De mythe van de maakbare samenleving hebben we achter ons moeten laten. Het bleek allemaal wat complexer dan in de jaren zestig werd gedacht. Ik vrees dat we inmiddels het gevaar lopen te gaan geloven in de maakbare professional. Ook dat idee moesten we echter maar snel achter ons laten.
Wat is er gebeurd? De afgelopen jaren zijn we druk bezig geweest, juist in ons vakgebied, met het inventariseren van wat je nu eigenlijk moet kunnen en kennen om je vak goed uit te kunnen oefenen. Dat heeft geleid tot goede beschrijvingen. Niet alleen van de technische kennis die noodzakelijk is, maar ook tot gedragsomschrijvingen die maken dat je je kennis in een team of in een proces nuttig in kunt brengen. Omdat ict zo weinig historie had, moest het allemaal uitgevonden worden. En konden ook nieuwe wegen bewandeld worden.
Het NGI verdient alle lof voor het doen van de eerste zetten in Nederland, hun rapporten uit de jaren tachtig hebben veel teweeggebracht. De facto zijn zij gedurende een aantal jaren de standaard geweest. Omdat het beheer van die profielen helaas niet eenduidig belegd was, en het vak zich wel razendsnel ontwikkelde, is er wat later allerlei diversificatie opgetreden. Toen de ict-bedrijven door hun pubertijd heen raakten kregen zij behoefte aan wat specifiekere beschrijvingsmodellen om hun populatie te ordenen en te honoreren. Om junior professional te kunnen zijn hebben inmiddels ook de opleidingen in vergelijkbare terminologie op papier gezet, wat een student aan bagage moet verwerven. En dat heeft weer tot gevolg gehad dat de ict-markt intussen over een aantal heel behoorlijke competentiemodellen en beschrijvingen beschikt. Generieke en bedrijfsspecifieke – vaak met uiteenlopende hoofdtoepassingen, al naar gelang de behoefte van de makers. Er was zelfs even een moment waarop het wel leek of er een scholenstrijd in dit domein zou gaan ontstaan. Een situatie waaraan een van de Risseeuw-projecten overigens iets hoopt te doen. Tot zover allemaal positieve ontwikkelingen, lijkt me.
Waarom dan toch die waarschuwing en het woord mythe?
Omdat ik af en toe wel eens het gevoel krijg dat we nu zijn gaan denken dat elke professional zich ook conform het geschetste model moet en kan ontwikkelen. En dan denk ik een beetje aan de vroegere dienstplicht. Wie te groot dan wel te klein was voor het standaard uniform, hoefde niet mee te doen. (En vrouwen al helemaal niet). Dat denken vanuit een uniformpje kan bij standaardisering van profielen en functies ook op de loer liggen. Misschien een handig en wat gemakzuchtig middel bij overvloedig aanbod.
Maar als je met een krappe arbeidsmarkt zit neem je wel het risico dat je talent in de prullenbak gooit, alleen omdat het geen confectiemaatje had. En daarmee doe je niet alleen het individu tekort, maar ook de ontwikkeling van de ict. Nu steeds duidelijker wordt wat er zoal nodig is aan competenties, moeten we de volgende stap zetten. Dieper nadenken over de manier waarop je die competenties verwerft en ontwikkelt is absoluut noodzakelijk. In een initiële opleiding, dan wel later. Hier ligt nog een heel terrein braak. Hoe je Java leert programmeren weten we wel zo ongeveer, maar hoe je flexibel wordt, of autonoom leert denken�? Hoe leer je impact hebben op een vergadering? Dat is een veel lastiger gebied. Toch zijn inmiddels wel subtiele niveaus van dit type gedragskenmerken in competentieprofielen vastgelegd.
Ik denk dat er nu dan ook meer geïnvesteerd moet worden in het verwerven van inzicht in de ontwikkelbaarheid van die gedragscompetenties. Dat kan immers het verschil betekenen tussen snelle ontwikkeling door een ‘stretchende’ opdracht in een project, en afbranden ten gevolge van een te stretchende opdracht�Tussen ‘flow’ en ‘stress’ dus. We moeten ons een beeld gaan vormen van de ontwikkelbaarheid van mensen. En van de interactie tussen het individu en zijn omgeving. En van de rol die de factor tijd daarbij speelt. Wat heeft hij (of zij..!) nu in zijn competentiemandje, en wat kunnen we samen doen om dat mandje verder te vullen? Waar is iemand aan toe? Worden talenten uitgebuit of blijft er ongewild een en ander braak liggen? Interessante puzzels. Puzzels die je niet oplost met het verder verfijnen van profielen, maar wel door beter naar mensen te kijken en naar hun mogelijkheden en belemmeringen.
Een paradigmaverschuiving. Een die ook het omgaan met diversiteit op de werkplek gemakkelijker zal maken. Ook voor professionals schakelen we van het uniforme confectiepakje over naar mass customization.
En in dat licht is het omschakelen van Human Resource beleid naar Human Talent beleid, toch minder een woordgrapje dan sommige mensen wel eens dachten.
Trude Maas is werkzaam bij Hay Nederland en daar verantwoordelijk voor de sector ict-dienstverlening. Ze is commissaris bij ABN/Amro en voormalig senator voor de PvdA.