. Maar met het project De Glazen Stad streeft ze ernaar om de toegang van burgers en bedrijven tot gemeentelijke informatie te vergroten. En ‘digitale trapveldjes’ moeten it-drempels bij achterstandsgroepen wegnemen.Interview met een vrouw die ‘een boeiende maar moeilijke taak heeft’.
‘Een overzicht van alle uitgaven op ict-gebied? Ik zou daarin graag wat meer inzicht willen hebben, maar een concreet overzicht heb ik niet. De uitgaven voor ict zijn verspreid over de begrotingen van de centrale stad, de dertien stadsdeelraden en de eenenveertig bedrijven en diensten van de gemeente. Maar zelfs daar wordt ict vrijwel nooit als aparte post opgevoerd. Ik kan dus ook geen bedragen of percentages geven. Als centrale coördinerende wethouder beschik ik alleen over een Bureau Informatiemanagement Amsterdam (BIA) en een budget van tien miljoen, dat bestemd is voor innovatie en aanjaagprojecten."
Aan het woord is Saskia Bruines. Sinds april 1999 is zij wethouder te Amsterdam voor cultuur, telecommunicatie en lokale media.
Coördinatie
In het bedrijfsleven wordt het beleid meestal uitgevoerd door de toekenning van budgetten. Hoe kun je activiteiten coördineren als je niet weet hoeveel geld er omgaat?
Bruines: "De gemeente Amsterdam is geen bedrijf, maar bestaat uit dertien deelraden, de centrale stad (straks de veertiende deelraad) en een veertigtal bedrijven en diensten – die allemaal vrijwel zelfstandig opereren. Vooral de deelraden zijn zeer zelfstandig, met een eigen stadsdeelraad en een eigen budget; zij worden gefinancierd vanuit het gemeentefonds. Er zijn ook andere geldbronnen, zoals inkomsten uit heffingen en parkeergelden, die via een bepaalde sleutel verdeeld worden. Dit stelsel werkt niet belemmerend, maar we merken wel dat meer afstemming en standaardisatie wenselijk is."
De gemeente moet toch wel enkele zaken centraal regelen, bijvoorbeeld het bevolkingsregister?
"Het centrale systeem, de back-office, is een van de diensten die onder de burgemeester vallen. Maar alle front-offices zijn de verantwoordelijkheid van de stadsdeelraden, die daarvoor in hun stadskantoor een organisatie hebben. Voor alle zaken betreffende het bevolkingsregister kun je dus naar het makkelijk bereikbare stadskantoor. Je hoeft dus niet meer naar het centrale stadhuis, zoals vroeger."
Dat is natuurlijk een groot voordeel, maar het lijkt organisatorisch een moeizame constructie. Wie is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor beveiliging en de verzekering van de privacy van de burgers van Amsterdam?
Bruines: "Dat vereist de nodige coördinatie en afspraken. We hebben een handboek voor de beveiliging en maken met elkaar duidelijke afspraken en sluiten convenanten. Maar in principe zijn de stadsdeelraden vrij om daaraan mee te doen of niet. Ze hebben natuurlijk wel de verplichting te voldoen aan de wettelijke eisen, en dan is het eenvoudiger om dingen samen te doen." Maar dat geldt niet voor alles, voegt zij eraan toe. Om de interne communicatie tussen stadhuis, deelraden en diensten te verbeteren, wordt een intranet aangelegd. Stadsdeelraden kunnen echter besluiten daarvan geen gebruik te maken.
Hoe verloopt nu de inkoop van goederen en diensten? Er was vroeger een rijksinkoopbureau (RIB). Inkoop op grote schaal kan flinke financiële voordelen bieden. Hebben jullie zoiets dergelijks?
"Er is wel een gemeentelijk inkoopbureau geweest, maar nu doet iedereen zelfstandig zijn eigen inkopen. Niet alleen potloden en gummetjes, maar ook alle telecommunicatie. Dit is naar mijn mening een duidelijk geval waarin recentraliseren nodig is omdat samen inkopen veel besparingen oplevert."
Het coördineren en recentraliseren is niet altijd een eenvoudige zaak, want je moet het onderling eens worden, en dat kost soms veel overredingskracht. Bruines: "We hebben veel overlegcircuits tussen mensen met dezelfde portefeuille. We proberen heldere afspraken te maken en goede besluiten te nemen. En zonodig bellen we elkaar tussentijds."
Op de dag van het gesprek stond meldde de krant problemen met het systeem voor sociale zekerheid in Amsterdam, maar dat bleek niet zozeer het systeem als wel de uitvoering te betreffen. Het is natuurlijk niet eenvoudig om bij de persoonlijke beoordeling van gevallen in alle stadsdelen dezelfde criteria te handhaven.
