Donkere wolken pakken zich samen boven internetdatacenters. Deze centra, waar bedrijven terecht kunnen voor het uitbesteden van hun website of een groter gedeelte van hun netwerk met bijbehorende software, blijven angstvallig leeg staan. Volgens een recent onderzoek van Frost en Sullivan is hooguit 30 procent van de Europese capaciteit in gebruik. Een consolidatieslag is ophanden.
In twee jaar tijd zijn er alleen al in de Amsterdamse regio tientallen internetdatacenters uit de grond gestampt met een geschatte capaciteit van honderd duizend vierkante meter. De veelal Amerikaanse concerns anticipeerden op de exploderende vraag naar dergelijke computerruimtes. Maar de malaise in de technologiesector, die in de VS begon, heeft ook deze bedrijfstak bereikt. De dotcom-klanten zijn opgedoekt, telecombedrijven zitten op zwart zaad en meer traditionele bedrijven huiveren nog om hun bedrijfskritische softwaresystemen in dergelijke datacenters onder te brengen.
De groei is dan ook dramatisch lager uitgevallen dan verwacht. Dit stelt het onderzoeksbureau Frost en Sullivan in een recent onderzoek naar de markt van internetdatacenters. Vorig jaar werd in deze sector in Europa 275 miljoen dollar omgezet. Dit jaar komt die omzet in Europa net boven de 317 miljoen dollar uit. Pas over twee tot drie jaar zal de groei flink aantrekken. Voor 2007 voorziet Frost en Sullivan een omzet van 2,6 miljard dollar in zijn glazen bol. Het is de vraag of de aanbieders met hun gigantische schuldenlast deze termijn kunnen overbruggen.
Magere jaren
De broekriem moet dan ook aangetrokken tot 2003. Concerns hebben miljoenen dollars geïnvesteerd om hun netwerk van internetdatacenters en in talrijke gevallen ook de bijbehorende verbindingen op het Europese continent te realiseren. Het lange-termijnperspectief moet ingeruild worden voor korte-termijn inkomsten.
Floris van den Broek, managing director van Level 3 in Amsterdam, beaamt dat de omzetgroei lager is dan verwacht: tussen de 7 tot 10 procent per jaar. Eind vorig jaar zat het internetdatacenter van Level 3 met een omvang van 2500 vierkante meter vol. Dit jaar is de capaciteit in de Amsterdamse vestiging uitgebreid tot zesduizend vierkante meter, waarvan nu 3500 vierkante meter in gebruik is, zo’n 60 procent. Ook andere vestigingen van Level 3 in Europa hebben een zelfde bezettingsgraad.
Van den Broek noemt het bezettingspercentage van 30 procent, dat Frost en Sullivan hanteren, realistisch. Vooral bedrijven die laat zijn neergestreken kampen met onderbezetting. Een aantal recente nieuwkomers heeft Amsterdam al weer gelaten voor wat het is. Van den Broek noemt Eqinix, IP Powerhouse en Teleplace als voorbeelden daarvan. Ook Kees Bouwstra, productmanager colocation bij carrier Global Crossing, ziet uitbaters van internetdatacenters hun Europese expansieplannen bijstellen. Digiplex opent geen internetdatacenter in Stockholm en IX Europe blijft uit Madrid weg.
Ron Happel, directeur Nederland bij Psinet, voorziet dat zijn bedrijf de regionale spreiding met name in Zuid-Europa gaat bijstellen. Naast kostencontrole is het één van de maatregelen om zo snel uit de rode cijfers te komen. Het internetdatacenter van Psinet, dat nu voor 20 procent gevuld is, wordt om de kosten te drukken in een langzaam tempo uitgebouwd tot zijn volle capaciteit van vijfduizend vierkante meter. Ook het van oorsprong Nederlandse en nu door heel Europa actieve Interxion geeft toe dat dat de omzetgroei lager is dan verwacht. Het bedrijf ontkent geruchten dat er een reorganisatie op handen zou zijn.