Het onlangs gepresenteerde jaarverslag van toezichthouder Opta besloot vier jaar liberalisering op de Nederlandse telecommarkt. In die tijd is veel bereikt, maar het werk van Opta is nog lang niet voorbij. Met name voormalig monopolist KPN Telecom heeft moeite met zijn nieuwe concurrenten, getuige de vele behandelde geschillen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is tevreden over het optreden van de telecomwaakhond.
Bij de presentatie van het Opta-jaarverslag over 2000 wees J.C. Arnbak, voorzitter van de Opta, op de kwetsbare positie van de bedrijven die nu op de telecommarkt opereren. De liberalisering van de telecommarkt is minstens vier jaar verder dan die van de postmarkt, waar Opta eveneens toezicht op houdt. Bovendien heeft de telecommarkt zich veel turbulenter ontwikkeld dan die voor de post.
Arnbak: "Het internet kwam bijvoorbeeld in 1998 nog niet in de telecomwetgeving voor. Dat was geen issue." Een andere ontwikkeling waar hij op wees is de kentering in het economisch sentiment. De huidige malaise heeft geleid tot een aantal kwetsbare bedrijven. Dat geldt volgens Opta zowel voor grote als kleine ondernemingen "Het aantal verschillen in inzicht neemt daardoor toe, en het wordt voor de Opta nodig om snel te reageren."
Molensteen
Opta schrijft de kentering onder meer toe aan het ongebreidelde optimisme van voormalige monopolisten als KPN, die de mogelijkheden van expansie in het buitenland hebben onderschat. Vooral de prijs die zij moeten betalen voor Umts-licenties hangt als een molensteen om hun nek.
Gebruikers merken nu nog niet zoveel van de problemen die op de achtergrond bij aanbieders spelen, maar Opta verwacht dat de extra kapitaalkosten van de buitenlandse ambities van aanbieders de komende maanden wel in de binnenlandse tarieven verrekend zouden kunnen worden. Arnbak zal deze ontwikkeling toetsen aan de mogelijkheden die gebruikers hebben om te ontkomen aan die doorberekeningen, door over te stappen naar een goedkopere concurrent.
De afgelopen vier jaar zijn de prijzen over het algemeen wel gedaald. Arnbak: "De concurrentie op de telecommarkt is de afgelopen vier jaar beter geworden. In die jaren heerste er een optimistische stemming. Die slaat nu wel om, maar dat neemt niet weg dat er veel is gebeurd."
Prijssqueeze
Arnbak wees erop dat er nog veel achtergebleven gebieden zijn waar Opta de komende tijd zijn aandacht op zal moeten richten. Zo heeft KPN op de markt voor lokale telefonie nog steeds een marktaandeel van meer dan negentig procent. Bovendien speelt nu de zogeheten prijssqueeze, waarmee KPN zijn concurrenten zulke hoge inkoopprijzen rekent dat ze niet goedkoop meer kunnen leveren aan eindgebruikers.
Volgens Arnbak zorgt de prijssqueeze ervoor dat het in Nederland nog steeds moeilijk concurreren is. Ook de levertijd van huurlijnen is nog lang niet goed. Een bijkomend probleem voor Opta is dat oud-monopolist KPN juist belang heeft bij het vertragen van beslissingen, terwijl nieuwkomers op de markt bij het uitblijven van die beslissingen niet goed kunnen beginnen. Opta streeft er dan ook naar om de komende tijd de geschillen zo snel mogelijk te behandelen.
Waakhond
Staatssecretaris Monique de Vries van Verkeer en Waterstaat toonde zich bij het in ontvangst nemen van het Opta-jaarverslag en de bijbehorende marktmonitor tevreden over het functioneren van de toezichthouder. "Opta is inderdaad een waakhond, en een goede waakhond is veel waard." Volgens de Vries doet Opta goed werk, dat voor het ministerie uitstekend bruikbaar is als kompas. "Het toezicht heeft geleid tot lagere tarieven en meer investeringen." Zij merkte net als Arnbak op dat de telecommarkt kwetsbaar is. "En met het huidige beursklimaat gaat die kwetsbaarheid tellen."