In zijn veelbesproken artikel over oss verwart de auteur onder meer encapsulatie van kennis met het ontoegankelijk maken ervan, meent Fred Kloepping.
Het artikel van Sito Dekker over ‘open source’-software bevat een aantal stellingen die in mijn ogen te wijten zijn aan een verkeerde interpretatie van de feiten.
Met enige regelmaat hebben Microsoft en ‘open source’-ontwikkelaars het met elkaar aan de stok over de zakelijke grondslag van softwareontwikkeling en -distributie. In die zin bevat het verhaal ‘Eerlijk zullen we alles delen‘ van Craig Mundie, senior vice president van Microsoft, in Computable weinig nieuws. ‘Shared source’, Mundie’s alternatief voor ‘open source’, deelt de broncode met klanten en partners, maar verder gaat Microsoft niet. Niets nieuws onder de zon, maar de getergde reacties uit de ‘open source’ wereld zijn er niet minder om. Een kleine bloemlezing: Eric S. Raymond: "Het is bedrog, oplichterij, zwendel … Microsoft probeert gewoon mensen gratis voor zich te laten werken!"; Alan Cox: "In de visie van Microsoft draait ‘shared source’ nog steeds om het controleren en bezitten van code."; en Linus Torvalds: "Het gaat niet om zoiets kleinzieligs als intellectuele eigendomsrechten.". Lees ook het antwoord van Craig Mundie, GPL devalueert waarde van ideeën, op deze reacties. Al deze artikelen zijn vertaald door Peter Wesselink. Natuurlijk bleven de reacties van lezers niet uit: ‘Free software’ prima te combineren met andere business-modellen; ‘Open source’ en het communistisch gedachtegoed; ‘Kruis OSS met MS’, Kapitalistische jacht op Linux is open, Linux is ‘free’ software, Het nobele doel van ‘open source’, ‘De strijd gaat om geld versus vrijheid’, ‘Opkomst Open Source symptoom van volwassenheid’, ‘De beweging’ en de beroepseer, Bron van verwarring, Een miskend softwarebakker en Kritiek deert ‘open source’-criticaster niet. |
Allereerst zou ‘open source’ de encapsulatie van kennis bedreigen.
Hier verwart Dekker encapsulatie van kennis met het ontoegankelijk maken van die kennis, en hij verwart de rol van de it-professional met die van de eindgebruiker van software. Ten onrechte beweert hij dat ‘open source’-software niet geschikt zou zijn voor hergebruik. Maar het dieptepunt is de bewering dat je als professional niet bent aangenomen om je te verdiepen in de werking van softwarecomponenten.
De tweede stelling luidt dat de ‘open source’ ontwikkelmethodiek een inefficiënte methodiek is met geringe innovatiekrachten.
Hierbij vraag ik me toch af waarom dan zoveel ‘niet innoverende’ ‘open source’ software is omgezet naar besloten platformen. Voorbeelden zijn MTA’s, IP-stacks, browsers, webservers, naamservers, C- en C++ compilers, enzovoort (en inderdaad, ook Perl). Daarnaast zijn er talloze universiteiten die innovatief onderzoek doen en hun resultaten – inclusief ‘open source’ software op internet publiceren.
De ‘open source’-ontwikkelmethodiek is niet ontstaan vanuit het oogpunt van efficiëntie maar om informatie te delen, kennis op te bouwen en te delen met anderen, en kwaliteit te leveren. Desondanks is het een efficiënte en vooral effectieve methodiek gebleken, zo effectief zelfs dat Sito zelfs bang is voor deze ‘oneerlijke’ concurrentie.
Voorts zou ‘open source’ botsen met de huidige economische modellen en oneerlijke concurrentie vormen. Zie hiertoe het uitstekende antwoord van Fred Mobach (Computable, 22 juni). Aanvullend nog het volgende. Sito vergelijkt ‘open source’ software met het gratis uitdelen van zelfgebakken brood in een kraampje naast de bakkerswinkel – dat zou oneerlijk zijn. Hij ziet over het hoofd dat het zelf bakken van brood legaal is en dat het recept van brood vrijelijk verkrijgbaar is. Toch staan die kraampjes er niet. Ik denk dat dat komt omdat de kwaliteit van bakkersbrood beter of tenminste net zo goed is als mijn eigen baksels ooit zou kunnen zijn. Maar goed, stel dat ik zelf brood wil bakken, dan nog is die bakker niet in gevaar, in tegendeel: dat is een nieuwe marktkans! Een professionele bakker zou hier juist op inspringen en mij zijn oven verhuren, een cursus broodbakken organiseren en mij meel, gist en andere broodcomponenten te koop aanbieden. En hoewel ik dan mogelijk geen brood meer koop, kan hij me altijd nog aanvullend gebak, bonbons en koekjes verkopen.
De laatste stelling luidt dat ‘open source’-aanhangers niet vanuit nobele motieven opereren, maar vooral anderen aanvallen. Aanhangers van ‘open source’ zouden zich verder weinig professioneel tonen op de publieke discussieforums. Sito baseert dit op zijn ervaringen met een aantal ‘open source’-mailinglijsten en de reacties in de geschreven media. Hij is daarbij selectief en negeert de talrijke evenwichtige, rustige en professionele reacties, die ik als participant van deze lijsten en als auteur en lezer van artikelen regelmatig heb gezien. Daarnaast zijn negatieve en ‘sociaal onhandige’ reacties niet voorbehouden aan de ‘open source’-wereld, maar algemeen van aard.
Henk Kloepping European Fortean Foundation