Het is augustus, tijd om in de zon te zitten, en de beroepsofficieren van de financiële wereld die op wacht staan, pompen geruchten en adviezen de wereld in om de markten enigszins in beweging te houden. De tech-fondsen hebben nauwelijks verrast, negatief noch positief, en dat is het ergste wat een effectenhandelaar kan overkomen. Zonder nieuws geen reden tot kopen of verkopen, en dus ook geen commissie. Daarom verzint Merrill Lynch dat de halfgeleidersector nu ondergewaardeerd is en derhalve koopwaardig.
Voor veel technologie-analisten, en als we eerlijk zijn ook voor veel beleggers in technologiefondsen, is dit de eerste crisis die ze meemaken. Ik heb als groentje de recessie van 1991-1993 nog mogen helpen verslaan, en kan me van toen herinneren dat de wereld zich gemakkelijk liet scheiden in twee groepen: met en zonder historisch perspectief. Ik kan me ook herinneren dat de AEX in een van de hondsjaren die op de recessie volgden geen centimeter van zijn plaats kwam. Wat er de ene dag af ging, en het was niet ongebruikelijk dat het in de buurt van de 0,05 procent was, dat kwam er de volgende dag weer bij. (Alleen bij Fokker was het koersverlies onherroepelijk).
Een bijzonder wijze analist van Credit Lyonnais, of wellicht was hij bijzonder onvoorzichtig, vond het een krankzinnige situatie. Louter de schaarste aan aandelen temidden van een horde babyboomers die hun oudedag moesten zeker stellen en pensioenfondsen die zich steeds verder terugtrokken uit de krimpende obligatiemarkt moest wel leiden tot een ‘bull run’ in effecten. Er viel geen speld tussen te krijgen, maar in die moerassige markt had het toch wel veel weg van ‘wishful thinking’.
Ik heb nog vaak aan zijn woorden moeten denken toen koerswinsten van 30 procent per jaar zo’n beetje de norm werden in de tweede helft van de jaren negentig. Ik hoop dat hij zijn zakken berstensvol met aandelen had gepropt toen hij zijn financiële filosofie met me deelde, maar iets zegt dat hij daarvoor te netjes was. Of misschien wel te weinig overtuigd van zichzelf.
De huidige koopaanbevelingen van Merrill zijn allesbehalve netjes. Op zijn best zijn ze speculatief te noemen. De zakenbank zegt niet dat het gehoopte herstel inzet, maar suggereert wel dat het ontbreken van winstwaarschuwingen tijdens de publicatie van halfjaarcijfers kan leiden tot een oplevinkje.
Er is geen diep historisch perspectief vereist om te terug te gaan naar april van dit jaar. Toen tekende zich eenzelfde vrolijk ‘blipje’ op de koersgrafiek af. Dat weer snel in elkaar werd gebeukt door een hagel aan slecht tweede-kwartaalnieuws, dat bedrijven in mei, en vooral juni, niet langer konden wegmoffelen onder het mom van ‘slecht zicht’.
Zal dit tweede kwartaal hetzelfde gebeuren? Er tekenen zich opnieuw twee kampen af. Zij die het allemaal al eens hebben meegemaakt, en de technologie-optimisten die zijn opgegroeid in een ‘bull-markt’ en die graag zouden willen zien dat 2000 een jaar van eens-maar-nooit-weer was.
Afhankelijk van naar wie je luistert, duurt het nog drie maanden of drie jaar voordat de beurs zich weer zal herstellen. Mijn punt-observatie van de vorige eeuw is bepaald geen gidsend licht, en trouwens, degenen die de talloze pieken en dalen van de afgelopen honderd jaar hebben bestudeerd doen me erg denken aan de verslagen generaals die zich hadden voorbereid op de vorige oorlog.
Dus misschien is het verstandiger te luisteren naar beleggers zelf. Een fondsbeheerder, overigens een met historisch perspectief, vertelde me kortgeleden te wachten met kopen totdat iedereen zo spuugziek is van de ’techs’ dat niemand er nog enthousiast voor is te krijgen. "Dat was de vorige keer ook het moment dat het weer begon te lopen."
Hij constateert dat deze situatie bij de meeste sub-sectoren nog niet is bereikt. Zolang halfgeleider-aandelen in twee dagen 8 procent stijgen na een speculatief koop-adviesje van een ‘sell-side’ (dus partijdige) bank als Merrill, is de belegger de STM-etjesen de Asml-etjes kennelijk nog niet beu.
De enige sector waar echt geen leven meer in lijkt te zitten, is die van de fabrikanten van telecom-apparatuur en misschien telecom in het algemeen. Het wanstaltige verlies van 50 miljard dollar van JDS Uniphase heeft zijn uitwerking niet gemist. En het afschrijven van miljarden aan voorraden biedt weinig soelaas als je de verhalen gelooft dat 95 procent van de glasvezelkabels in de grond nog niet zijn ‘verlicht’ omdat het internetverkeer eigenlijk veel langzamer groeit dan iedereen beweerde.
Overcapaciteit en overinvestering. Weinig reden tot kopen? Of juist reden tot aanschaf? Misschien wordt het nog wat verwarrender als je bedenkt dat netwerkbenutting van 30 procent al heel lang heel normaal is in telecomland. Als je dat doortrekt moeten de donkere kabels toch spoedig worden ‘aangestoken’?
Er is trouwens onenigheid over de overcapaciteit. Tussen de grote steden in de VS, onder de Atlantische Oceaan en tussen Frankfurt, Parijs, Londen en Amsterdam ligt genoeg glas voor een kristalpaleis. Maar daarbuiten is data-capaciteit geen bulk-goed en valt best nog wat te verdienen – vooral voor de oude telecombedrijven die al kabels hebben liggen.
Gooi nog een geruchtje de markt in dat Siemens aast op Marconi, zoals twee weken geleden gebeurde, en je bent mooi de zomer door.
Lucas van Grinsven, werkt als Europees technologiecorrespondent bij een wereldwijd opererend persbureau in Londen. Spreekt dagelijks met Europese technologieondernemers en financiers.