Toen Adam Curry afgelopen weekend terugreed van Schiphol naar de Amsterdamse grachtengordel, deed hij een simpel maar betekenisvol experiment. Hij liet zijn gloednieuwe Apple iBook, uitgerust met zo’n Wi-Fi draadloos netwerkkaartje (wireless ethernet), gewoon aan staan.
En wat merkte hij? In de twintig minuten tussen Schiphol en Amsterdam-Centrum, pikte hij signalen op van zeker vijftien verschillende Wi-Fi-netwerkjes. Bij de meeste moest hij inloggen met een wachtwoord, maar een paar lieten zijn computer zonder meer toe op het netwerk. Dat betekent dus instant internettoegang. ‘Dat is de juiste spirit’, zegt Curry. ‘Delen is fun.’
Tsja, waar heb je Umts nog voor nodig als grote groepen mensen hun onvolprezen draadloze Wi-Fi-(11 Mbps) huisnetwerkje omtoveren in een soort open internettoegang waar iedereen gebruik van kan maken die er toevallig langs komt? ‘Als je ooit op de Keizergracht bent mag je rustig gebruikmaken van mijn netwerk’, biedt Curry gul aan. Wie dus eens echt snel wil internetten moet maar bij hem op de stoep gaan zitten.
We zijn er van overtuigd dat een paar slimme jongens iets gaan doen met deze nog vrijwel onbenutte mogelijkheid van Wi-Fi (ook wel Ieee 802.11b genoemd).
Het succes van Napster heeft voor eenieder duidelijk gemaakt dat het openstellen van pc’s zijn voordelen heeft. Nu moeten we nog de netwerken open zetten. We denken aan een Napster-achtig bedrijf dat snel de geesten rijp maakt voor het delen van ongebruikte bandbreedte en computer ‘cycles’. Er moet software komen dat er voor zorgt dat je beloond wordt voor jouw gulheid. Bijvoorbeeld doordat alleen mensen die hun eigen netwerk openzetten toegang krijgen tot andermans netwerk. Er zijn ongetwijfeld varianten te verzinnen op dit thema. Als het er maar voor zorgt dat delen aantrekkelijk wordt. En veilig natuurlijk. Overigens zijn de door sommigen gevreesde beveiligingsproblemen rond Napster uitgebleven. Wij hebben nooit gehoord of gelezen dat met behulp van Napster computers zijn misbruikt.
Er moet toch zeker een overheidssubsidie van vijf miljoen euro inzitten voor een dergelijk aardverschuivend idee. Als het inderdaad zou lukken de snel groeiende groep Wi-Fi-bezitters in Nederland zover te krijgen dat ze hun netwerk openstellen voor derden, dan hebben we binnen de kortst mogelijke termijn een draadloze infrastructuur die Umts qua snelheid en prijs doet verbleken.
Om een idee te geven van de prijsvoordelen kijken we weer even naar Napster. Een paar dagen geleden wisten we de hand te leggen op onderzoeksmateriaal van de Amerikaanse effectenhandelaar Bear Stearns. Het kloeke 177 pagina dikke rapport heeft als titel Internet 3.0.
Daarin wordt onder meer berekend wat een Napster-netwerk gebouwd op de conventionele manier gekost zou hebben. Schrik niet. Aan centrale opslagsystemen is alleen al 666.900.000 dollar nodig. Daar komt maandelijks 6.698.821 dollar bij voor de benodigde bandbreedte. Imposante bedragen die aantonen dat centralistische systemen het zowel qua prijs als prestatie afleggen tegen een simpel ‘peer-to-peer’ programma. De rest van het overigens lezenswaardige rapport voorziet een reeks andere P-2-P-toepassingen. De intelligentie van systemen komt steeds meer aan de randen van netwerken te liggen. Geef de klant een ‘dikke pijp’ en de rest zal hij zelf wel regelen. Dat impliceert de toepassing van ‘dikke clients’ (lees pc’s). Allerlei centralistische oplossingen als Umts, atm, thin clients, centrale databases en zoekmachines zullen het uiteindelijk moeten afleggen tegen de aanzienlijk goedkopere gedistribueerde systemen. De toekomst is aan P-2-P, XML en Gigabit Ethernet.
Wat we nu aan toepassingen zien, is het topje van de ijsberg. XML speelt een grote rol in het geheel omdat deze taal het mogelijk maakt om informatie eenvoudig overal vandaan te plukken en aan elkaar te lijmen. Microsoft heeft dat begrepen. Het .Net-initiatief is gebaseerd op de mogelijkheden van XML. Wat heeft dat voor consequenties? We zullen er drie noemen:
P-2-P en XML drukken it-kosten. De it-revolutie gaat dus rustig door, dat is goed nieuws voor de branche.
Bandbreedte zal in prijs blijven dalen, nog sneller dan de prestaties van chips toenemen. Dat schept mogelijkheden voor het huren van applicaties via het internet, voor goedkope virtuele data-opslag via het internet en voor P-2-P-toepassingen.
Tal van oude en nieuwe bedrijven kunnen profiteren van de twee eerder genoemde effecten. Op de eerste plaats lijken oud-gedienden als Microsoft, Intel en Sun Microsystems zich goed te positioneren voor de toekomst. In Nederland zouden we een bedrijf als KPN Quest willen noemen als een van de mogelijke winnaars. Momenteel wordt er fors aan de boom geschud bij glasvezelkabel-aanbieders en hostingbedrijven. De verwachting is dat een groot aantal het loodje zal leggen. Voor de overblijvers is dat eerder gunstig dan een probleem. Zij hebben straks het rijk alleen.
Ad Mulder, (Financieel) journalist en medewerker van Computable