De gezamenlijke onderneming Fujitsu Siemens Computers maakt zijn beloften niet waar. Bij het tot stand komen van het bedrijf, in oktober 1999, ging het management uit van een jaarlijkse groei van 25 procent. Van dat streven is niets terechtgekomen. De omzet daalde van 6,3 miljard euro in 1999 naar zes miljard twee jaar later. Het aantal werknemers nam af van 9600 naar zevenduizend.
Op papier leek het samenvoegen van de computerdivisies een gouden formule. Fujitsu is sterk in computers voor de consumentenmarkt, terwijl Siemens vooral systemen levert aan bedrijven. Voeg deze twee samen, schrap overlappende productlijnen en je hebt een groot computerbedrijf met een flinke klantenkring. Dat schrappen is echter niet gebeurd. Alle productlijnen, van pc’s tot servers en mainframes worden nog steeds geleverd. Het resultaat is een bedrijf met minder omzet dan de partners separaat voor het sluiten van de joint venture boekten.
Eind 1999 heeft de computerdivisie van Fujitsu een omzet van vier miljard gulden en telt deze 1600 werknemers. De Siemens Groep draait negen miljard gulden omzet en biedt werk aan achtduizend mensen. Op dat moment hebben Fujitsu en Siemens elk 5 tot 6 procent van de pc-markt in handen. Bij het vormen van de joint venture mikt topman Hoffman op een jaarlijkse groei van 25 procent van de gecombineerde omzet van 6,3 miljard euro. Twee jaar later daalt de omzet echter naar 6 miljard euro, terwijl het aantal medewerkers afnam van 9600 naar 7000.
Worstelen
Het is niet duidelijk waar de slechte resultaten aan te wijten zijn. Hoewel beide bedrijven al lang samenwerken, geeft Hoffman een jaar na de fusie toe dat er nog altijd culturele problemen binnen de organisatie zijn. "Waar het gaat om producten, heeft het er alles van dat in ieder segment één van de bloedgroepen de overhand heeft. Mainframes komen vooral van Siemens, servers van Fujitsu." Vlak na deze uitspraak worden hij en medetopman Hoog ontslagen wegens tegenvallende resultaten.
Een woordvoerder van Fujitsu Siemens Computers, waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Maarssen, geeft toe dat het bedrijf worstelt met een verkeerd imago. "Een paar maanden geleden hebben we pc’s van Fujitsu verkocht in een aantal winkels van Albert Heijn. Daardoor denken veel mensen nu dat Fujitsu alleen maar pc’s verkoopt aan consumenten."
Om het imago te verbeteren start het bedrijf deze herfst een grote reclamecampagne. De campagne moet vooral duidelijk maken dat de joint venture, waarin Fujitsu en Siemens elk de helft bezitten, een grote reeks Intel- en Unix-servers in zijn productenpakket heeft. Om het aanbod overzichtelijker te maken vallen alle serverlijnen sinds mei 2000 onder de nieuwe naam Primepower. Veel wordt verwacht van de SX45, een pda (personal digital assistant) die te vergelijken is met de Ipaq van Compaq. Deze komt in oktober op de markt.
Milieuvriendelijk
De joint venture, die niet aan de beurs is genoteerd, doet geen uitspraken over de financiële resultaten. Diverse woordvoerders geven wel toe dat vooral de verkoop van desktop-computers aan het bedrijfsleven gebeurt onder extreem lage marges. Peter Hoser, verantwoordelijk voor de oem-verkoop (‘original equipment manufacturer’), legt uit waarom de marges op de desktopsystemen zo laag zijn. "Het zou natuurlijk goedkoper zijn om de montage en de productie van de moederborden uit te besteden aan fabrieken in lage lonen landen. Maar onze klanten willen vaak extra features en het is handiger om die in onze eigen fabriek in te bouwen. Bovendien is het beleid erop gericht het milieu te ontzien."
Tijdens een rondleiding in de fabriek in Augsburg toont Hoser de montagestraat waar de onderdelen op de moederborden worden gesoldeerd. "In de lage lonen landen gebruiken ze hiervoor montagetechnieken die leiden tot flinke milieuverontreiniging. Wij solderen met nitrogeen. Die techniek is veel moeilijker maar belast het milieu niet." Volgens Hoser is de pc-fabriek in Augsburg de modernste van Europa.
Groot zijn de montagehallen in ieder geval wel. Er zwerken 2300 mensen op een terrein van 180.000 vierkante meter. De dagelijkse productiecapaciteit is 10.000 professionele pc’s, tienduizend moederborden, 2500 notebooks, twaalfduizend toetsenborden en zevenhonderd Intel servers. Hoser geeft toe dat de productiecapaciteit lang niet altijd wordt benut. "Vandaag produceren we achtduizend pc’s, maar de afgelopen maanden lag de productie vaak veel lager. Meestal is de helft van de productie voor het eigen bedrijf en de andere helft voor oem-klanten."
Strategie
Om het tij te keren ontvouwde het bedrijf begin dit jaar zijn nieuwe strategie. Die komt neer op het integreren van bedrijfskritische applicaties met mobiele apparaten. Klaus Brosche, hoofd van de onderzoekafdeling, licht toe: "We beschikken over hardware, van personal computers tot mainframes. Ook hebben we ervaring in het bouwen en beheren van it-infrastructuren. Die twee sterke punten vormen de basis voor het aanbieden van oplossingen op het gebied van mobiliteit en e-handel."
Mobiele toepassingen zijn nodig omdat de arbeidsmoraal is veranderd, zo stelt hij. "Vroeger werkte men van negen tot vijf. Die tijd is niet meer, want werk en privé schuiven meer en meer ineen. Werknemers willen ook thuis en onderweg werken. Dit betekent dat ze altijd en overal toegang moeten hebben tot gegevens die nodig zijn om het werk te kunnen doen."
Mainframes
Sinds begin jaren zeventig brengt Siemens onder het besturingssysteem BS2000 draaiende mainframes op de markt. Vooral in Duitsland is deze combinatie veel verkocht. Onder andere de Duitse Belastingdienst en enkele grote pensioenfondsen werken ermee. Daarnaast werd deze oplossing de afgelopen jaren diverse keren verkocht aan de nieuwe e-handelbedrijven. Thomas Barth, leider van de mainframeafdeling, wil niet zeggen hoeveel machines hij jaarlijks verkoopt. Hij wil alleen kwijt dat het bedrijf jaarlijks ongeveer een miljard euro uit dit marktsegment haalt. Deze inkomsten komen vooral uit het verkopen van opwaarderingen van reeds verkochte systemen en uit service en onderhoud van geïnstalleerde systemen.