Het ASP-model belooft meer dan het kan waarmaken. Dat is de conclusie van onderzoeksbureau AMR Research. ASP-klanten betalen meer dan wanneer ze volgens de traditionele weg een software-licentie zouden nemen.
ASP’s voeren bijvoorbeeld als pluspunt van hun service aan dat gebruikers geen (dure) softwarelicenties hoeven te betalen en dat er slechts een (geringe) maandelijkse contributie nodig is voor de services die ook daadwerkelijk door de klant worden gebruikt. Maar volgens AMR betalen de ASP-klanten uiteindelijk toch meer dan wanneer ze volgens de traditionele weg een software-licentie zouden nemen. Volgens het onderzoeksbureau gaat dat zeker op voor succesvolle projecten waarbij intensief van ASP-services gebruik wordt gemaakt. Uit de bevindingen van AMR komt naar voren dat gebruikers bij het nemen van traditionele softwarelicenties op kortingen kunnen rekenen van soms wel 50 tot 75 procent vergeleken met de oorspronkelijke applicatieprijs. ASP’s nemen daarentegen volgens AMR meestal de oorspronkelijke prijs van de applicaties als uitgangspunt bij het vaststellen van hun gebruiks- en abonnementsprijzen.
AMR wijst er ook op dat een andere belofte van ASP’s, namelijk dat de gebruikers over meer flexibiliteit beschikken omdat ze gemakkelijk kunnen ‘switchen’ naar een provider met een betere service, lang niet altijd opgaat. Het kiezen van een andere ASP gaat volgens het onderzoeksbureau vaak met hoge kosten gepaard. De meeste kosten zitten namelijk in de implementatie, intergratie en de ‘upgrades’ en niet zozeer in de applicatie. Deze kosten moeten vaak opnieuw worden gemaakt als er van provider wordt gewisseld, aldus ARM.