Routerfabrikanten Juniper en Cisco hebben hun software aangepast om het IP-verkeer te verbeteren. De bedrijven mikken met de aanpassing op internetaanbieders die afgeschermde en toegewijde netwerkdiensten willen exploiteren.
IP-netwerkverkeer (Internet Protocol) heeft lange tijd een slechte naam gehad wat betreft prestaties en betrouwbaarheid. Zowel Cisco als Juniper hebben kort geleden aanpassingen aangebracht in hun software voor routers, apparaten die informatie met hoge snelheid op het juiste webadres afleveren. Het Mpls-protocol (Multiprotocol Label Switching), dat beide producenten verwerkt hebben in hun besturingssystemen voor routers, voorziet IP-pakketten van labels waarmee het IP-verkeer sneller te verwerken en beter te beheren is.
Het Mpls-protocol, dat enige tijd terug geratificeerd is door de Ietf (Internet engineering task force), voorkomt dat routers de IP-header moeten uitlezen om te achterhalen waar de informatie naar toe moet. Naast de snelheidswinst die dit oplevert en de mogelijkheden om de kwaliteitseisen per soort IP-verkeer vast te stellen, zijn de labels ook te gebruiken om te specificeren binnen welk virtueel van internet gescheiden netwerk het IP-verkeer thuishoort.
Meer geld
Juniper, dat in mei aankondigde het Mpls-protocol in zijn Junos-software verwerkt te hebben, verwacht dat netwerkaanbieders staan te springen om toegevoegde IP-diensten te kunnen exploiteren. "Het protocol maakt het mogelijk om toegevoegde diensten op de rails te krijgen", zegt Alan Taylor, technisch directeur Emea bij Juniper. "Aanbieders kunnen dankzij de verhoogde kwaliteit en het verbeterde beheer van hun IP-netwerk door labeling hun omzet verbeteren. De huidige oplossingen vragen de nodige capaciteit van routers om bijvoorbeeld vpn’s (virtueel private netwerken) mogelijk te maken. Juniper-routers behouden hun capaciteit, doordat in de laatste aanpassing van onze Junos-software op Laag 3 gebaseerde Mpls mogelijk is."
Cisco kondigde begin april aan dat de opname van het Mpls-protocol in diens Ios-software ervoor zorgt dat aanbieders bandbreedte kunnen garanderen over hun IP-netwerken. Cisco schrijft drie eigenschappen aan de gegarandeerde bandbreedtediensten (Mpls GB in Cisco-termen) toe: op basis van diensten doorsturen van IP-verkeer, het dynamisch aanspreken van bandbreedte en het aanwenden van een ander netwerkpad als opstoppingen dreigen. Het bedrijf verwacht dat aanbieders met de nieuwe functionaliteit goede instrumenten in handen hebben om de concurrentie met conventionele huurlijnen aan te gaan.
In een white paper over vpn’s geeft Nigel Seel aan dat de uitbreidingen een sterk staaltje verkooptechniek zijn: "Ik weet zeker dat de op Mpls gebaseerde vpn-netwerken een goed voorbeeld van vendor push zijn. Je zag dezelfde omzetverhogende argumenten toen fabrikanten hun voiceswitches probeerden te slijten aan carriers."
Concurrentie
Juniper richt zich met zijn routers en software speciaal op internetaanbieders. Met deze strategie weet het bedrijf steeds marktaandeel af te snoepen van marktleider Cisco, die het hele bedrijfsleven van netwerkapparatuur voorziet. De Amerikaanse marktonderzoeker Dell’Oro groep schatte dat in het laatste kwartaal van 2000 het wereldwijde marktaandeel van Juniper op het gebied van routers steeg naar 34 procent. Het kwartaal daarvoor bedroeg dit aandeel nog 30 procent. Begin april gaf Juniper te kennen nog weinig last te hebben van de afzwakkende economie, terwijl concurrenten als Nortel, Lucent en Cisco slechte resultaten boekten. Juniper heeft geen verwachtingen uitgesproken over zijn komende financiële kwartaal.
Ipv6
Cisco kondigde twee weken terug aan zijn software gereed te hebben voor het nieuwe IP-protocol (Internet Protocol) Ipv6. Bij Juniper staat deze aanpassing later dit jaar gepland. Het 128-bits Ipv6-protocol moet het dreigende tekort aan IP-adressen voorlopig afwenden. Ieder aan het web gekoppeld apparaat maakt gebruik van een uniek IP-adres, zodat de via internet opgevraagde informatie op de juiste computer af te leveren is. De komst van internettelefoons en andere apparaatjes zorgt voor een exploderende vraag naar IP-adressen. Ook groeit wereldwijd het aantal mensen dat toegang zoekt tot internet nog steeds sterk.
Naast meer adressen zijn ook de kwaliteit van de communicatie en de beveiliging in het nieuwe protocol aangepakt. Kort geleden kwam aan het licht dat de verbeterde beveiliging van Ipv6 in de praktijk niet waar te maken is. Beveiligingsexperts van de Ietf (Internet engineering task force) gaven te kennen dat het bestaande Ipsec-protocol dat bij de authenticatie van roaming-apparaten betrokken is niet werkt. Dit komt doordat de infrastructuur voor de benodigde authenticatiesleutels er nog steeds niet is. Dergelijke sleutels tonen de identiteit van de gebruiker onomstotelijk aan. Ook hebben de huidige telefoons en andere draagbare apparaten te weinig rekenkracht om de sleutels te kunnen gebruiken.
De tijd dringt omdat steeds meer aanbieders hun Gprs-netwerken in gereedheid brengen. De telefoons die van dit netwerk gebruik maken zijn direct aangesloten op internet. Bij het huidige IP-protocol Ipv4 krijgt een roaming-gebruiker een nieuw plaatselijk IP-adres en geeft het apparaat door aan zijn thuisadres om aan te geven dat hij verplaatst is. Alle communicatie passeert eerst het IP-adres thuis vóór aflevering op het roaming-adres. Bij Ipv6 wordt na authenticatie de informatie meteen doorgesluisd naar het roaming-adres. De meeste netwerken ondersteunen alleen Ipv6.