NS gebruikt een ’tracking & tracing’-systeem om zijn treinen beter in de gaten te houden. Het spoorbedrijf kan hiermee bij verstoringen adequater bijsturen. Daardoor kan het de beheerkosten drukken en de dienstverlening verbeteren. Deze maand start een proefproject op de Zoetermeer-lijn. EDS en ARS T&TT zijn als technologiepartners bij de proef betrokken.
NS Reizigers hoopt eind dit jaar alle materieel voorzien te hebben van apparatuur voor tracking & tracing (t&t). Dit systeem achterhaalt met behulp van locatiebepaling via de satelliet en mobiele telefonie waar een trein zich bevindt en hoe die is samengesteld. Door deze betrouwbare informatie over de actuele verblijfplaats van de treinen kan de bijsturing van het materieel beter worden geregeld. Ook zijn treinen en treinstellen makkelijker elders inzetbaar. Het t&t-systeem drukt de kosten van het materieelbeheer en verbetert de dienstverlening aan de reizigers door een hogere punctualiteit van de treinenloop.
Voor het bijsturen van de treinenloop is het voor NS noodzakelijk om gedurende de dag na te gaan of de materieelinzet volgens planning verloopt en welke wijzigingen er optreden. De perrondienst legt de gegevens hierover momenteel handmatig vast in het systeem PRI (Presentatie Registratie Inzet materieel). De invoer van PRI verloopt niet altijd vlekkeloos. Als de treinenloop verstoord raakt, heeft de perrondienst de handen vol aan allerhande regelwerk. Eerst moeten de reizigers worden geholpen en moet de trein weer rijden. PRI komt dan op het tweede plan. Dit is de belangrijkste reden waarom elke dag, door verstoringen, gemiddeld 15 procent van het materieel zich op een andere plek bevindt dan in de administratie staat vastgelegd.
Antenne
Tracking & tracing (vrij vertaald: ‘volgen & opsporen’) biedt uitkomst. Terwijl de trein rijdt, is het met de t&t-techniek mogelijk om elk treinstel op elk willekeurig moment op te sporen. T&t maakt gebruik van het al langer bestaande Global Positioning System (GPS). Dit plaatsbepalingssysteem bepaalt op basis van satellietsignalen de locatie van een object. Het t&t-systeem registreert dankzij een boordcomputer en een antenne op het dak van elke ‘materieeleenheid’ precies wanneer een trein vertrekt, hoe de samenstelling is en hoe de rit verloopt. De boordcomputer bevat naast een GPS-modem een GSM-modem en een database met coördinaten van de spoorknooppunten waar de treinen van samenstelling kunnen veranderen. Wanneer een trein een knooppunt passeert, stuurt de boordcomputer via GSM een signaal naar het centrale computernetwerk, waar de samenstelling van de trein wordt vastgelegd en gekoppeld aan het treinnummer uit de dienstregeling. Op basis hiervan beslist NS Reizigers samen met Railverkeersleiding over een eventuele bijsturing.
Vertraging
NS praat al jaren over het toepassen van t&t-systemen, maar tot een echt duidelijk keuze kwam het niet. Het nadenken over verschillende technologische oplossingen en het eventueel koppelen aan andere systemen vertraagde het besluitvormingstraject. Vanwege de groeiende behoefte aan actuele informatie over het materieel heeft NS nu het besluit genomen om zich eerst te concentreren op de invoering van een t&t-systeem, en pas later een koppeling te realiseren met andere systemen, zoals voor het verstrekken van dynamische reisinformatie.
Samen met de technologiepartners – systeemintegrator EDS en de Haagse leverancier van t&t-systemen ARS Traffic & Transport Technology – start deze maand een proef op de Zoetermeerlijn met de zogeheten Sprinters, de treinen die NS inzet op korte afstanden. In maart zijn daarvoor dertig tweewagenstellen uitgerust met boordcomputers en localisatie- en communicatieapparatuur. Verloopt de proef naar wens, dan volgt een landelijke invoering, die dan zo’n duizend materieel-eenheden betreft. Deze moet eind 2001 klaar zijn.