De consultatie van de Europese Commissie over het toestaan van patenten op software maakt de afstand tussen voor- en tegenstanders niet kleiner. Dit blijkt uit een rapport van het Britse advisiesbureau Pbt, dat vorige week openbaar werd. "Afweging van de reacties blijft een politieke zaak," stellen de adviseurs. De Commissie overweegt in de herfst verdere stappen.
Het rapport voegt volgens Rik Hindriks, Tweede Kamerlid voor de Pvda, weinig toe aan de discussie. "Onze zet om de branche-organisaties te vragen met richtlijnen te komen, heeft voor- en tegenstanders dichter bij elkaar gebracht." (Zie kader.)
Europees Commissaris Frits Bolkestein besloot in september vorig jaar opnieuw te peilen hoe in Europa gedacht wordt over patenten op computerprogramma’s. De Commissie wil zo het bestaande voorstel voor dergelijke octrooien, uit 1997, moderniseren.
Het voorstel en de praktijk van het Europees patentbureau, dat door het ruim interpreteren van de regels softwarepatenten toestaat, worden fel bekritiseerd door met name producenten van ‘open source software’, waaronder Linux distributeur Suse en databaseontwikkelaar Mysql. De nieuwe consultatie maakt aan de controverse nog steeds geen eind. Patentspecialist bij Fenit, Peter van Schelven: "De meningen lopen zoals altijd weer flink uit elkaar."
Alliantie
De Commissie ontving 1447 reacties. Het leeuwendeel is ingestuurd via Eurolinux, een alliantie van zo’n tweehonderd open source software uitgevers en Europese non-profit organisaties. Hun via internet georganiseerde petitie leverde 1200 reacties op.
Dit verklaart dat van de respondenten zich 91 procent keert tegen softwarepatenten. Volgens Pbt is echter 54 procent van de overige inzenders voorstander van softwarepatenten. "Kijkend naar de economische spierkracht, kan betoogd worden dat er een economische meerderheid voor softwarepatenten is. Aan de andere kant claimen de tegenstanders dat de kleinschaligheid van de meeste ontwikkelaars een reden is om hen te steunen." De afweging van de twee standpunten is aan de politiek, zo stelt Pbt.
Hartmut Pilch, woordvoerder van Eurolinux, is niet erg te spreken over de consultatie noch het rapport daarover van Pbt. "Een diepgaande discussie is het niet geworden. De consultatie herhaalde de standpunten van het Europees patentbureau, een voorstander van softwarepatenten. De vragen waren alleen te beantwoorden door een gespecialiseerde jurist. En het zogenaamd onafhankelijk onderzoek dat de consultatie vergezelde, was opgesteld door een bekend voorstander van patenten."
Ook Luuk van Dijk, woordvoerder voor de Vereniging Open Source Nederland (Vosn), is ontevreden over het rapport. "Ik ben er misselijk van. De zogenaamd onafhankelijke schrijvers van het rapport doen hun uiterste best om alle tegenstanders af te schilderen als radicalen, en de voorstanders worden geportretteerd als respectabele opiniehouders."
Hij is pessimistisch over de komende stappen van het Directoraat Generaal voor de Interne Markt (Dgim) geleid door Frits Bolkestein. Dat is volgens hem een voorstander van het octrooi op computerprogramma’s. "Ook al ontbeert het ze aan economische argumenten. Ik ken eigenlijk alleen rapporten waaruit blijkt dat het effect van deze patenten negatief is. Dgim maakt grote bedrijven erg gelukkig ten koste van het mkb en enkele essentiële vrijheden."
Van Dijk rekent erop dat staatssecretaris Gerrit Ybema bij de Commissie "voldoende lawaai kan maken over het Nederlandse standpunt." Datzelfde wil Fenits Van Schelven. "Wat ons betreft mag het in Europa niet uit de hand lopen, zoals in de Verenigde Staten en Japan. De patentwetgeving in die landen veroorzaakt mini-monopolies."
Patenten van triviale aard
In Europa zijn er volgens de Britse consultants meer dan 20.000 patenten verleend op software. Volgens de Vereniging Open Source Nederland zijn het er zelfs zo’n 30.000, de meeste van verregaand triviale aard. "Wanneer deze octrooien uitgeoefend worden, kan dat ernstige gevolgen hebben voor Nederlandse bedrijven die software ontwikkelen."
De vereniging werd het eind juli eens met de Fenit over de criteria waaronder computerprogrammatuur geoctrooieerd kan worden. De twee willen voorkomen dat patenten worden verleend op niet-technische en triviale vindingen.
Dat kan volgens hen door: