"Wade Randlett was een belachelijk mooie man. Lang en met een diepe stem, met onberispelijke manieren en een meedogenloos achter-de-schermen instinct voor politiek, leek het erop dat hij op een bijna fysieke manier door zijn ambities werd voortgedreven. Als vroege twintiger had Randlett zich op de politiek gestort zoals zijn minder fantasierijke generatiegenoten zich hadden gewijd aan extreme sporten. Nu speelde hij op topniveau, was hij bezig de eerste politieke machine van Silicon Valley te bouwen, en jaren van moordende intensiteit en oefening begonnen hun vruchten af te werpen."
Nee, bovenstaande is niet het begin van een met keukenmeidenromantiek doorspekte politieke thriller die gesitueerd is in it-streek onder San Francisco, maar een alinea uit het eerste hoofdstuk van "How to Hack a Party Line, The Democrats and Silicon Valley", van de journaliste Sara Miles (onder andere Wired en de New York Times). Het is een portret van de echt bestaande fondsenwerver en consultant Wade Randlett, die zich al jarenlang opwerpt als bemiddelaar tussen de rijke hot-shots van Silicon Valley en de politieke machine van de democratische partij. Deze Randlett laat geen middel onbenut om dat te doen wat hij ziet als zijn roeping en dat is het overhevelen van geld uit de zakken van rijke ondernemers uit de vallei naar de zakken van democratische politici.
De over-energieke fondsenwerver Wade Randlett belichaamt in dit boek ook de betrekkelijk nieuwe stroming van de New Democrats in de Amerikaanse politiek, democraten die progressief zijn waar het aankomt op sociale vraagstukken en conservatief waar het gaat om de bemoeienis van de overheid met de economie. Voor abortus, voor beperking van het wapenbezit, voor onderwijs, voor strenge milieuwetgeving, maar tegen hoge belastingen en tegen invloed van de vakbonden, dit is zo’n beetje de ideologie van deze nieuwe, gematigde democraten die zich alleen thuis voelen in het absolute politieke centrum en die een bloedhekel hebben aan radicalen van links en rechts. Miles zet in het boek uiteen dat deze ’third way’ wel aanslaat bij een deel van de elite van Silicon Valley.
De techneuten en kapitalisten uit de vallei hebben volgens Miles de neiging om arrogant hun neus op te halen voor het in hun ogen verouderde, bureaucratische en trage politieke systeem dat zijn centrum heeft in Washington DC. "Over vijftig jaar zal Silicon Valley veel machtiger zijn dan Washington, maar de mensen in Washington hebben dat nog niet in de gaten," zegt een ‘chief executive’ van een groot softwarebedrijf tegen Miles. Als het boek van Miles één ding aantoont dan is het wel dat juist de elite van Silicon Valley nogal naïef is wat betreft de rol en betekenis van de politiek. Een naïviteit waar men – onder meer door de ervaringen van Microsoft – nu razendsnel op terugkomt.
Het is af en toe komisch om te lezen hoe Wade Randlett er als een soort politieke zakkenroller in slaagt Californische Nasdaq-miljonairs met een zwak voor de democratische ideologie financieel uit te melken. Miles volgt de onvermoeibare Randlett in een eindeloze marathon langs bars, cocktailparties en lunches met partijbonzen en durfkapitalisten waar hij steeds opnieuw de kersverse miljonairs van Palo Alto en omstreken op het hart drukt dat het hebben van veel geld iemand niet automatisch veroordeeld tot de republikeinse partij. Typisch Silicon Valley is Randletts idee om de democratische partijbonzen niet louter te steunen met geld maar ook met aandelen en aandelenopties in dotcoms.
Aanvankelijk lijkt het erop dat Randlett, onder andere gesteund door een belangrijk man als de humorloze durfkapitalist John Doerr, erin zal slagen om een belangrijk deel van de elite van de Silicon Valley binnen te loodsen in de open armen van de democratische partij. John Doerr’s zogenaamd ‘onpartijdige’ Technology Network wordt door velen beschouwd als een soort democratische mantelorganisatie. Dat presidentskandidaat Al Gore herhaaldelijk koketteert met zijn vermeende kennis van internet en aanverwante zaken, is ook goed voor de democratische zaak. Wanneer in september 2000 het Amerikaanse congres de nieuwe handelsbetrekkingen met China liberaliseert, brengt John Doerr een toast uit op Gore, omdat deze – tegen de zin van het democratische bolwerk van de vakbonden – een wet heeft geleverd waaraan Silicon Valley miljarden gaat verdienen.
Uiteindelijk blijkt de symbiose tussen de elite van de New Economy en de New Democrats toch minder levensvatbaar dan men aanvankelijk denkt. De traditionele krachten in de democratische partij verzetten zich tegen een al te hartstochtelijke pro-ondernemers koers. Het trage malen van de bureaucratische molens blijft de dynamische ondernemers van de Valley tegen de borst stuitten. Steeds meer bedrijven krijgen door dat het noodzakelijk is zowel op het democratische als het republikeinse paard te wedden. Republikeinse fondsenwervers storten zich met enthousiasme in de inhaalrace. Silicon Valley stelt zich verdeeld op achter de democratische kopstukken als Loudclouds Marc Andreessen en Amazone’s Jeff Bezos, en de kampioenen van de republikeinen zoals Cisco’s John Chambers en ex-Netscape ceo James Barksdale.
Het boek van Sarah Miles is geschreven vanuit de Silicon Valley en geeft dan ook wat meer inzicht in de psyche van Wade Randlett en zijn wereld van de high-tech dan in de keuken van Washington DC. Dat verdoezelt een beetje de onomstotelijke waarheid dat de ondernemers van Silicon Valley uiteindelijk de politici harder nodig hebben dan andersom. Het boek levert ook een paar ton kanonnenvoer voor de Amerikaanse politici die schreeuwen om ingrijpende veranderingen in de manier waarop in Amerika verkiezingscampagnes worden gefinancierd.
Teake Zuidema Freelance Medewerker
How to Hack a Party Line: the Democrats and Silicon Valley.
Sara Miles.
Farrar, Straus and Giroux.
ISBN 0-374-17714-7. Prijs: 24 dollar