Kan een bedrijf winst maken en tegelijkertijd verlies lijden? Jawel, wanneer aandeelhouders winst willen zien dan wordt hen dat ‘pro forma’ in de maag gesplitst. De echte cijfers van Yahoo!, Amazon en Computer Associates staan niet in persberichten maar in het rapport voor de SEC. Algehele malaise op Wall Street? Dan is het ideale moment aangebroken om zonder uit de pas te lopen eerder verzwegen slecht nieuws te lozen in de kwartaalcijfers. Is pro forma-accounting nu creatief boekhouden, vraagt Teake Zuidema zich af, of gewoon aandeelhoudersbedrog?
Op 11 april jongstleden om 16.44 uur meldt het persagentschap Reuters in de VS in zijn nieuwsservice onder de kop ‘Yahoo meldt kleine winst in eerste kwartaal’ dat het internetportaal over het eerste kwartaal een pro forma-winst heeft behaald van 7,6 miljoen dollar. Dat komt overeen met een winst van één dollarcent per aandeel en dat is beter dan de analisten van Wall Street hadden voorspeld. De verwachting was dat Yahoo op zijn best quitte zou spelen. Precies één uur en 21 minuten later verschijnt een nieuw bericht van Reuters op de schermen. Nu luidt de kop: ‘Yahoo meldt netto verlies en ontslagen’. In het nieuwe bericht staat dat Yahoo in een periode waarin de advertentie-inkomsten opdroogden en verschillende dotcom-klanten er de brui aan gaven een netto verlies heeft geleden van 11,5 miljoen dollar.
Een vergissing van Reuters? Nee, in principe zijn beide berichten juist. Zoals veel bedrijven hanteert Yahoo twee methoden om zijn kwartaalcijfers te berekenen. In de eerste plaats hanteert Yahoo een vorm van pro forma-accounting waarmee in persberichten wordt gezwaaid. In deze pro forma-cijfers worden zaken als rente, afschrijvingen en aflossingen buiten beschouwing gelaten. Volgens deze berekening – een vorm van EBITDA oftewel ‘earnings before interest, taxes, depreciation and amortization‘ – behaalt Yahoo inderdaad een winst van 7,6 miljoen dollar over het eerste kwartaal van 2001. Maar cijfers die naar de Securities & Exchange Commission ( SEC, de organisatie die toezicht houdt op Wall Street) gaan moeten gebaseerd zijn op GAAP (generally accepted accounting principles). En volgens deze regels heeft Yahoo over het eerste kwartaal een verlies geleden van 11,5 miljoen dollar.
Bedrijven die naast de Gaap-methode ook een pro forma-methode hanteren voor het rapporteren van cijfers verdedigen dit door te zeggen dat de pro forma-cijfers een beter beeld geven van de kernactiviteiten van het bedrijf. Door het buiten beschouwing laten van rente, aflossingen, grote eenmalige uitgaven, kosten van overnamen, winst of verlies op investeringen, enzovoorts, zouden de aandeelhouders een zuiverder beeld krijgen van het reilen en zeilen van een bedrijf. Dat zou inderdaad waar kunnen zijn. Het probleem is echter dat het pro forma rapporteren van cijfers vaak ontaardt in het bewust manipuleren van de media en de aandeelhouders.
Door het ontbreken van een algemeen geaccepteerde standaard voor pro forma-accounting kan ieder bedrijf op ‘creatieve’ wijze zijn kwartaalcijfers oppoetsen. ‘Gaap’-rapportering mag zijn nadelen hebben, het is in ieder geval een (min of meer) uniforme standaard. Een extra laag verwarring wordt aangebracht omdat ook de verwachte winst per aandeel door sommige analisten wordt geschat als de verwachte ‘pro forma’ winst per aandeel en door anderen als de netto winst (dus volgens Gaap) per aandeel. Wanneer een bedrijf aan de verwachte winst per aandeel voldoet is het nog de vraag om welke winst het dan gaat.
Boekhoudpraktijken
Door de geweldige schommelingen van de koersen zitten zowel de aandeelhouders als bedrijfsleiding continu op het puntje van hun stoel. Ieder gerucht over een bedrijf kan het aandeel tot in de wolken jagen dan wel in een duikvlucht doen belanden. Geen wonder dus dat bedrijven op alle mogelijke manieren proberen de teneur van krantenkoppen en ‘sound bites’ op de televisie in gunstige zin te beïnvloeden via de presentatie van bedrijfsinformatie. Over het algemeen – hoewel ook hierop uitzonderingen zijn – is het voor bedrijven gunstig om altijd maar betere cijfers te presenteren. In de ‘bull market’ van de jaren negentig hanteerden bedrijven iedere mogelijk truc om maar in de pas te lopen met zeer gunstige cijfers.
