Op 11 juli 2001 heeft de Europese Commissie invallen gedaan bij alle mobiele operators in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland. De Commissie wil op deze manier bewijs verzamelen dat telecombedrijven de kosten voor internationaal ‘roamen’ kunstmatig hoog houden en als melkkoe gebruiken. Het gaat om bedrijven, zoals British Telecom (Telfort), Vodafone (Libertel) en KPN (E-plus), die rechtstreeks of via deelneming ook in Nederland actief zijn.
De invallen komen niet als verrassing. Reeds twee maal heb ik schriftelijke vragen aan de Commissie gesteld over de hoge ‘roaming’-kosten. Ook in debatten en in gesprekken met Mededingings-commissaris Monti heb ik voortdurend aangedrongen op actie. Bovendien heeft de Commissie in december 2000, mede naar aanleiding van mijn schriftelijke vragen, een werkdocument gepubliceerd over de prijzen van roamen. De conclusies uit dit rapport waren alarmerend, en acties konden dan ook niet uitblijven om bewijsmateriaal te vergaren voor de vermoede illegale prijsafspraken. De belangrijkste conclusie uit dit rapport van de EC is dat er geen sprake is van marktwerking op het gebied van in het buitenland mobiel bellen. Sterker nog: excessieve prijsstelling en geheime prijsafspraken hebben waarschijnlijk betrekking op zowel het niveau van de groothandelstarieven als op toegevoegde marges in de detailverkoop. In een aantal nationale markten hanteren verscheidene mobiele operators vrijwel identieke groothandelstarieven, wat volgens de Commissie een afspiegeling lijkt van gecoördineerde prijsafspraken of stilzwijgende afspraken.
Het eerste doel van de recente invallen in Groot-Brittannië en Duitsland is zoeken naar bewijs voor collectief fixeren van consumenten-(detail)prijzen bij mobiele operators. Het tweede doel is controleren of Duitse operators op illegale wijze de groothandelsprijzen hebben gefixeerd die zij aan andere operators doorberekenen, en of deze prijzen excessief of discriminerend zijn.
De Europese belangenorganisatie van mobiele operators, GSM Europe, heeft inmiddels een vrijwillige gedragscode opgesteld. Daarin staat onder andere dat operators op hun website de consumentenprijzen voor internationaal roamen moeten vermelden. Hoewel ik het signaal verwelkom, vrees ik dat een duidelijk effect van deze gedragscode op de prijzen zal uitblijven. Intussen treffen nog veel te vaak vakantiegangers na thuiskomst een torenhoge telefoonrekening aan omdat zij af en toe hun gsm in het buitenland hebben gebruikt.
Omdat het moeilijk is om prijsafspraken te bewijzen, is er Europese wetgeving in voorbereiding die de prijzen omlaag moeten brengen. Dit ingrijpen is een paardenmiddel om de operators te dwingen hun verantwoordelijkheid te nemen. Zo zijn in eerste lezing twee van mijn amendementen overgenomen die de telefoonaanbieder verplichten om de beller bij ieder mobiel telefoongesprek te informeren via zijn display over de kosten als hij met zijn gsm in het buitenland gebruikt. Daarnaast worden de telefoonmaatschappijen verplicht om de prijzen voor het roamen te baseren op de werkelijke kosten. Ik hoop dat dit paardenmiddel voldoende druk zal uitoefenen op de mobiele operators, zodat zij zelf hun roamingprijzen doorzichtiger en lager zullen maken. Als dat het geval is, kan wat mij betreft in de tweede lezing van de betreffende wetgeving, die in september van start gaat, dit uiterste middel ingetrokken worden. Hopelijk nemen de mobiele operators nu hun verantwoordelijkheid, zodat deze overheidsinterventie niet nodig zal zijn.
Het is duidelijk dat er geen level playing field is ontstaan door de Umts-veilingen. Enkele van de veilingen hadden opbrengstmaximalisatie als doel, met de verdeling van schaarse frequenties als middel. In het bijzonder de Nederlandse Umts-veiling blinkt uit in een slechte opzet, ik ben dan ook nieuwsgierig naar de uitkomsten van het onderzoek hiernaar. De mobiele operators die nu met de gebakken peren zitten, moeten zich wel realiseren dat ze zelf akkoord zijn gegaan met deze opzet, en nadrukkelijk niet het politieke signaal hebben gegeven dat de condities die de nationale overheden geschept hadden, onacceptabel waren. Ongeacht een niet bijster positieve context, kunnen de operators deze hoge veilingkosten niet zomaar afwentelen op de klant die zijn mobiele telefoon in het buitenland gebruikt. Wel een mogelijkheid voor verlichting van de Umts-lastendruk is het delen van infrastructuur, zoals onlangs in Duitsland op gang is gekomen. Ook onderhandelt de Europese Commissie met de Europese Investeringsbank over goedkopere leningen voor operators die Umts-vergunningen hebben gekocht. Dit laatste moet natuurlijk ingepast worden in het mededingingsbeleid. Waarschijnlijk wordt dit nauw verbonden met het concept van Aanmerkelijke Markt-Macht, zoals dat in de Kaderrichtlijn wordt voorbereid.
Met een op de toekomst gerichte blik waarin mobiel internet hoge verwachtingen wekt, is het belangrijk voor de Europese kennissamenleving dat er transparantie komt in de prijsstelling van roaming. Bovendien moeten deze prijzen naar beneden, anders zullen onvoldoende mensen mobiel internet gebruiken. Dat kan bereikt worden door de recente invallen, en het onderzoek over verboden prijsafspraken dat daarbij hoort, maar ook via een paardenmiddel dat kostenoriëntatie voorschrijft. Ik hoop dat de mobiele operators snel hun verantwoordelijkheid nemen zodat er een neerwaartse beweging komt in de prijzen voor mobiel bellen in het buitenland.
Wim G. van Velzen, CDA-Europarlementariër, woordvoerder ict en vice-voorzitter EVP-ED fractie – http://www.wimvanvelzen.nl