De forse ontslagronde die online-dienst America Online (AOL) vorige week aankondigde, raakt het restant van het overgenomen Netscape relatief het hardst. Die browserproducent is eind 1998 ingelijfd door AOL, met zijdelingse betrokkenheid van computerfabrikant Sun Microsystems. Daarbij is de serverprogrammatuur van Netscape ondergebracht in een gezamenlijke alliantie met de naam iPlanet.
AOL ontslaat wereldwijd 1700 werknemers. Hiervan vallen ruim vijfhonderd ontslagen bij iPlanet. Dat samenwerkingsverband, oorspronkelijk Sun-Netscape Alliance geheten, bestond sinds juli dit jaar reeds voor tweederde uit Sun-werknemers. Dit zegt Mike Lehman, financieel directeur bij Sun.
De ontslagen kosten AOL in totaal honderd- tot 125 miljoen dollar. Ze komen voort uit de overname van mediaconcern Time Warner eind vorig jaar. Het hieruit voortgekomen AOL Time Warner heeft in totaal negentigduizend werknemers, van wie zestienduizend werkzaam zijn bij de echte online-dienst. Die overname is begin dit jaar afgerond en had toen al een reorganisatie met 2400 ontslagen ten gevolge.
"In de zeven maanden sinds de fusie hebben we nieuwe manieren ontdekt om onze gezamenlijke bronnen te benutten, en die voeren we nu uit", aldus AOL-president Barry Schuller. Hij doelt hiermee op werknemers in overlappende functies en divisies. De topman stelt dan ook dat zijn bedrijf slanker en flexibeler wordt door deze reorganisatie.
Verhouding
Met de nieuwe ontslagronde is de verhouding AOL/Sun-personeel in het gezamenlijke bedrijf verder gedaald naar één op vijf. De geplande levensduur voor iPlanet was, net na de overname, een periode van drie jaar. AOL-woordvoerders bevestigen nu dat de organisatie een overgangsfase ingaat.
Sun-president Scott McNealy uitte in april 1999 de verwachting dat de alliantie tegen 2000 vrucht zou dragen. "We investeren veel en het loopt goed, maar de samenwerking komt pas over twaalf maanden echt op gang."
De hardwareproducent ging de alliantie met AOL aan om de serversoftware van Netscape te leveren met zijn eigen computers. Sun had reeds eigen serversoftware, die inmiddels grotendeels is gecombineerd met de Netscape-tegenhangers.
Eigendom
Sun-directeur Lehman stelt dat het merendeel van het intellectuele eigendom van iPlanet in handen is van zijn bedrijf. De iPlanet-programmatuur omvat serversoftware voor het ontvangen en verzenden van e-mail, het huisvesten van websites, het aanbieden van groepskalenders, het bouwen en draaien van internetportalen, en het verstrekken van toegang tot gedeelde applicaties.
iPlanet werkt al enige tijd aan bedrijfssoftware voor het direct versturen van berichten (instant messaging, ofwel im). Dit draagt de codenaam Project RAC (realtime asynchronous communications) en zou grotendeels gebaseerd zijn op im-software van Softbase Systems.
Im is tot op heden zeer in trek in de consumentenmarkt, waar AOL met een gebruikersaantal van ruim dertig miljoen met voorsprong de grootste is. Softwareleveranciers en analisten zien echter veel nut voor deze toepassing in de bedrijfsmarkt. IBM en Microsoft hebben hun e-mail-producten (respectievelijk Lotus Notes en Exchange) reeds gekoppeld aan eigen im-software (respectievelijk Sametime en MSN Messenger).
Serversoftware
Daarnaast wil iPlanet middleware uitbrengen om verschillende bestaande applicaties aan elkaar te koppelen. Dit vormt een directere aanval op middlewareleveranciers als IBM en Bea Systems, die ook concurreren met applicatie- en webservers.
Tot op heden is die concurrentiestrijd niet bepaald gunstig verlopen voor de alliantie tussen Sun en AOL. Het voormalige Netscape heeft met applicatie- en webservers marktaandelen van respectievelijk 9 en 6 procent.
Bea is met een aandeel van 25 procent de grootste leverancier van applicatieservers, aldus onderzoeksbureau Giga Information Group. In de webservermarkt is de open source-software Apache met 63 procent de grootste, gevolgd door Microsofts IIS met 21 procent van de markt. Dit blijkt uit cijfers van online-meetbureau Netcraft.
Andreessen en Barksdale
Marc Andreessen en Jim Barksdale, oprichters en oud-topmannen van Netscape, zijn samen een nieuw bedrijf begonnen om web-multimedia te bezorgen. De software die het dataverkeer moet verzorgen, is gebaseerd op het gehypte peer-to-peer model. Hierbij is er in principe geen centrale server die al het netwerkverkeer regelt en overbelast kan raken. Het nieuwe bedrijfje heet Kontiki en wil opboksen tegen gevestigde bedrijven als Akamai en Digital Islands, die het dataverkeer van grootschalige internet-uitzendingen distribueren. President Mike Homer, eveneens een Netscape-oudgediende, stelt dat Kontiki’s netwerk ook is aan te wenden voor het beheer van klantenrelaties (crm) en het aanbieden van online-onderwijs.