Ditmaal geen column over Silicon Valley, maar over de toespraak die Craig Mundie, Microsofts senior vice-president geavanceerde strategieën, vorige maand in New York hield (http://www.microsoft.com/presspass/exec/craig/05-03sharedsource.asp). Deze toespraak en Mundies reactie op het commentaar dat losbarstte, zijn ongetwijfeld voorboden van een hevig PR-offensief.
Mundie suggereert dat ‘open source software’ (OSS) zo’n beetje gelijk is aan de ‘General Public License‘ (GPL), een licentie die hij in afschrikwekkende termen aanduidt: "een bedreiging van het intellectueel eigendom van elke organisatie die er gebruik van maakt". Ook probeert hij een associatie op te roepen met mislukte puntcoms, die "gratis weggaven wat de grootste waarde had". Een andere topmanager van Microsoft (Jim Allchin, vice-president software-platformen) trok enkele maanden geleden ook al van leer tegen de GPL. Diens aanval was dusdanig ongelukkig verwoord, dat hij erg veel kritiek over zich afriep.
Microsoft, dat aanvankelijk het fenomeen ‘open broncode software’ negeerde, heeft inmiddels een aantal pogingen ondernomen om deze ontwikkelingsmethode en software in diskrediet te brengen. Na tevergeefs de kwaliteit en het ’totale kostenplaatje’ ter discussie gesteld te hebben, probeert de softwaregigant nu deze invalshoek. Doelwit zijn volgens mij die it-managers en besluitvormers bij bedrijven en overheden, die nog steeds onwennig tegenover het verschijnsel staan. Het bedrijf is daarbij zoekende naar anti-OSS redeneringen die aanslaan.
Redmond lijkt welbewust enkele feiten te negeren. Allereerst is open broncode software véél meer dan de licentie waaronder het is vrijgegeven. Bovendien is de ‘General Public License‘ weliswaar de licentie van het bekendste open-sourceproject (het besturingssysteem Linux), maar zij is slechts één van de 21 erkende open-sourcelicenties (http://www.opensource.org/licenses/). Voor al deze licenties geldt dat zij intellectueel-eigendomsrechten helemaal niet willen vernietigen, maar het systeem juist willen gebruiken ter bescherming van een bepaald type eigendom. Hét it-bedrijf dat OSS het meest enthousiast omarmd heeft, is tevens het bedrijf dat de laatste acht jaar de lijst van indieners van octrooien in de VS aanvoert! IBM neemt intellectueel eigendom zeer serieus. Blijkbaar hebben de juridische experts geconcludeerd dat de diverse open-sourcelicenties, inclusief de GPL, helemaal geen bedreiging zijn voor de business van IBM (noch voor die van zijn klanten). En Sun heeft de broncode van Star Office (http://www.openoffice.org) vrijgegeven onder de GPL en niet onder bijvoorbeeld de ‘Sun Internet Standards Source License‘. Er zitten weliswaar een paar juridische pijnpunten in de tekst van de GPL en de licentie is tot op heden niet in een rechtszaak getest, maar Microsoft zet met de huidige aanval echt de wereld op z’n kop.
Daarnaast doet Microsoft alsof innovatieve krachten exclusief zijn voorbehouden aan bedrijven en uitsluitend gekoppeld aan patenten en gesloten systemen, maar daar trapt toch niemand in? Denk aan alle vernieuwing die bijvoorbeeld via startups uit universitair onderzoek komt of aan de innovatie van en door het internet met zijn open communicatieprotocollen. Zijn e-mail en de webbrowser uitgevonden door softwarefabrikanten? Neen! Open standaarden en open uitwisseling van kennis en ideeën bevorderen juist innovatie! Open standaarden resulteren in lagere prijzen en maken het mogelijk dat ook buiten de ‘exclusieve kring van gesloten-systeemeigenaren’ naar hartelust geëxperimenteerd kan worden. Het succes van de pc is gebaseerd op de open hardware-architectuur. Dat de html-code van websites voor iedereen vrij toegankelijk is, heeft zeker bijgedragen aan de explosieve groei van het www (denk ook aan de vele websites van mensen zonder programmeerervaring).
Open source is echt niet de enige manier om software te ontwikkelen en ook niet altijd de beste. Het betreft hier niet een of-of-kwestie (òf alles open òf alles gesloten), maar het is, zoals zo vaak, en-en. OSS was lange tijd vrijwel uitsluitend bekend bij een select gezelschap van programmeurs. Ongeveer drie jaar geleden is het buiten die kring op de radar verschenen. Ook enkele overheden hebben zich verdiept in de mogelijkheden van open source, met name van Linux. Zij zijn onder de indruk geraakt van de goede kwaliteit, de aantrekkelijk prijs (van groot belang bij publieke middelen!), de voordelen voor computeronderwijs, de kansen die het biedt voor het ontwikkelen van softwarediensten in eigen land of het verbeteren van de staatsveiligheid. Tegenover The New York Times liet Mundie weten, dat Microsoft bezorgd is over de acceptatie van OSS in andere landen. "Het gebeurt op een erg grote schaal op een wijze die ons verontrust. Ik kan zo een dozijn landen noemen met open-source-initiatieven." Microsoft heeft reeds geprobeerd beleidsmakers in Washington DC te onderwijzen in de ‘bedreiging van OSS’; wellicht zijn nu overheden en beleidsmakers buiten de VS aan de beurt.
Verstorende technologieën, waar in zekere zin het ontwikkelingsmodel van open broncode ook toe behoort, veranderen de regels van het spel en zetten de marges van de bestaande spelers onder druk. Het open-sourcemodel zorgt voor een machtsverschuiving richting de klant, die immers niet meer gebonden is aan één fabrikant (geen ‘vendor lock-in‘!). De marges van Microsoft behoren tot de hoogste in de softwarewereld en die wil de softwaregigant niet zonder slag of stoot opgeven. De huidige poging lijkt riskant, omdat ze zo gemakkelijk door te prikken is. Maar het zou niet de eerste keer zijn, dat een frequent herhaalde, dubieuze marketing-boodschap door besluitvormers wordt overgenomen.
Er valt over het open-source-ontwikkelingsmodel, de implicaties voor softwarebedrijven, de voordelen voor gebruikers en de toespraak van Mundie veel meer te schrijven dan één artikel van deze omvang toelaat. Helder is, dat open-sourceproducten steeds meer toegepast worden. Dit gaat deels ten koste van Microsoft, dat in de val zit van het eigen businessmodel. Wees daarom voorbereid op nog meer van dergelijke aanvallen.
Caroline Beijer, correspondente van Computable