Hoe wordt u beoordeeld op de uitvoering van uw taken?
Bruines: "Ik word afgerekend op het nakomen van de afspraken en besluiten in het huidige programma-akkoord, dat een periode van vier jaar bestrijkt. Daarnaast moeten we natuurlijk met zijn allen de wettelijke taken goed uitvoeren, bijvoorbeeld op het gebied van registratie (bevolking en vastgoed), beveiliging en privacy. De invoering van de euro? Dat is een zaak van de afdeling Financiën, die een speciaal projectbureau heeft opgericht om de invoering daarvan te coördineren."
Transparantie
De gemeente Amsterdam hecht grote waarde aan transparantie voor de burger. ict kan daarbij een belangrijke rol vervullen. Bruines: "Destijds (1994) ging het project Digitale Stad met een gemeentelijke subsidie van start, nu is het een isp. Momenteel zijn we bezig met het project De Glazen Stad om de toegang van burgers en bedrijven tot gemeentelijke informatie te vergroten. Het gaat dan om bijvoorbeeld besluiten van de gemeenteraad, informatie over inspraak, enzovoort."
"Of burgers niet liever gemakkelijker hun rijbewijs via het Net verlengen of andere gemeentelijke zaken interactief afhandelen? Dat kan nu al op de makkelijk bereikbare stadskantoren, en dat zal via De Glazen Stad verder verbeteren."
Bruines ziet in de toepassingen van ict goede mogelijkheden om bestuurlijke informatie van de hele gemeente voor iedereen op internet beschikbaar te stellen. Beleid maken, dat betekent vooral: beleidsvoorstellen schrijven, bespreken en herschrijven. Elke dag zijn in de gemeente Amsterdam honderden bestuurlijke stukken in omloop op hun weg door de verschillende instanties. Zodra een conceptbeleidsnota bestuurlijk is goedgekeurd, is de nota openbaar. De vergaderstukken van de gemeentelijke organen, zoals (deel)raad en raadscommissies, zijn dus allemaal openbare documenten. Maar ze zijn op het Amsterdamse Web nog maar beperkt beschikbaar. Veel te beperkt vindt Bruines. Daarom is het project ‘Bestuursinformatie Online’ opgezet. Op vrijdag 1 juni is het startsein gegeven voor dit initiatief. Idealiter moeten geïnteresseerden over een jaar op één plek op internet de informatie uit alle stadsdelen en de centrale stad kunnen vinden. Dit wordt mogelijk door gezamenlijk een generieke bestuursinformatieapplicatie aan te schaffen. Deze zorgt voor een eenduidige ontsluiting op intranet en internet. Daarbij zijn verschillende vormen van invoer mogelijk, wat de deelname voor de verschillende organisaties mogelijk maakt.
Mevrouw Bruines vertelt bezig te zijn met de implementatie van de e-visie, verwoord door de commissie Cerfontaine. "Men zit nu nog in de inventariserende fase: Waarover gaat het echt? Wat is onze rol in de informatiemaatschappij? Wat is ons ambitieniveau? Hoe krijgen we het denkproces hiervoor in de gemeentelijke organisatie op gang? De antwoorden daarop moeten uiteindelijk leiden tot een werkplan. De overheid moet vraaggericht werken, transparant zijn en natuurlijk betrouwbaar zijn."
Maar hoe bereik je alle burgers? Dat kan niet via internet of elektronisch!
Bruines: "Neen, natuurlijk niet, maar daar moeten we wel zoveel mogelijk naar toe! Mijn bureau heeft onder meer Amsterdam Mail bedacht, waarop iedereen een abonnement kan nemen. Door het opgeven van een belangstellingsprofiel krijgen de abonnees dan elke week via internet nieuws op maat over besluiten van de gemeenteraad, opbrekingen en andere veranderingen in het verkeer, inspraakavonden, enzovoort. Als je meer wilt weten over een bepaald onderwerp, kom je via doorklikken op de betreffende website. Dit is een onderdeel van het project Glazen Stad, maar daarmee kun je niet iedereen bereiken. Via de digitale trapveldjes proberen we jongeren te betrekken."
Vaardige Amsterdammers
Eén van de belangrijkste doelstellingen van de lokale Amsterdamse overheid in de snelle wereld van de ict is te voorkomen dat Amsterdammers de aansluiting met de informatiesamenleving missen. Of zoals wethouder Bruines het verwoordt: eind 2003 moet driekwart van de Amsterdammers in staat zijn om zelf internet op te kunnen. Let wel ‘moet in staat zijn’. Niets moet, maar de overheid moet wel de mogelijkheden scheppen.