Het zou allemaal nog niet zo verwarrend zijn wanneer er twee standaarden zouden zijn: Gaap en pro forma. Maar in de praktijk is het vaak zo dat bedrijven met pro forma omspringen zoals het hen het beste uitkomt. Dat maakt het soms moeilijk om de prestaties van bedrijven binnen een sector met elkaar te vergelijken. Zo neemt Intel inkomsten en verliezen uit beleggingen in andere bedrijven op in de berekening van zijn pro forma-winst, maar Cisco doet dit niet. Wanneer winst op uiteenlopende manieren wordt berekend is het nog moeilijker om price-earnings ratio’s (koers/winst verhouding) met elkaar te vergelijken. Nog verwarrender wordt het wanneer analisten bij het ventileren van een verwachting over winstcijfers het soms hebben over pro forma-cijfers en soms over Gaap-cijfers.
Volgens een artikel in Business Week van 14 mei 2001 maken vooral technologiebedrijven zich schuldig aan het manipuleren van cijfers. Yahoo (daar is ‘ie weer) slaagde erin in januari 1999 kwartaalcijfers te presenteren die 35 procent beter waren dan de Gaap-cijfers door allerlei kosten die verbonden waren met de overnames van andere internetbedrijven buiten beschouwing te laten. In de pro forma-winst die op 11 april 2001 wordt gepubliceerd laat Yahoo belasting die betaald moet worden over aandelenopties buiten de cijfers. Ook in april van dit jaar tovert Network Associates een verlies volgens Gaap-regels van 47,4 miljoen dollar om in een pro forma-verlies van 24,3 miljoen dollar. Het pro forma-resultaat wordt in dit geval verkregen door de verliezen van McAfee.com, een bedrijf waarvan Network Associates voor tachtig procent eigenaar is, geheel buiten beschouwing te laten.
Keizer zonder kleren
Amazon.com is een geval apart. Volgens de profeten van de nieuwe economie zal de mensheid immers zo’n beetje een nieuwe fase van de evolutie betreden wanneer het bedrijf van Jeff Bezos eindelijk winst gaat maken. En wat nu? Hoewel Amazon te kampen heeft met een tragere groei van de verkoopcijfers, verwacht het bedrijf in het vierde kwartaal van dit jaar voor het eerste een pro forma-winst te zullen boeken. Het is nu de vraag of die verwachte winst toegeschreven kan worden aan groeiende winstmarges of aan de creatieve manier waarop Amazon.com zijn pro forma-winst berekent.
Amazons pro forma-cijfers over het eerste kwartaal van 2001 zijn smulkost voor cijfergoochelaars. Het bedrijf rapporteert in dat verslag een ‘pro forma operating loss‘ van 49 miljoen dollar. Tegelijkertijd staat in hetzelfde rapport dat er sprake is van een ‘pro forma net loss‘ van 21 dollarcent per aandeel, wat een verlies impliceert van 76 miljoen dollar. Volgens de Gaap-regels haalt Amazon over het eerste kwartaal van 2001 een netto verlies van 234 miljoen dollar. Gelukkig staat in het verslag wel een tabel waarin de relatie tussen pro forma- en Gaap-cijfers enigszins wordt verduidelijkt.
Bij de verwachte pro forma-winst over het vierde kwartaal van 2001 laat Amazon allerlei kosten buiten beschouwing. Buiten de boot vallen: de 33 miljoen dollar rente die Amazon per kwartaal betaalt over een schuld van 2,1 miljard dollar, kosten die verbonden zijn met verliezen op overnamen en investeringen, kosten die verbonden zijn met aandelenopties, kosten van de herstructurering van het bedrijf (waaronder het sluiten van magazijnen) en kosten van afvloeïngsregelingen. Er is dus heel wat gesjoemel met cijfers nodig om Amazon in het laatste kwartaal van 2001 winstgevend te maken.
Bedrog? Welnee, wie de moeite neemt het volgens de Gaap-regels opgestelde verslag van Amazon door te worstelen komt echt wel achter de waarheid. Voor de koers van Amazon op Wall Street zal echter de perceptie van winstgevendheid belangrijker zijn. Veel meer aandeelhouders lezen de krantenkoppen dan de kwartaalcijfers die naar SEC gaan. Wie zal straks durven roepen dat de keizer van de nieuwe economie, Jeff Bezos dus, geen kleren aan heeft?
