De activiteiten van Rabobank International zijn weliswaar allemaal geautomatiseerd, maar tussen het moment van overeenkomst en uitvoering van een ’trade’ ligt gemiddeld een periode van vijf werkdagen. Dat moet sneller. Uiteindelijk mag de volledige verwerking van een transactie niet langer dan één dag duren. Maarten D’Haese, it-architect bij de van oorsprong Nederlandse zakenbank, noemt het ‘real time banking’ – systemen die naadloos op elkaar aansluiten. Om dit te bereiken is gestart met het mondiaal opzetten van een it-architectuur. Hans van Thiel beschrijft deze architectuur en de informatietechnologie van ‘investment banking’ in het algemeen.
Samenwerking tussen systemen vormt hét werkterrein van ’s werelds grootste particuliere standaardiseringsorganisatie, de Object Management Group (OMG). Sinds de groep in Europa vertegenwoordigd wordt door het Duitse Log-On Technology Transfer profileert de OMG zich ook in ons werelddeel wat nadrukkelijker. Zo reisde in begin maart een aantal door Log-On uitgenodigde sprekers langs diverse Europese steden in het kader van de ‘OMG Information Day’.
‘Enterprise Application Integration with Corba and UML’, zo luidde de subtitel van het programma, maar het feitelijke onderwerp was breder van opzet (waarbij Corba staat voor common object request broker architecture en UML voor unified modeling language). Op de bijeenkomst in het Radisson SAS hotel bij Schiphol begin maart hield Maarten D’Haese, IT Architect bij Rabobank International, een presentatie onder de naam ‘Implementing a Global Framework Architecture’. Maarten D’Haese woont en werkt in Londen maar komt uit België en spreekt het welluidende Nederlands van onze zuiderburen. Hij werkte eerder bij Bankers Trust dat inmiddels tot Deutsche Bank behoort.
Zakelijk bankieren
De eerste vraag betreft het werkterrein van een investeringsbank in het algemeen en van Rabobank International in het bijzonder. Maarten D’Haese: "Wij zijn een van de businesses van de Rabobank-groep en als zodanig niet apart van de andere dochters die zich bijvoorbeeld met verzekeringen of retail bezig houden. Wij proberen ook de informatietechnologie zoveel mogelijk op groepsniveau te integreren maar de structuur van investment banking is toch verschillend. Het onderhandelen is bijvoorbeeld een typisch kenmerk. Wij handelen in allerlei financiële producten op het gebied van vreemde deviezen en geldmarkten en in afgeleide producten, derivatives (financiële contracten waarvan de waarde afhangt van een risicofactor, Red.). Wij doen dit zowel zelfstandig als in opdracht van derden. Die zogenaamde agency trades voeren we uit voor grote multinationale ondernemingen of pensioenfondsen. Verder doen we corporate banking en daarbij gaat het om fusies, overnames en dat soort zaken. Alle investeringsbanken hebben daarin wel een specialisatie; die van Rabobank International is F&A, de Food and Agri business."
U bent bezig met het ontwerpen van een globale it-architectuur. Voordat we daar nader op ingaan, hoe kan zo’n mondiale architectuur een zakelijke bank bedienen?
D’Haese: "Wel, voor corporate banking gaan we een intranet opzetten. Het belangrijkste doel daarvan is om de toegankelijkheid tot research en bekwaamheden te vergroten. Rabobank International heeft meer dan honderd kantoren in 31 landen en het is zeer belangrijk om onze kennis overal ter beschikking te hebben. Voor de financiële producten willen we met toegangspoorten, portals gaan werken. Die kun je weliswaar kopen maar het belangrijkste is nu juist de integratie met achterliggende systemen en daar komt wel wat meer voor kijken. Het doel is om de volledige verwerking van een handelstransactie, vanaf het eerste contact tot de boekhoudkundige afsluiting, en alles daartussen, binnen één it-architectuur en met zo weinig mogelijke handmatige activiteit af te kunnen handelen."
