Vorige maand deed zich in Amerika weer het jaarlijkse ritueel voor van grote drukte bij de postkantoren. Op maandag 16 april, uiterlijk middernacht, moesten de belastingformulieren verstuurd zijn. Velen wachten tot het laatste moment en kranten en websites publiceren lijsten met postkantoren die extra lang open blijven. Wie moet bijbetalen, dient ook meteen het verschuldigde bedrag over te maken. Dat pakte dit jaar dramatisch uit voor sommige hightech-werkers vanwege de aandelen uit hun optiepakket.
Bij aandelenopties krijgt een medewerker de mogelijkheid om in de toekomst tegen een nu reeds vastgestelde prijs een aantal aandelen in het bedrijf te kopen. De meeste optieregelingen kennen een tijdschema van vier jaar, waarbij telkens na een jaar een kwart gekocht mag worden. Indien de koers onverhoopt onder de afgesproken prijs duikelt, zijn de opties ‘onder water’: ze zijn voor de medewerker niets meer waard. Hij heeft niet gewonnen, maar ook niet verloren. Is de koers gestegen, dan kan hij kopen – het ‘uitoefenen van de optie’ – en de aandelen naar keuze vasthouden of verkopen.
Aandelenopties worden sinds jaar en dag gebruikt als ‘prestatieloon’ voor het topmanagement. Hightech-bedrijven in Silicon Valley zijn er mee begonnen om alle medewerkers opties te geven. In een opwaartse markt functioneert een optiepakket als een gouden keten waarmee werknemers aan het bedrijf vastzitten, aangezien bij ontslagname de nog openstaande opties vervallen. In tijden van moeilijk te vervullen vacatures bieden bedrijven tegen elkaar op met aanlokkelijke optiepakketten. Dit geldt niet alleen voor ondernemingen met een beursnotering, maar ook voor de jonge bedrijfjes die zich aanprijzen als ‘pre-IPO start-up with stock options‘. Maar de typering ‘pre-IPO’ suggereert dat er een beursintroductie (‘Initial Public Offering‘) inzit en dat is blijkens de decennia-lange geschiedenis van Silicon Valley slechts een klein percentage starters gegeven. En zelfs als jouw startup naar de beurs gaat, kun je op z’n vroegst na zes maanden gaan verkopen. In de ‘lock-up‘ periode zit je vast, ook als de aandelen onderuit gaan. Dankzij de ongekende stijging van de Nasdaq waren in de vallei aandelen omgetoverd tot het betaalmiddel bij uitstek voor huizen en auto’s. Opties en beursintroducties financierden de ‘American dream‘. Door de vrije val van de koersen zijn veel dromen luchtkastelen geworden. Maar dat niet alleen, sommige miljonairs doken opeens zwaar in de min door de belasting die vorige maand betaald moest worden.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, spelen in de VS de belastingen een grote rol bij de verschillende categorieën aandelenopties. Een populaire categorie is de incentive stock option: ISO, waarbij het belastingregime afhankelijk is van de tijdsduur tussen aan- en verkoop. In de praktijk wordt bij verkoop binnen twaalf maanden 40 procent (plus een percentage dat per staat verschilt) belasting geheven over het verschil tussen de verkoopprijs en de uitoefenprijs (de prijs waarvoor de werknemer het aandeel gekocht heeft). Verkoop je later, dan geldt het veel lagere percentage voor ‘lange-termijnkoerswinst’: 20 procent. Vasthouden lijkt dus zeer aantrekkelijk, maar er zit een addertje onder het gras: een weinig bekende en erg ingewikkelde belastingclausule, die ruwweg neerkomt op een belastingaanslag van 26 procent over de winst die je op papier gemaakt hebt bij het uitoefenen van je opties. De afgelopen jaren was dat niet zo’n probleem, maar nu hebben sommigen zich flink in de nesten gewerkt. Zij oefenden vorig jaar opties uit en hielden de aandelen aan, ook toen de markt afgleed. Ze konden het niet opbrengen hun aandelen te verkopen, de realiteit van de verdampte dollars onder ogen te zien en het dubbele belastingpercentage te accepteren. Het enige wat nu rest is een enorme belastingschuld. Via ingewikkelde kredietregels kan een gedeelte in de komende jaren teruggekregen worden, maar ze moeten wel eerst deze belastingaanslag zien te betalen.
Eén van de vertegenwoordigers van Silicon Valley in het Huis van Afgevaardigden heeft met spoed een wetswijziging ingediend, maar die maakt weinig kans. Uiteraard is er een website opgezet waar de getroffenen in een discussieforum bij elkaar kunnen uithuilen. Ze vertellen dat ze een nieuwe hypotheek afsluiten of hun huis verkopen, de spaarpot omkeren, aandelen verkopen, de ‘college funds‘ (bestemd voor de vervolgopleiding van de kinderen) leeghalen en na dat alles nu nog steeds met een restant schuld zitten. Niet iedereen kan sympathie opbrengen voor de gewezen miljonairs: "te hebberig geweest", "gewoon gegokt en verkeerd gegokt", "stom" en er zijn zelfs enkele ‘lekker puh’ reacties ingestuurd. Het is helder dat veel bedrijven onvoldoende voorlichting gegeven hebben aan hun werknemers, die voor het merendeel toch niet echt doorgewinterde beleggers zijn. De leuke aspecten zijn wel geëtaleerd, maar niet de ingrijpende consequenties van de ingewikkelde belastingregels. Voor sommigen is de clausule net zo pats-boem uit de lucht komen vallen als de duikeling van de Nasdaq. Ze hebben geen kans gezien om naast de zeventig-urige werkweek alle details te bestuderen of een deskundig adviseur te vinden. Ook komt uit de verhalen naar voren dat de ‘slachtoffers’ in wezen streefden naar minimalisatie van de belastingen in plaats van veilig stellen van hun vermogen.
De huidige lagere koersen impliceren dat bedrijven nieuwe opties nu veel goedkoper aanbieden: een nieuwe ronde, nieuwe kansen. Maar oorspronkelijk ging het in de vallei helemaal niet primair om ‘snel rijk worden’. De sensatie van ‘snelle opties’ en ‘beursgang-klappers’ is inmiddels verleden tijd. Het komt nu weer aan op de passie voor het starten van echte bedrijven die ook op langere termijn succesvol zijn.
Caroline Beijer, Correspondente van Computable.