Dit gebeurt in Amsterdam door het tot stand brengen van een divers aanbod, naar soort en locatie, van laagdrempelige voorzieningen waar kennis gemaakt kan worden met ict en internet. De zogenaamde digitale trapveldjes – een term van minister van Boxtel. Met laagdrempelig moet worden gedacht aan clubhuizen, scholen, buurthuizen en bibliotheken, waar Amsterdammers heen gaan die in het dagelijks leven niet of nauwelijks in aanraking komen met ict en internet. Daar kunnen zij leren omgaan met de toepassingsmogelijkheden van informatietechnologie. Uit onderzoek is gebleken dat de groep achterblijvers met name groot is onder senioren, mensen met een laag inkomen en allochtonen. Om ook hen de kans te bieden met computers te leren werken, zijn er de digitale trapveldjes. Vraag en aanbod speelt hierbij een belangrijke rol. Er is veel aanbod, zowel van locaties, faciliteiten als bestaande cursussen, maar hoe weten de verschillende partijen elkaar te vinden?
Hiertoe heeft de gemeente Amsterdam een servicepunt opgezet dat juist vraag en aanbod bij elkaar moet brengen. Zo is er een vruchtbare samenwerking ontstaan met de Openbare Bibliotheek in Amsterdam en de gemeente. De bibliotheek beschikt immers over maar liefst twintig vestigingen verspreid over de hele stad, voorzien van goede computerfaciliteiten. Uitstekend te gebruiken voor volledige cursussen of eendaagse praktijklessen. De bibliotheek trekt hierdoor bovendien weer nieuwe klanten, die daar anders wellicht nooit terecht waren gekomen. Voor alle aanbieders geldt dat ze gebaat zijn bij een zo efficiënt mogelijk gebruik van hun faciliteiten. Twee vliegen in één klap dus. De aanbieders trekken nieuwe bezoekers of klanten, de afnemers kunnen dicht in de buurt leren omgaan met computers. Voor de periode 2001-2002 is hiervoor een budget beschikbaar van 1,2 miljoen.
Destijds had Amsterdam een eigen kabeltelevisienet, A2000, maar dat werd verkocht. Was dat niet een ideaal communicatiekanaal om iedereen te bereiken? Vrijwel iedereen heeft immers kabeltelevisie.
Bruines: "Dat is een lange discussie geweest, maar de investeringen waren veel te groot. We hebben bij de verkoop wel bedongen dat de gemeente tien procent van de bandbreedte kon gebruiken voor radio, televisie, enzovoort."
Loopt het gemeentelijke intranet via het kabelnet of is dat losgekoppeld?
Bruines: "Een zevental gemeentelijke organisaties werkt op eigen locatie al aan een intranet. Deze zijn vervolgens via het gemeentelijke netwerk verbonden en dat noemen we dan het stedelijk intranet. Steeds meer organisaties maken inmiddels de slag om zich daarbij aan te sluiten. Of burgers en particuliere bedrijven daarop aangesloten kunnen worden? Dat staat nog niet in de planning, dat zou een enorme uitbreiding betekenen. Mogelijk te zijner tijd."
Toekomst
Hoe doet Amsterdam het als kennisstad?
Bruines: "Ik vind dat we de goede weg zijn ingeslagen. Er is veel bandbreedte beschikbaar en er is veel bedrijvigheid op ict-gebied. Het hele klimaat vormt een goede voedingsbodem voor de uitgroei van ict. Als gemeentebestuur willen we daarop goed inspelen. We leggen een speciale koker voor glasvezel en andere diensten in de nieuwe riolen, zodat de straten niet steeds opgebroken hoeven te worden. We doen erg veel, maar het gaat allemaal niet zo snel als je zou willen. Een stad maak je met elkaar, en dat is echt een grote uitdaging."
"We hebben stadsdeel Zeeburg aangemeld als kenniswijk bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat, maar we zitten helaas op de reservebank." Met dit project beoogt het ministerie een grootschalige proeftuin voor ict- en nieuwe media op basis van breedband. In de competitie van het ministerie is Eindhoven net voor Amsterdam geëindigd. Dit betekent niet dat Amsterdam de ambitieuze plannen laat varen. Het project, nu Cyburg gedoopt, beoogt een ‘real life’ laboratorium te worden voor nieuwe vormen van dienstverlening, zowel vanuit de markt als vanuit de gemeente. Maar ook voor initiatieven van burgers is volop ruimte.