Objectbus
De basis van de mondiale it-architectuur wordt gevormd door een global object bus. De naam ‘bus’ is niet willekeurig gekozen. Logisch gezien zijn alle systemen aan dit communicatiekanaal gekoppeld, zoals randapparatuur van een computer aangesloten is op een hardware-bus.
Alle systemen van de it-architectuur zijn met de globale objectbus verbonden door adapters. De communicatie over deze bus wordt geregeld door een workflow manager en een workflow router. Het principe lijkt eigenlijk vrij eenvoudig.
D’Haese voegt toe: "Daar komt de system manager nog bij, die is ook essentieel. We hanteren verder een lagenmodel met duidelijk omschreven functionaliteit voor elke laag. De globale architectuur is op zich bedoeld om zo flexibel mogelijk te zijn. We willen ook in de toekomst met minimale inspanningen onze op de bus aangesloten systemen kunnen migreren. De technologie van die systemen kan bijvoorbeeld Corba zijn of Dcom (distributed component model). Datarepresentatie op de bus kan met financiële XML-talen als finXML of fPML (eXtanded markup language). Messaging en werkstroombeheer doen we met het productgamma uit de MQSeries van IBM. Een pakket als Kondor+ van Reuters, dat we gebruiken, willen we als het even kan op de bus aansluiten met adapters die al ter beschikking staan. Het is onze strategie om ideeën uit de markt op te pakken en te onderzoeken hoe we die kunnen toepassen op de trading omgeving."
Wilt U met een globale architectuur voor eens en voor altijd het probleem van onverenigbare systemen oplossen?
D’Haese: "Jawel, maar we werken natuurlijk in een omgeving met zakelijke eisen, business requirements, en we hebben te maken met budgettaire en tijdsbeperkingen. Je moet ook om de paar maanden met een deliverable komen – iets concreets, anders verlies je aan geloofwaardigheid. De globale architectuur moet ons in staat stellen geleidelijk te migreren van message based via event based naar objectgebaseerd.
De bedoeling is om allerlei handelssystemen die we gebruiken aan dezelfde bus te koppelen als, onder andere, de accounting entry generator. Dat is geen doel op zich, maar dient om in alle systemen dezelfde zakelijke regels, business rules, te kunnen toepassen en handhaven. Voor die koppeling zul je altijd transformaties moeten uitvoeren maar de adapters mogen natuurlijk niet ingewikkelder gaan worden dan de systemen zelf."
Veel bedrijven lijken tegenwoordig hun gehele it-infrastructuur om te vormen voor e-business. Het valt op dat in uw architectuur voor e-business een systeem is als elk ander dat aan de globale bus kan worden gekoppeld.
D’Haese: "Wij doen al aan e-business, kijk bijvoorbeeld op http://www.warrants.rabobank.com, en er lopen op dit moment een flink aantal projecten op dit gebied. Veel portal-leveranciers presenteren zich nu als e-business enablers maar het ontbreekt meestal aan integratie met de achterliggende systemen. En dat is veel belangrijker. Grote componenten voor de back end zijn op dit ogenblik nog niet beschikbaar. Het is niet extreem moeilijk om data zichtbaar te maken voor de eindgebruiker, maar kloppen die gegevens met de transactionele inhoud? Dat is de kernvraag die we ons moeten stellen."
Procesmodel
De it-afdeling van Rabobank International hanteert een gestructureerd ontwerpproces. Na een project-initiatie en de opzet van infrastructuur volgt een eisenanalyse, een architectuurontwerp, een analysefase, een gedetailleerd ontwerp, ontwikkeling en testen. Daarna komt nog de zogenoemde conversie en Go Live, procedures, documentatie en training en post-installatie-ondersteuning.
