Microsofts nieuwste concessie is minder verstrekkend dan het lijkt. De softwareleverancier besloot vorige week pc-fabrikanten toestemming te geven zijn webbrowser Internet Explorer (IE) te verwijderen van het Windows-bureaublad en zelfs uit het besturingssysteem. Daarnaast staat het computerleveranciers voortaan vrij programma-iconen toe te voegen aan het bureaublad.
Dit besluit is een tegemoetkoming aan het oordeel van het hoger beroepshof in de antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie, bijgestaan door negentien staten. Het hof bepaalde vorige maand namelijk dat Microsoft niet opgedeeld hoeft te worden, maar dat het wel misbruik heeft gemaakt van zijn dominante marktpositie.
Eén van de zwaarste misstappen in de ogen van het beroepshof was het feit dat Microsoft pc-fabrikanten middels zijn licentievoorwaarden verplichtte webbrowser IE mee te leveren met zijn besturingssysteem, zonder optie die uit te schakelen of te verwijderen. Met ingang van Windows 98 is het concern overgegaan tot het koppelen – integreren, aldus Microsoft – van beide producten.
De marktdominerende softwareleverancier zette zo concurrent Netscape de voet dwars. Computerleveranciers die andere voorkeuren hadden, liepen het risico hun licentie voor het leveren van Windows te verliezen óf er meer voor te betalen. In de loop van de antitrustzaak zijn diverse documenten en e-mails naar buiten gekomen waaruit dit blijkt. Onder meer Compaq, IBM, Micron en Gateway hebben hiermee te maken gehad.
Beloftes
Direct na de uitspraak in het hoger beroep stelde topman Bill Gates dat de omstreden licentiekwesties voor het merendeel allang verleden tijd waren. "Bovendien gaan we onze huidige licenties aan een uitgebreide evaluatie onderwerpen", zegde de mede-oprichter toe. Die belofte heeft nu geleid tot de knieval dat computerleveranciers IE mogen verwijderen van Windows’ startmenu, het bureaublad en zelfs de lijst van geïnstalleerde applicaties.
Deze beslissing heeft betrekking op het nieuwe Windows XP, dat 25 oktober uitkomt, en op voorgangers Windows 2000, Windows Millennium Edition (ME) en Windows 98 (inclusief de Second Edition, SE). De oorspronkelijke aanleiding voor de antitrustaanklacht van Justitie was Windows 95.
Na deïnstallatie van IE blijven er wel browsercomponenten aanwezig op de machine om het besturingssysteem te laten functioneren. Dit vanwege Microsofts integratie van beide producten. Dit komt onder meer naar voren in het feit dat de web-taal Html (hypertext markup language) dient als basis voor Windows’ helpfunctie. Bovendien maken applicaties van derden ook gebruik van deze gestandaardiseerde functionaliteit.
Welke andere?
De weg is nu dus vrij voor computerproducenten om andere webbrowsers mee te leveren met hun machines. Het probleem is echter dat de geruchtmakende browseroorlog voorbij is. Met Microsoft als winnaar.
De toentertijd gevestigde tegenstander Netscape is in financieel verval geraakt en eind 1999 overgenomen door online-dienst America Online (AOL), dat eind vorig jaar mediaconcern Time Warner weer overnam. Netscape werkt nu al ruim twee jaar aan een nieuwe versie (6) van zijn browser. De huidige versie 4.7 van dat product is dus technologisch fors achterhaald.
Verder zijn er nog enkele kleine spelers, zoals het Noorse Opera. Deze browserproducenten zijn echter niet van voldoende formaat of potentie om pc-leveranciers én eindgebruikers en masse voor zich te winnen. Het betreft hier in wezen een vicieuze cirkel; de vraag naar en het meeleveren van alternatieve browsers zijn van elkaar afhankelijk.
Analisten en Microsoft-tegenstanders oordelen dan ook dat de nu gedane concessie weinig om het lijf heeft. Onderzoeksbureau Gartner bestempelt dit als een vredesoffer voor het hoger beroepshof en de lagere rechtbank die de antitrustzaak nu in behandeling krijgt. Gartner is nog wel relatief positief met de opmerking dat dit pc-producenten de mogelijkheid geeft hun computers te onderscheiden van de concurrentie en dat dit consumenten ten goede komt.
"Dit is echter maar één stap voor Microsoft. De rechtszaak is nog lang niet afgesloten. Bovendien is het nog steeds mogelijk dat er nieuwe aanklachten komen over Windows XP en de daarin geïntegreerde functionaliteit", aldus analist Michael Silver van Gartner.