CA: list en bedrog?
Computer Associates, qua omzet het vierde onafhankelijke softwarebedrijf van de wereld, is volgens een zeer zuur artikel in de New York Times van afgelopen 29 april de kampioen in het opvijzelen van winsten en verkoopcijfers. In het artikel staat dat het bedrijf van Charles Wang en Sanjay Kumar jarenlang inkomsten, die gebruikers van softwareproducten van CA betalen voor het onderhoud van langlopende contracten, stelselmatig heeft geboekt als licentiegelden. Volgens de Gaap-regels horen licentiegelden voor softwareproducten geboekt te worden in het jaar waarop het contract wordt afgesloten, ook al worden de betalingen soms uitgesmeerd over meerdere jaren. Volgende betalingen voor onderhoud (verlenging van de licentie, upgrades en technische ondersteuning) worden dan geboekt over de loop van het contract.
Volgens de anonieme bronnen van New York Times heeft Computer Associates stelselmatig zijn verkoopcijfers opgevijzeld door bedragen die betaald worden of die nog betaald moeten voor het onderhoud van een contract te boeken als nieuwe licenties. De schijn wordt daarmee gewekt dat CA veel meer licenties verkoopt dan in werkelijkheid het geval is. Zo geeft het bedrijf zijn nieuwe systeem Unicenter gratis aan bedrijven die reeds een contract hebben voor een mainframeproduct. Het geld dat deze bedrijven vervolgens betalen voor het onderhoud van het mainframeproduct wordt – volgens de New York Times – geboekt als inkomsten voor nieuwe licenties van Unicenter. Daarmee zou Computer Associates verhullen dat Unicenter voornamelijk ‘shelfware’ is, software die niet gebruikt wordt.
Met bovengenoemde boekhoudkundige manoeuvre zou CA de verkoopcijfers in ieder kwartaal kunnen opschroeven ten koste van toekomstige kwartalen. Om dit haasje-over-spel vol te houden blijven Wang en Kumar alsmaar nieuwe bedrijven en steeds grotere bedrijven overnemen, waarbij dan ook de inkomsten van overnameslachtoffers voor de onderhoud van contracten en het verlengen (rerolls) van onderhoudscontracten werden opgevoerd als inkomsten voor nieuwe licenties. De dag na de publicatie in de New York Times kwam Computer Associates met een persbericht waarin het artikel werd bestempeld als "misleidend en vol onjuiste informatie".
Ondanks de magere tijden meldt het bedrijf op 22 mei dat het in het boekjaar dat werd afgesloten op 31 maart over een totale verkoop van 5,6 miljard dollar een winst heeft gemaakt van 931 miljoen dollar of 1,61 dollar per aandeel. Deze cijfers zijn gebaseerd op een nieuwe pro forma-methode voor de berekening van de winst. De resultaten van Computer Associates zien er in het verslag voor de SEC heel anders uit. Volgens de Gaap-regels behaalt het bedrijf slechts een winst van 95 miljoen dollar over een verkoop van 4,2 miljard dollar.
Volgens CA geven de pro forma-cijfers een betere indruk, omdat het bedrijf sinds oktober 2001 een nieuw licentiemodel hanteert waarbij klanten de mogelijkheid krijgen het betalen van licentiegelden uit te smeren over de hele lengte van het contract. In de pro forma-berekening van verkoop en winst worden nu dan ook inkomsten van licenties over meerdere jaren uitgesmeerd in plaats van dat ze in één keer worden geboekt. Eerst werden inkomsten dus naar voren gehaald, nu worden ze naar achteren uitgesmeerd. De New York Times reageert hierop met de droge vermelding dat CA inkomsten die eerder al geboekt zijn volgens de Gaap-regels nu opnieuw gaat opvoeren in de pro forma-cijfers, maar dan uitgesmeerd over een aantal jaren. De ware reden voor de overgang naar het nieuwe pro forma-model zou zijn dat Computer Associates zo langzamerhand geen enkel bedrijf meer heeft om over te nemen.
