De lopende band waarop private starters zo snel mogelijk getransformeerd werden tot publieke bedrijven, is vorig jaar abrupt tot stilstand gekomen. Het tempo was sinds de sensationele beursintroductie van Netscape in augustus 1995 opgevoerd tot niet eerder vertoonde hoogte.
De klap die het destijds zestien maanden (!) jonge en verlieslijdende bedrijfje uit Silicon Valley veroorzaakte was oorverdovend. Het aandeel sloot de eerste beursdag op 208 procent van de uitgifteprijs, tot dan toe vrij zeldzaam. De vallei was enkele multi-multimiljonairs rijker. En de rest is geschiedenis, heet het dan.
Maar � aan die geschiedenis zit een luchtje. Zolang alle partijen die de lopende band vormden, riant profiteerden, werd de stank genegeerd. Maar nu aandelen van de Nasdaq verwijderd worden (delisting) of omwille van vermijding van dat lot, worden samengevoegd (de ‘omgekeerde aandelensplitsing’) of zelfs de prullenmand in kunnen, is er geen ontkennen meer aan. De Securities and Exchange Commission, die het reilen en zeilen op de beurs in de gaten probeert te houden, heeft eind vorig jaar bij diverse investeringsbanken documenten opgevraagd om na te gaan of zij beleggers misleid hebben. Dat is rijkelijk laat. Het onderzoek loopt nog steeds.
Het Amerikaanse congres heeft recent hoorzittingen gehouden over de vermeende belangenverstrengeling tussen de financiële analyse- en de emissie-afdelingen van investeringsbanken. De organisatie van effectenhandelaren heeft twee weken geleden – ook al aan de late kant – richtlijnen gepubliceerd, opgesteld door de ‘ad hoc commissie betreffende integriteit van analisten’. Inmiddels zijn enkele rechtszaken aangespannen. Er zullen waarschijnlijk nog vele volgen, want dit is een land waar meningsverschillen in een rechtszaak worden beslecht en waar de winnaar niet alleen een schadeloosstelling krijgt toegewezen, maar ook de eventuele strafboete die aan de verliezer wordt opgelegd. Maar zelfs als het zich allemaal binnen de grenzen van de wet heeft afgespeeld, blijft er genoeg opwinding over. Die grenzen zijn hier en daar immers erg ruim.
De grenzen zijn zeker afgetast. De combinatie van heel veel geld en nieuwe technologieën, die de periode 1995 – 2000 zo kenmerkt, is nu eenmaal explosief. De ‘cost of capital’ was bijna nul! Geld was niet meer een beperkende factor – talent en tijd waren schaarser – en dat heeft consequenties en neveneffecten. Het motto werd ‘van idee naar ipo’ (initial public offering) en snel incasseren. Bedrijven namen beslissingen louter om zo snel mogelijk de Nasdaq te bestormen. Creatief rekenen raakte in zwang. Directeuren van naam werden aangetrokken middels hyperriante salarissen, aandelen- en optiepakketten en vertrekregelingen. Die beloningspakketten begonnen volledig uit de hand te lopen, zoals iedereen die de prospectussen doorbladerde had kunnen achterhalen (bijvoorbeeld op http://www.freeedgar.com). Zo zijn de vertrekregelingen van tientallen miljoenen dollars op geen enkele wijze gecorreleerd aan de geleverde (wan)prestaties, noch aan de (korte) duur op de post. Snel ‘verdiend’.
Vijf jaar lang was er sprake van een zelfversterkende kringloop waar individuele en institutionele beleggers, emissieafdelingen van investeringsbanken (underwriters), financiële ‘analisten’, managers van startups en durfkapitalisten enthousiast deel van uitmaakten. De hele businessinfrastructuur er omheen profiteerde mee: pr-firma’s, headhunters, publicaties, marktonderzoeksbureaus (die weinig onderzochten, maar des te meer ‘hockeystick-grafieken’ produceerden). Kortom, een perpetuum mobile, ware het niet dat die niet bestaan.
Alle partijen hebben aan de excessen bijgedragen! Toch zoeken de rechtszaken, SEC en congreshoorzittingen het vooral bij de investeringsbanken, waar de scheidingswand tussen analisten en underwriters verdwenen lijkt. De beschuldiging in de rechtszaken die nu aangespannen zijn, luidt dat de emissiebanken ipo-aandelen toewezen aan die institutionele beleggers die beloofden aandelen bij te kopen tegen een van tevoren bepaalde, hoge prijs. Deze kunstmatige vraag dreef de prijs op en veroorzaakte records aan eerste-dag-winsten. Tevens wordt de beschuldiging geuit dat de emissiebanken hoge commissies eisten (een ‘kick back’ van een deel van de winst), die niet vermeld waren.
Daarnaast is het duidelijk dat Mary Meeker, Henry Blodget en vele andere financiële ‘analisten’ weinig analyseerden. Velen schreven superpositieve researchrapporten in de hoop dat hun bank uitgekozen zou worden om de lucratieve beursgang van die startup te begeleiden. Een emissiebank krijgt 7 procent van het geld dat het bedrijf bij de ipo ophaalt. ‘Vroeger’ moest er voor gewerkt worden (‘roadshows’ organiseren) en zat er een klein risico voor de bank aan vast. In de periode 1995 – 2000 was gemakkelijk succes verzekerd en bovenop die commissies kreeg de bank dus ook nog eventuele ‘kick backs’. Terwijl de ‘internet-aandelen’ na het Nasdaq-record duikelden en soms zelfs meer dan 90 procent van hun waarde verloren, bleven Meeker, Blodget en anderen halsstarrig hun mening handhaven. Zij weigerden een aanbeveling om te verkopen af te geven. Het blad Fortune publiceerde in mei een klaagzang over de dubbele petten van Mary Meeker en vroeg zich eerder deze maand wanhopig af of er nog een financieel analist met ‘intellectuele eerlijkheid en onafhankelijkheid’ op Wall Street bestaat. De compromitterende handelwijze heeft ‘analisten’ en hun banken geen windeieren gelegd, maar veel klanten roken een zware pijp.
Misschien eindigt deze episode met een aanscherping van de regels om opgepompte ipo-prijzen te voorkomen. Voor de nabije toekomst lijken waanzinnige ipo-prijzen niet waarschijnlijk, al was het maar omdat de duikelingen in ‘het collectieve geheugen van beleggers’ gegrift staan. Voor het terughalen van een deel van hun verlies hebben sommigen nu hun hoop gevestigd op de Amerikaanse rechtsgang in plaats van op Wall Street. Wie weet: eerder deze maand kreeg één longkankerpatiënt de strafboete toegewezen die aan de fabrikant van zijn favoriete merk was opgelegd. De risico’s waren bekend en stonden op de verpakking – net als bij de beursgangen. Deze roker krijgt 3 miljard dollar.
Caroline Beijer, Correspondente van Computable