De Europese Commissie onderzoekt de handel en wandel van chipfabrikant Intel, die ervan wordt beschuldigd zijn dominante marktpositie te misbruiken.
Volgens Amelia Torres, woordvoerster van de EC, kijken de Europese mededingingsautoriteiten of bijvoorbeeld de licentie-overeenkomsten die Intel sluit met PC-fabrikanten en -leveranciers wel door de beugel kunnen. Met name wordt gelet op de forse kortingen die Intel die ondernemingen geeft in ruil voor hun onvoorwaardelijke trouw aan Intel. "Dergelijkeloyalty-schemes zijn prima wanneer een bedrijf geen dominante marktpositie inneemt", aldus Torres. "Maar Intel is in de Europese microprocessor-markt absoluut heer en meester. Daarom moet de onderneming juist zeer voorzichtig opereren!"
Onderdeel van het Europese onderzoek is een technische zaak, die de kern vormt van een klacht van één van Intels weinige concurrenten. Die claimt dat Intels chip-ontwerp zorgt voor compatibiliteitsproblemen bij de microprocessors van concurrerende chipmakers. Het gaat daarbij met name om de bus die de processor verbindt met het moederbord in de PC. Het moederbord richt vervolgens zijn verwerkingscapaciteit naar alle verbonden componenten, zoals harddiskdrives en dvd-drives. Intel vindt dat de bus-architectuur in feite zijn intellectueel eigendom is en is niet genegen die technologie te delen met concurrenten. De onderneming ziet de uiteindelijke resultaten van het Europese onderzoek dan ook met alle vertrouwen tegemoet.