Dat is een vrij klassiek model, maar gebeurt het ontwerpen ook gedistribueerd? Wereldwijd ontwerpen van software, door verschillende groepen en op verschillende locaties, is voor een multinationale onderneming immers haast noodzaak, tegenwoordig?
D’Haese antwoordt hierop: "De it-afdeling heeft een organische structuur, mensen zitten in wat wij business projects noemen. Wij zijn ook niet dogmatisch in de methodieken die we toepassen. Het watervalmodel, prototyping, incrementeel ontwerpen of programma-ontwikkelingsstrategie, we passen geval voor geval toe wat voor dat speciale project het geschiktst lijkt.
De ontwikkeling gebeurt vrij centraal door een honderdtal ontwikkelaars in Utrecht en Londen. In Londen hebben we verder nog een honderdtal systeemmensen. De technologieafdeling van Rabobank International is vrij groot maar niet zo groot als die van de grote Amerikaanse investeringsbanken. Daar zijn afdelingen voor allerlei deelgebieden, bijvoorbeeld de technologie van aandelen (equities), afgeleide producten (derivatives), enzovoort. Wij hebben net de juiste grootte om alles nog te kunnen overzien, om het proces beheersbaar te houden. Op ons kantoor in Londen werken overigens zo’n achthonderd mensen in totaal."
Uw procesmodel heeft nog een tweede dimensie. U onderscheidt voor iedere genoemde fase, architectuur, analyse, ontwerp enzovoorts, ook nog objectgeoriënteerd (OO) ontwikkelen, functioneel ontwikkelen en pakket-implementatie.
D’Haese: "In de wereld van de investeringsbanken heb je veel financiële pakketten die voor een specifiek doel zijn gemaakt. Zoals gezegd, meestal zullen we niet zelf gaan ontwikkelen maar iets aankopen. Zo’n pakket moet je wel inpassen in je eigen omgeving maar we zullen geen gedetailleerd ontwerp doen en liefst ook niet al te veel code zelf schrijven.
Eigen ontwikkelingen zijn vooral toegespitst op applicaties die een groot concurrentievoordeel opleveren. Als de it-afdeling zelf iets gaat bouwen dan zal ik, vanuit mijn achtergrond, bij voorkeur kiezen voor OO maar dat is niet aangegeven als algemene standaard. Wat we doen verschilt van project tot project en de tools die we gebruiken zijn natuurlijk soms ook afhankelijk van die beslissing.
Maar in het ene geval werken we met Java en EJBs (Enterprise Java Beans) en in het andere met Microsoft-technologie. We gebruiken dikwijls Visual Basic en Visual C++ en als het even kan modeleren we in UML met Rational Rose. We gebruiken ook andere producten uit de Rational Suite zoals Rational Robot voor het automatiseren van testen.
Het belangrijkste is eigenlijk dat we geen projecten doen met totaal andere technieken zoals bepaalde 4GL tools. Verder proberen we waar mogelijk samen te werken, binnen de Europese hub, met de algemene Rabobank in Nederland. Maar het kan voorkomen dat we voor drie verschillende systemen drie verschillende technieken gebruiken. De bedoeling is wel dat al die verschillende systemen informatie met elkaar kunnen uitwisselen via de XML message bus."
Kent het procesmodel ook rollen binnen een project?
D’Haese: "In ‘investment banking’ heb je veel te maken met kortetermijnproblemen, zeg een of twee maanden. Maar ook voor kleine projecten maken we altijd een volledig projectplan. Dan werken er misschien drie mensen aan, maar alle taken die bij een rol horen worden uitgevoerd. In grotere projecten kunnen verschillende rollen door verschillende mensen worden vervuld."
Tot slot de vraag om een typisch praktijkvoorbeeld; een voorbeeld van een project dat werkelijk aan een gebruikersvraag tegemoet moest komen. Het kost Maarten D’Haese weinig moeite er een te geven:
"We gebruiken een rapportage- en analyse-tool, Business Objects van het gelijknamige bedrijf. Dit is een typisch 2-tier client server systeem en zoals wij het toepasten, moest voor iedere gebruiker een aparte licentie worden genomen. Het in overeenstemming brengen van front end en back end systemen met een reconciliation tool gebeurde in een laag onder Business Objects.