Als u één onderwerp uit de lange lijst van wensen zou kunnen realiseren, wat zou dat zijn?
Bruines: "Er is nog zoveel te doen, het is moeilijk daaruit een enkel punt te lichten. Maar om iets urgents te noemen, het is me tot nu toe nog niet gelukt om de stukken van de raadscommissies en de beleidsvoorstellen tijdens hun voorbereiding op de website te krijgen. Mijn ideaal is dat de burgers dan met een klik op een link zich automatisch kunnen aanmelden voor inspraak of berichtgeving over de voortgang daarvan."
Kortom: transparantie voor de burger. In combinatie met de in deelraden gesplitste raad en de zelfstandige diensten, eist dat wel zijn tol. Er wordt wat overlegd en vergaderd in Amsterdam!
Het is vrijdagmiddag vier uur. Saskia Bruines heeft een drukke week gehad en het volgende bezoek staat buiten klaar. Een boeiende, maar moeilijke taak heeft ze, naar eigen zeggen. Een stad is geen bedrijf, een stad maak je met elkaar. Het vereist veel overleg en coördinatie om dat goed te doen.
Hein Van Steenis Freelance Medewerker
Op weg naar de Glazen Stad
Doel van het project ‘Op weg naar de Glazen Stad’ is om de besluitvorming en bedrijfsvoering van de gemeente transparanter en beter bereikbaar te maken voor de burger. Er is een projectbureau dat de invoering adviseert en ondersteunt. De daadwerkelijke invoering geschiedt centraal of decentraal via een dienstenleverancier.
Enkele voorbeelden van projecten zijn:
Amsterdam Mail – Informatie van de stadsdelen komt op internet en wordt gekoppeld aan de informatievragen van burgers. De verspreiding wordt gepersonaliseerd aan de hand van een opgegeven belangstellingsprofiel en wordt automatisch verstuurd via e-mail (nieuwsbrieven).
Gratis website – Stadsdeelraden en gemeentediensten kunnen op korte termijn gratis een kant-en-klare website krijgen, inclusief de gereedschappen nodig om de informatie up-to-date te houden.
Stedelijk intranet – Een (nu nog) bescheiden informatie- en communicatieplatform met verbinding naar internet, voor communicatie tussen gemeentelijke functionarissen, compleet met vacaturebulletins, actualiteiten en een gids van medewerkers. In ontwikkeling is een virtuele projectomgeving.
Bereikbaarheid – Een website over alle wegopbrekingen, werkzaamheden en omleidingen, met routes voor auto’s, fietsen en openbaar vervoer.
Digitaal Archief – Het Gemeentearchief, dat waakt over het cultureel erfgoed van Amsterdam, gaat digitaal (Edda: effectieve, digitale duurzaamheid Amsterdam).
Woninginformatie – De site van de Stedelijke Woningdienst bevat niet alleen informatie over het zoeken naar een nieuwe woning, maar kan ook worden gebruikt voor het aanvragen van huursubsidie.
Panorama Zeeburg – Visuele en tekstuele informatie over het stadsdeel Zeeburg, zodat mensen zich een beeld kunnen vormen over de wijk.
Internetloket Burgerzaken – Bewoners van het stadsdeel Zeeburg kunnen via internet een paspoort of rijbewijs aanvragen; na legitimatie kan men dat de volgende dag afhalen. Op de site kan men meedenken over straatnamen.
Voor verdere informatie, zie: http://www.glazenstad.amsterdam.nl.
Digitale trapveldjes
Amsterdam is een van de dertig steden waar volgens het plan van minister Van Boxtel digitale trapveldjes gerealiseerd zijn of worden. In het stadsdeel Zeeburg zal binnenkort een trapveldje zijn deuren openen.
In het stadsdeel Slotervaart/Overtoomse Veld, vlakbij station Amsterdam-Lelylaan, is het digitale trapveldje al begin dit jaar van start gegaan. Hier kan iedereen (van 12 tot 18 jaar) het Computer Clubhuis binnenlopen om te leren omgaan met computers en internet. Maandag is er een speciale meidendag. De openingstijden zijn van 15.00 uur tot 17.00/20.00 (tel. 020-488.9824).
De minister stelt hiervoor een miljoen gulden ter beschikking aan grote gemeenten, die hetzelfde bedrag moeten aanvullen. Diverse grote bedrijven steunen dit project om de ict-achterstand in aandachtswijken te verminderen, met hardware en software, diensten en toegang tot internet. De trapveldjes worden bestuurd door een stichting.