Baden in afschrijvingen
In tijden van economische voorspoed wil geen bedrijf uit de pas lopen met slechte cijfers. Maar wanneer slechte tijden aanbreken kan het om verschillende redenen voordelig zijn het bedrijfsresultaat nog eens extra te drukken. Niemand valt op dit moment uit de toon met slechte resultaten en dat biedt bedrijven een goede mogelijkheid om zonder onmiddellijk te worden afgestraft door de aandeelhouders grote verliesposten in een keer in de boeken te krijgen. De reden daarvan kan zijn dat men in voorgaande kwartalen – om niet uit de toon te vallen in de jubeleconomie – het slechte nieuws voor de aandeelhouders heeft verzwegen. Verder is het zo dat hoe somberder men nu is over een onderneming, hoe sneller men straks weer kan roepen dat de ommekeer heeft plaatsgevonden. Een heel groot verlies over het eerste kwartaal, plaatst een minder groot verlies in het tweede kwartaal in een positief daglicht.
Het is verschillende analisten op Wall Street opgevallen dat sinds het laatste kwartaal van 2000 tegenvallende verkoopcijfers, zich opstapelende inventarissen, eenmalige afschrijvingen voor verliezen op aandelen en kosten van overnamen wel erg gezwind hun weg vinden in de kwartaalcijfers van allerlei ondernemingen. "Ik heb tweeëndertig jaar lang de publicatie van bedrijfsresultaten gevolgd," zegt Robert Olstein, portfolio manager van een beleggingsfonds, "maar ik heb nog nooit zulke afschrijvingen gezien als nu." Business Week noemt het de truc van ‘het grote bad’ wanneer bedrijven nu grotere verliezen boeken om zo inkomsten naar de toekomst te verschuiven.
Een opvallend groot bad werd genomen door Cisco Systems dat in het eerste kwartaal van 2001 een afschrijving boekte van 2,5 miljard dollar, de totale waarde van onverkoopbare voorraden waaronder niet gebruikte microchips. Een woordvoerder van Cisco kon niet zeggen wat er nu met deze voorraden gebeurt, maar het zal toch wel duidelijk zijn dat deze niet bij de vuilnisbak worden gezet. Tegelijkertijd voerde Cisco ook 1,2 miljard dollar verlies op voor de kosten van het ontslaan van werknemers, het sluiten van gebouwen en het verlies aan goodwill. Aandeelhouders hebben verschillende rechtszaken aangespannen tegen Cisco, omdat het bedrijf eerder de surplus-voorraad zou hebben verzwegen om recordwinsten te kunnen melden. Volgens Cisco-woordvoerder Claudia Ceniceros zijn deze claims echter totaal ongegrond.
Hewlett-Packard doet het wat kalmer aan met een afschrijving van 150 miljoen voor surplus-voorraden. Kampioen van het grote bad kan JDS Uniphase worden. Volgens U.S. News & World Report zou deze onderneming een afschrijving van 40 miljard dollar overwegen voor de gekelderde marktwaarde van bedrijven die het in de afgelopen jaren heeft overgenomen met de koopkracht van de eigen opgeblazen aandelen.
Paal en perk
De Securities and Exchange Commission probeert paal en perk te stellen aan de ‘big bath’ praktijken. In maart 2001 schrijft de SEC een brief aan de grote accountantskantoren waarin gesteld wordt dat grote afschrijvingen zoals herstructureringskosten in kwartaalcijfers begeleid moeten worden door een plan waarin de genoemde herstructurering over een periode van twaalf maanden gedetailleerd wordt beschreven. Volgens Lynn Turner, de chief accountant van de SEC zal haar organisatie ook aandacht besteden aan het overdadig boeken van verliezen op voorraden. Turner: "Aandeelhouders moeten de bedrijfsleiding aanspreken op haar verantwoordelijkheid. Waarom hebben ze zoveel geld uitgegeven aan iets wat ze nu niet kunnen verkopen."
Nu in de afgelopen maanden de beurzen wereldwijd een duik hebben gemaakt zijn veel gefrustreerde aandeelhouders op zoek naar een stok om een hond te slaan. Veel Amerikaanse effectenhandelaren worden belaagd met rechtszaken waarin ze beschuldigd worden onwetende cliënten aandelen in de maag te hebben gesplitst van dotcoms die op niets anders gebaseerd waren dan lucht. Andere pijlen worden gericht op de manier waarop bedrijven cijfers rapporteren. De SEC heeft al aangekondigd een strenger beleid te zullen gaan voeren om bedrijven en accountants te corrigeren die wat al te vrij om springen met het rapporteren van bedrijfsresultaten. Jongstleden april publiceerde de SEC nieuwe richtlijnen die bedoeld zijn om meer eenduidigheid te scheppen in het pro forma publiceren van cijfers.
Teake Zuidema Freelance Medewerker