Er is de laatste tijd nogal wat kritiek uitgeoefend op MBA-opleidingen. En niet door de eerste de besten. Peter Drucker, Henry Minzberg en Peter Senghe, vinden het de verkeerde opleiding, op het verkeerde moment, voor de verkeerde mensen.
Het is kritiek die er niet om liegt. En die misschien ook niet helemaal terecht meer is. Want ook in MBA-land staat de tijd niet stil.
Waarom kraken deze deskundigen het systeem af? Zij vinden dat er teveel een beroep gedaan wordt op logisch analytisch denken bij mensen die daar toch al bovenmatig goed in waren. Zij vinden dat 35-jarigen meer aan ‘action learning’ zouden moeten doen in plaats van in een ivoren toren casussen uit de aloude bureaucratiemachine te analyseren. En bovenal vinden ze dat de voorbereiding voor topfuncties minder een dergelijk formeel en gestuurd leren behelst, maar veel meer een menselijk rijpingsproces zou moeten zijn. Hierbij zou juist aandacht aan emotionele intelligentie en emotionele ontwikkeling moeten worden besteed. Dit proces kost tijd en is misschien meer gebaat bij een goede, wijze coach, dan bij een langdurig verblijf in een luxe kasteeltje en veel oefenen met spreadsheets en metaforen van de cockpit…
Vergelijk het met onze tomaten. Dankzij intensieve landbouw zijn ze wel snel rond en rood, maar zit er bar weinig smaak aan. Kennelijk hebben tomaten een beetje meer tijd nodig om lekker smakelijk te worden. En vaak zijn het ook helemaal niet de mooie ronde die het lekkerst smaken.
Helaas komen te veel mensen terug uit die mooie kasteeltjes, en met teveel pretenties. Je kunt de casus ‘Coca Cola’ wel gedaan hebben onder leiding van een knappe professor, maar hoe sta je in het volle leven dat veel minder door getallen beheerst wordt, en waar het draait om ondernemingszin, intuïtie en het begrijpen van wat mensen inspireert?
Maar er is hoop, want ook in MBA-land staan er mensen op die begrijpen waar het echt om draait. Ik doel op Lynda Gratton van de Londen Business School, die onlangs het boek Zingeving in strategie publiceerde.
Uit de literatuurlijst valt te distilleren tot welke school je haar mag rekenen. Veel Ulrich en Senghe. Verder auteurs die ondernemingen zien als gemeenschappen van mensen en nadenken over de manier waarop mensen werken, samen leren, samen leven, en zin geven aan de dagelijkse dingen. En die samen mooie dingen neerzetten, zakelijk en maatschappelijk.
De ondertitel van het boek is niet voor niets De mens als kloppend hart van de organisatie. Het interessante van Lynda Gratton is dat zij weer eens aandacht besteedt aan ’tijd’. Op de een of ander manier een vergeten factor. Boekenkasten vol zijn er geschreven over veranderingen in organisaties, maar het plankje dat de factor tijd eruit licht, is vrijwel leeg.
Lynda drukt ons weer eens met de neus op de feiten. Veranderingen gaan niet van de ene dag op de andere. Ze kosten tijd. Teveel ‘managers’ laten de veranderingen over elkaar heen buitelen, omdat zij denken dat het maken en communiceren van een plan, identiek is aan het implementeren ervan. Ze pleit voor denken in jaren in plaats van maanden.
Ze gaat nog verder, en vraagt expliciete aandacht voor de historie van een organisatie. Ook dat is iets waar we meestal niet expliciet mee bezig zijn. Terwijl je toch je geschiedenis moet kennen om het heden te begrijpen en je toekomst te kunnen verkennen.
Het derde item waarop ze haar visie op organisaties stoelt, is het gegeven dat mensen zin willen toekennen aan de dingen die ze doen. Dat lijkt een open deur, maar is het natuurlijk niet.
Met de drie basisprincipes: besef van tijd, historie, en behoefte aan zingeving, bouwt zij aan een aanpak voor organisatieverandering.
Bij de uitwerking van haar ideeën blijft zij dan weer geheel binnen het paradigma van de klassieke MBA-aanpak. Dus veel modellen en handige schema’s, controlelijstjes, veel herhaling, en een schat aan voorbeelden. En een aantal casussen uit het klassieke domein. Gewoon de degelijke Amerikaanse didactiek waar wij Nederlanders niet altijd van houden, maar waarvan we, als we eerlijk zijn, toch de effectiviteit moeten erkennen.
Ik begrijp ook heel goed waarom juist Lynda Gratton voor die aanpak kiest. Ze acteert als het ware als een wolf in schaapskleren. Ze brengt wel degelijk een nieuwe boodschap, maar gebruikt tegelijkertijd de bekende MBA-taal. Ze zoekt niet de revolutie, maar is bezig het systeem van binnenuit te beïnvloeden. Ze past toe wat ze predikt.
Wat mij betreft was ze nog een stapje verder van de klassieke casusbenadering afgeweken, en had ze een pleidooi gehouden voor leren vanuit de eigen praktijk. Want het voorbeeld van Philips Lighting dat ze uitgebreid uitwerkt, mag dan nog zo interessant en moedig zijn, het is geen ‘piece of cake’ om dat te vertalen naar de NS, Getronics, of naar KPN.
En de pseudo-manager die denkt dat hij dit op basis van zijn MBA zo maar even kan, moet voorlopig maar ver van de directieburelen gehouden worden.
Dat hebben Drucker en Minzberg wel bij het rechte eind.
Maar met Gratton geeft de London Business School een niet mis te verstaan ‘statement’ op weg naar een eigen stijl en naar nieuwe kwaliteit. En waarbij niet Excel centraal staat, maar de mens. Hulde!
Trude Maas is werkzaam bij Hay Nederland en daar verantwoordelijk voor de sector ICT-dienstverlening. Ze is commissaris bij ABN/Amro en voormalig senator voor de PvdA.
Lynda Gratton, Zingeving in strategie, ISBN 90-430-0361-1