De overheid gaat onzorgvuldig te werk bij het verplichten van internetaanbieders tot het aftappen van internetverkeer. De regels waarmee dit moet gebeuren zijn nog niet uitgewerkt. Ook negeert de overheid de Europese Etsi-standaard voor het aftappen van internetverkeer die in de maak is.
Zondag 15 april verstreek de deadline die internetaanbieders van de overheid kregen om een systeem voor het aftappen van internetverkeer in te richten. "De overheid is lange tijd coulant geweest", zegt Wim van der Weegen, woordvoerder van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. "Internetaanbieders hebben twee keer uitstel gekregen. De telecomwet, waarin is vastgelegd dat naast telefoongesprekken ook internetverkeer aftapbaar moet zijn, is al in 1998 aangenomen in de Tweede Kamer. Gelijke monniken gelijke kappen. Het wordt tijd dat isp’s net als telecombedrijven een tap kunnen plaatsen als de rechter-commissaris daartoe een verzoek indient."
Volgens Hans Leemans, voorzitter van de Nlip, de branchevereniging van internetaanbieders, gaat de overheid uitermate onzorgvuldig te werk bij het doorvoeren van de telecomwet uit 1998. "De overheid heeft tot nu toe alleen de overkoepelende telecomwet goed geregeld. Deze geeft aan dat internetaanbieders een tap moeten kunnen plaatsen in hun netwerk. De lagere wetgeving, die het invullen van de wet praktisch moet regelen, is óf nog in behandeling óf ontbreekt geheel. De inrichtingsregels voor het aftappen liggen momenteel bij de Raad van State ter goedkeuring. Deze regels geven aan wat voor aftapmachine er moet komen en hoe deze ingesteld moet zijn. Een Algemene Maatregel van Bestuur, die onder meer moet aangeven, wie de aftapmachine mag bedienen, bestaat nog niet eens."
Ethiek
De aarzeling van internetaanbieders heeft volgens Leemans dan ook niets te maken met onwil van de sector. Het gaat om het premature stadium waarin de technologie zich bevindt. "Op dit moment werkt men op Europees niveau aan een cybercriminaliteitsverdrag. Het is zeer aannemelijk dat Europa centraal gaat bepalen hoe het aftappen van internetaanbieders moet gebeuren. De Etsi (European Telecommunications Standard Institute) stelt een standaard op. Er is grote kans dat deze standaard er uiteindelijk anders zal uitzien dan de Nederlandse, hoezeer een Nederlandse lobby de eigen insteek ook zal promoten. Het baart ons dan ook grote zorgen dat we nu moeten investeren in aftapsystemen die met de komst van een Europese standaard achterhaald kunnen zijn."
"Het is eigenaardig dat de Nederlandse overheid druk bezig is met de praktische invulling van het aftappen terwijl de Etsi zich in eerste instantie richt op de ethiek ervan", vervolgt Leemans. "De werkdocumenten van de Etsi gaan niet over de technische specificaties maar over de ethische implicaties. In Nederland gaat de overheid precies omgekeerd te werk. Het aftappen moet op zo kort mogelijke termijn praktisch gerealiseerd zijn. De wet, die de privacy van burgers ook op internet regelt, komt op de tweede plaats. Pas in de tweede helft van dit jaar volgt de afronding hiervan, zo is de verwachting."
Ongelimiteerd
Internetaanbieders maken zich druk over het aantal taps dat de overheid van plan is te plaatsen. "Het aantal taps dat de overheid in de praktijk straks aanvraagt is essentieel", aldus Leemans. "Deze informatie is absoluut noodzakelijk om te kunnen bepalen wat voor systeem je moet aanschaffen. Hoe meer taps simultaan plaatsvinden, des te zwaarder en duurder deze apparatuur zal uitvallen. Wij hopen dan ook dat de overheid ons hierover duidelijkheid kan verschaffen."
Het ministerie van Justitie begrijpt de ophef over het aantal taps niet. "Het ministerie gaat absoluut niet inzetten op het plaatsen van tientallen taps tegelijkertijd", verzekert Wiebe Oukema, woordvoerder van Justitie. "Voor iedere tap is een opsporingsbevel van de officier van justitie nodig. Als algemene regel geldt dat een tap het opsporingsbelang moet dienen. De aftapbevelen staan onder controle van de wet bijzondere opsporingsbevoegdheden. In de praktijk zal het aantal taps dus best meevallen. Op het platteland zal af en toe een tap geplaatst worden. In stedelijke gebieden kunnen het er meer zijn. Absolute aantallen zijn dan ook niet te geven. Dergelijke grenzen komen in de nieuwe regeling niet meer voor."
Absolute aantallen kan en wil de overheid niet geven. "Per mei is een ministeriële regeling van kracht waarin de huidige afspraken over taps op telefoongesprekken worden losgelaten", vervolgt Oukema. "Binnen de Opt-daf (overleg post telecommunicatie – deelorgaan aftappen) is overeengekomen dat een limiet op het aantal taps onzinnig is. In dit overleg namen ook afgevaardigden van internetaanbieders deel."
Zootje ongeregeld
De overheid stuitte bij het doorvoeren van de aftapwet op het gebrek aan organisatie binnen de internetbranche. "Wij zijn vanaf het begin met de overheid om de tafel gaan zitten om de bijdrage van de internetaanbieders aan het aftappen van webverkeer te bespreken", zegt Hans Leemans, voorzitter van de Nlip (Nederlandse brancheorganisatie internet providers). "Van de ruim honderd internetaanbieders zijn er zestig lid van onze organisatie. Als je kijkt naar het aantal internetaansluitingen dan verzorgen deze aanbieders 95 procent van het zakelijke en consumentengebruik. Wij hebben het Nationaal Aftap Overleg opgezet om ook niet Nlip-leden om de tafel te krijgen. Daarin hebben nu 90 procent van de aanbieders zitting. Verder helpen we de overheid bij het bereiken van de overige aanbieders, zodat iedereen op de hoogte is van de nieuwe regels."
Het Nationaal Aftap Overleg heeft de overheid het voorstel gedaan een deel van de aftapvoorzieningen centraal te regelen. Het nog op te richten instituut verwerkt de tapbevelen van justitie centraal. Zodra er een tapbevel voor het volgen van een verdachte in het centrale systeem is ingevoerd volgt het apparaat dat bij de internetaanbieders zelf staat het doen en laten van de verdachte op het web. De centrale aanpak zorgt voor een kostenbesparing doordat de internetaanbieders de materiële en, vooral, de administratieve lasten met elkaar kunnen delen.
De overheid staat positief tegenover het voorstel van het Nationaal Aftap Overleg. Leemans denkt twee maanden nodig te hebben om het instituut op te tuigen. Daarna volgt de technische implementatie van het aftappen. Die zal volgens de voorzitter tussen de zes tot negen maanden in beslag nemen.