Zo’n vijf jaar geelden nam IBM het strategische besluit om zelf van de markt voor applicatiesoftware af te blijven. Het bedrijf koos voor samenwerking met partners, waarbij het diverse applicatieontwikkelaars aanmoedigde hun software te ‘poorten’ naar IBM-platformen, voor zover ze daar nog niet op draaiden.
Het ging zowel om gevestigde leveranciers van pakketten als om innovatieve nieuwkomers, met name in de bloeiende e-handelssector. Dat is natuurlijk geen filantropie van IBM; het wil dat iedereen zijn systemen gebruikt en ook zijn middleware. Het bedrijf is een stuwende kracht geweest in de markt van applicatiesoftware; denk aan Mapics, Copics, enzovoort, maar marktleider SAP laat zien hoe de weg naar de toekomst eruit ziet. SAP is opgericht door gedesillusioneerde IBM-werknemers in Duitsland, en richtte zich op de tekortkomingen van IBM in applicatiepakketten.
De nieuwe strategie lijkt goed te werken, hoewel het onvermijdelijk zal zijn dat zich in de loop van de tijd botsingen zullen voordoen. Zo is IBM partner van zowel i2 als Ariba; het betreft complementaire systemen. Maar nu deze twee bedrijven hun producten hebben uitgebreid, zijn ze concurrenten geworden. Ik denk dat IBM’s markt groot genoeg is om enige concurrentie tussen zijn partners aan te kunnen!
Met deze strategie kan IBM de meeste pakketten ondersteunen die zijn klanten willen gebruiken. In theorie is het hierdoor flexibeler en beter in staat te reageren op de wensen van de gebruiker. IBM neemt een op de gebruiker gericht standpunt in, in tegenstelling tot Microsoft (en in mindere mate Oracle), dat heeft geprobeerd om de klant voor al zijn producten te strikken. Het verbaast me altijd weer dat zo’n klantonvriendelijke houding zo succesvol is! Natuurlijk maakt IBM de hardware, en daarom is het een logische stap om zich te richten op systeemsoftware in plaats van op applicaties. En het neemt niet de monopoliepositie in zoals Microsoft in z�jn marktsector, vanwege de zware concurrentie van Sun, HP, enzovoort. Ik ben daar niet rouwig om!
Microsoft is een heel ander bedrijf dan IBM. Ze botsen op een aantal punten, met name op het gebied van de middleware, zoals ontwikkeltools en databases. Maar de Microsoft-producten zijn niet op te schalen tot op het niveau van een grote onderneming, dus een algehele confrontatie blijft uit. Het is ironisch dat IBM open standaarden nu sterk ondersteunt, terwijl Microsoft er alles aan doet om de producten bedrijfsgebonden te houden. Niet zo lang geleden pushte IBM zijn eigen standaarden nog tegen de open standaarden in. Microsoft vervaardigt geen hardware, (hoewel zijn nieuwe spelcomputer geheel onder eigen controle staat), maar wel systeemsoftware. En het is onjuist om Microsoft als een ontwikkelaar van besturingssystemen te zien. Het zijn de hulpmiddelen voor servers zoals SQL Server, Exchange, enzovoort, die de middelen leveren om gebruikers te vangen, niet NT. De industrie heeft al te veel besturingssystemen en heeft geen behoefte aan nog een versie van OS/2 gebaseerd op VMS. En dus kon NT nergens meer heen, en moest er een val gezet worden met de server-software. Vóór zijn intrede in de servermarkt had Microsoft echter al de veel winstgevender desktop-markt aan zich gebonden. Evenmin middels het besturingssysteem, maar met applicaties – Office in het bijzonder.
Nu is het niet correct om een directe vergelijking te trekken tussen de huidige strategieën van IBM en Microsoft. Eerstgenoemde raakt uit de applicaties en laatstgenoemde leunt erop om zijn marktaandeel te behouden, omdat de markten voor desktops en servers zo verschillen. Hoewel IBM de desktop had willen beheersen, verloor het de strijd, en concentreert het zich op zijn sterke positie in de markt voor grote ondernemingen. De pc-markt is stil blijven staan, gegeven de verwaarloosbare reële waarde die zij voor de business vertegenwoordigt. Terwijl IBM aan het consolideren is, moet Microsoft zijn horizon juist verbreden. De belangrijkste inspanningen tot nu toe waren erop gericht om de grote ondernemingen ervan te overtuigen dat NT en de servers van Microsoft goed genoeg zijn. Het gaat om klanten die juist uit een dergelijke val van het oude IBM waren ontsnapt; geen eenvoudig verkoopverhaal! De verkoop van NT-licenties aan Oracle-gebruikers zal veel geld voor Oracle genereren, maar weinig voor Microsoft. Dat heeft zich ook op de markt van spelcomputers begeven, maar daar is de concurrentie met Sony en Nintendo groot. Er is geen garantie voor succes, hoewel Microsoft zeker de naïviteit van de leveranciers van spelletjessoftware zal gebruiken tot het zijn eigen applicaties heeft, net zoals het in het verleden deed met de leveranciers van pc-software. Hieruit volgt dat het iets moet doen in de sector van de bedrijfsapplicaties, waarover volgende week meer.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.