Jurist Tom Miller, hoofdaanklager van Justitie voor de staat Iowa, uit harde woorden: "Ik heb al vaker gezien dat een aangeklaagde iets verkeerd of illegaals heeft gedaan, daardoor zijn doelen heeft bereikt, om vervolgens te beloven het niet meer te doen terwijl dat dan al geen zin meer heeft. Dat lijkt hier ook het geval." Antitrust-professor Bob Lande van de universiteit van Baltimore vat samen: "Dit raakt alleen maar de browserkwestie, en die oorlog is voorbij. Wat heeft deze concessie nog te betekenen nu Netscape op sterven na dood is?"
Water bij de wijn
Het tweede deel van de nu gemaakte knieval heeft wat meer om het lijf. Microsoft geeft computerproducenten de vrijheid eigen programma’s (en iconen) te plaatsen op het Windows-bureaublad. Voorheen was dat niet toegestaan. Bovendien zou het aanstaande Windows XP überhaupt geen iconen op het bureaublad meer tolereren. Uit gebruikersonderzoek van Microsoft bleek namelijk dat een schoon bureaublad de voorkeur geniet.
Het ‘openen’ van het bureaublad geeft ook AOL – wat internet-diensten betreft een grote Microsoft-concurrent – weer de mogelijkheid een positie te verkrijgen op die felbegeerde Windows-lokatie. De in 1996 gesloten overeenkomst voor het met Windows meeleveren van AOL’s software is in juni dit jaar verlopen. De twee bedrijven zijn niet tot overeenstemming gekomen over de voorwaarden voor een nieuw contract voor Windows XP.
AOL kan nu met individuele pc-leveranciers onderhandelen voor het meeleveren van zijn online-programmatuur. Deze methode is wel omslachtiger dan simpelweg meeliften met Windows XP zelf. Microsoft laat de leiband lichtjes vieren, maar in de praktijk blijft het al veroverde terrein veilig gebied voor de softwarereus.
Nieuw-Mexico valt weg
De staat Nieuw-Mexico heeft op eigen houtje een schikking getroffen met Microsoft in de antitrustzaak tegen die softwareleverancier. Nieuw-Mexico is één van de negentien Amerikaanse staten die gezamenlijk een aanklacht indienden en deze uiteindelijk combineerden met de rechtszaak van het ministerie van Justitie.
"Deze kwestie is nu rijp voor een vlotte oplossing", zegt hoofdaanklager Patricia Madrid van Nieuw-Mexico. "Ik denk dat een opsplitsing niet langer gepast is of uiteindelijk opgelegd zal worden door de rechtbank. Het is duidelijk dat Microsoft pogingen daartoe blijft weerstaan, dus is het tijd om deze zaak te schikken." Deze argumentatie heeft nogal wat stof doen opwaaien, maar getuigt volgens juridische experts wel van realisme.
Nieuw-Mexico was niet een van de aanvoerders in de statenaanklacht. Connecticut, New York en Iowa staan te boek als de felste staten in de zaak tegen Microsoft. Verder zijn betrokken: Californië, Florida, Illinois, Kansas, Kentucky, Louisana, Maryland, Massachusetts, Missouri, Minnesota, Noord-Carolina, Ohio, Utah, West-Virginië en Wisconsin. De rechtszaak dient in het district Columbia.
Europa
De Europese Commissie (EC) is niet van zins haar twee antitrustonderzoeken – die nog samengevoegd worden – naar Microsoft op een lager pitje te zetten nu de druk van de ketel lijkt in de Amerikaanse rechtszaak. Onderzoekers van de EC houden de koppelingen tussen de desktop- en serveruitvoeringen van Windows tegen het licht. De verdenking bestaat dat het softwarebedrijf zijn desktopdominantie gebruikt om voet aan de grond te krijgen in de servermarkt. Microsoft ontkent dit met klem.
Analisten zien in de Europese blokkering van de fusie van General Electric en Honeywell – die in de Verenigde Staten reeds is goedgekeurd – een teken dat de EC haar antitrust-spierballen rolt. Dit mede vanwege zorgen over de voorkeur voor de vrije marktwerking van de regering Bush. EC-woordvoerster Amelia Torres ontkent dat dit ook een hardere aanpak van Microsoft inhoudt. "Ik zou die conclusie niet noodzakelijkerwijs trekken."