Bijna iedereen wil mobiel bellen, maar bijna niemand wil een antenne op zijn dak. Kort samengevat is dat het dilemma van het antennebeleid. Er ligt nu ook een heus nationaal Antennebeleidsplan. Maar ook dat heeft de makke dat de echte afspraken uiteindelijk moeten worden gemaakt tussen de gemeenten en de operators zelf. Tot nu toe gaf iedere gemeente hieraan op geheel eigen wijze invulling. Dat betekende grote verschillen in beleid tussen gemeenten onderling en dus ook grote onzekerheid voor operators.
Met goede wil aan beide kanten valt zoiets natuurlijk best op te lossen. Daarom is het ook erg belangrijk dat er een convenant komt tussen gemeenten, rijksoverheid en operators, dat goede afspraken en heldere richtlijnen omvat. Afspraken bieden ook zekerheid voor bewoners, of zij nu eigenaar of huurder zijn. Het simpelweg afschaffen van de vergunningplicht voor antennes onder de vijf meter, zoals de telecomoperators graag zouden willen, draagt niet bij aan de zekerheid voor mensen die vervolgens zo’n antenne in hun woon- of leefomgeving geplaatst krijgen.
Er bestaat immers onrust over de effecten van antennes op de gezondheid.
De Gezondheidsraad heeft een advies uitgebracht waarin duidelijk wordt gesteld dat straling op korte termijn geen noemenswaardig effect heeft op de gezondheid van mensen. Over de effecten op langere termijn is echter niets bekend. Dat geldt trouwens niet alleen voor antennes, maar in veel belangrijker mate voor het mobiel bellen zelf. Er moet dan ook epidemiologisch onderzoek komen naar de lange-termijneffecten van straling door antennes en van het gebruik van mobiele telefoons. Onderzoek kan ook bijdragen aan een discussie op basis van feiten in plaats van angsten en emoties.
Wat ook niet echt helpt, is een vervuiling van de discussie met het beeld van die ene lastige huurder die vanwege zijn instemmingsrecht in zijn eentje het plaatsen van een antenne op het dak van een flatgebouw tegenhoudt. Alsof dat nu vaak voorkomt. Alsof je als operator nog een antenne zou willen plaatsen op het dak van een gebouw als een of meer bewoners daar grote moeite mee hebben. Dat geeft alleen maar jarenlang gedonder.
Maar het ergste vind ik nog dat hier een onterechte stigmatisering van het gedrag van huurders plaatsvindt. Terwijl juist het mobiel bellen in villadorpen als Blaricum en Wassenaar niet altijd even gemakkelijk gaat vanwege gebrek aan antenne-opstelpunten. Simpelweg, omdat veel eigenaars/bewoners daar geen antennes dulden.
‘Site-sharing’ is in ieder geval een voorwaarde om het plaatsen van antennes beter geaccepteerd te krijgen. Waar mogelijk en wenselijk, moeten operators zoveel mogelijke van hetzelfde antenne-opstelpunt gebruik maken. Tot voor kort plaatste iedere operator op eigen houtje antennes. De komende jaren zijn er duizenden antennes extra nodig. Alleen al voor de uitrol van Umts is het nodig dat er zo’n vijf- tot achtduizend bijkomen. Dat moet zoveel mogelijk gezamenlijk gebeuren. Een wettelijke verplichting kan daarbij helpen. Zeker als dat op de Deense manier geschiedt. Daar ligt de bewijslast bij de operators: zij moeten aantonen dat het delen van een antenne-opstelpunt echt niet mogelijk is.
Dat er antennes geplaatst moeten kunnen worden in Nederland, is duidelijk. Iedereen die mobiel wil bellen, zakelijk of privé, zal zich daarvan moeten vergewissen. Uitrol van netwerken mag niet worden vertraagd. Tegelijkertijd moeten bewoners het gevoel krijgen dat hun mogelijke klachten serieus worden genomen. Daartoe wordt nu ook gelukkig op korte termijn een loket geopend. Het sluiten van een convenant waarin vooral gemeenten en operators tot overeenstemming komen is een bittere noodzaak om ook de bestaande problemen op te lossen. Pas als er op dat niveau duidelijke afspraken zijn gemaakt, kan er worden gepraat over een lichter vergunningsregime voor de bouw van antennes onder de vijf meter. Anders ben je wellicht bezig om het kind met het badwater weg te gooien.
Marja Wagenaar, lid Tweede Kamer PvdA , behandelt IT bij de overheid. Zij was parlementair redacteur en universitair docent politiek/bestuurlijk management.