Wij wilden van vijftig gebruikers naar tweehonderdvijftig gaan en dat hebben we uitgevoerd door vanuit één webserver alle rapporten voor iedereen beschikbaar te maken. Dat is een duidelijk voorbeeld van het verschuiven van functionaliteit van de client naar de server. Daarmee bereikten we een meer robuuste infrastructuur en bespaarden we licentiekosten. Vergeet niet dat een it-afdeling ook een winstcentrum, een profit centre binnen de organisatie behoort te zijn."
Hans Van Thiel Freelance Medewerker
Zakelijk bankieren en ict
Rabobank International is de corporate en investment banking tak van de Rabobank-groep. Naar eigen zeggen heeft de totale onderneming een vermogen van 281 miljard euro en is het de enige bank in de private sector met een AAA-waardering van alle belangrijke kredietbeoordelingsinstanties.
Een triple-A waardering betekent dat de bank goedkoper geld kan lenen en dat is vooral voor een financieel instituut een groot concurrentievoordeel. De zakenbank is actief in het hele spectrum van zakelijke dienstverlening maar is bij uitstek deskundig in de F&A (Food and Agribusiness) sector. De research-afdeling stelt dan ook regelmatig rapporten samen over markten en trends in deze bedrijfstak (zie ook de beneden genoemde websites van de bank). In de wereldwijde investment banking industrie behoort Rabobank International tot de kleinere spelers.
Informatie over de belangrijkste investeringsbanken is te vinden op:
http://www.thevault.com/
Consultancy/research-organisaties gericht op investment banking:
http://www.tcaconsulting.co.uk
http://www.lepus.co.uk
Lepus publiceert onder meer een ‘research report’ over de industrie. Een aantal artikelen is gratis van de website te halen.
Veel financiële transacties (’trades’) in de sector worden uitgevoerd met standaardpakketten van derden.
Een uitgebreid overzicht van dergelijke ‘vendor packages’ is te vinden op:
http://www.bobsguide.com
Meer informatie over het ter sprake gekomen rapportage- en analysepakket Business Objects:
http://www.businessobjects.com
XML wordt ook in de financiële wereld steeds belangrijker. Er zijn op dit moment twee min of meer concurrerende standaardisatiegroepen. Zie de websites:
http://www.finxml.org
http://www.fpml.org
Informatie over FpML en andere XML ‘vocabularies’ is ook te vinden op:
http://www.oasis-open.org/cover/sgml-xml.html
Fin-XML is gebaseerd op standaarden volgens de Isda (International Swaps and Derivatives Association, Inc.) en kan samenwerken met bestaande financiële protocollen zoals FIX en Swift. Bovendien is Fin-XML compatibel met Biz-Talk en c-XML, dat e-handel en edi (electronic document interchange) ondersteunt.
FpML (Financial Products Markup Language) is speciaal bestemd voor het uitwisselen van informatie bij het elektronisch handelen in en het verwerken van ‘derivatives’, financiële contracten waarvan de waarde afhangt van een risicofactor. FpML is modulair en moet gemakkelijk te gebruiken zijn door de financiële praktijkmensen. Voorlopig is de toepassing vooral gericht op ‘interest rate swaps’ and Forward Rate Agreements (FRAs).
De handel in financiële producten is een vakgebied op zichzelf. Zie voor een beknopte uitleg van termen en begrippen, die tegelijk een indruk geeft van de complexiteit:
http://www.margrabe.com/Dictionary.html
Zie tenslotte ook de websites van Rabobank International en de Rabobank-groep:
http://www.rabobank.com
http://warrants.rabobank.com
http://www.rabobank.nl