Binnen enkele jaren zullen Nederlandse agrariërs ict tot de standaard landbouwgereedschappen rekenen. Volgens Arnold Bregt, hoogleraar aan de Universiteit Wageningen, houden boeren de gezondheid van de gewassen straks in de gaten via internet. Het ministerie van Landbouw (LNV) bereidt zich alvast voor op het via elektronische weg bedienen van boeren en burgers.
Hoe het eruit gaat zien, weet het ministerie nog niet. De Belastingdienst is ze wat elektronische uitvoering van de communicatie betreft ver voor. Ook LNV wordt "een dotcom", zegt Jan-Willem Duijzer. Duijzer, plaatsvervangend directeur van de directie Informatiemanagement en Facilitaire Aangelegenheden bij LNV, was vorige week donderdag gastspreker op een bijeenkomst van de Vereniging voor Informatici in de Agrarische Sector (Vias) in Wageningen. Toepassing van internet en andere computernetwerken zijn onvermijdelijk, voorspelt hij.
Sommige van zijn argumenten doen denken aan de voordelen van het web die internetgoeroes de wereld de afgelopen jaren voorhielden. Zo verwacht Duijzer dat het elektronisch afhandelen van veel van de communicatie met boeren en burgers resulteert in betere contacten en kosten bespaart.
Hij lijkt een beetje gelijk te hebben. Het aantal regels dat door wordt uitgevaardigd groeit. Tegelijkertijd daalt het aantal agrariërs. Het ministerie intervenieert volgens hem steeds meer en sterker bij bedrijven. Het beheert ook steeds meer informatie, van aantallen dieren, percelen en gewassen tot en met persoonsgegevens. Een loket op internet moet het uitwisselen van deze gegevens een stuk makkelijker maken.
Informatievergaring
Gemiddeld heeft een agrariër zo’n vijftig keer per jaar contact met medewerkers van het ministerie. De informatievergaring door LNV kan volgens Duijzer efficiënter: een agrariër moet dezelfde informatie vaak op verschillende manieren doorgeven. Een betere frontoffice bij het ministerie zou volgens hem al veel ongemak voorkomen.
De vergaarde informatie kan volgens Duijzer naar gebruikers worden teruggespeeld. "Als er ergens een geval van mond- en klauwzeer wordt vastgesteld, dan moet voor agrariërs via internet meteen duidelijk zijn welke boerderijen in de omgeving daardoor in problemen komen."
Het gebruik van databases door LNV leidt er toe dat agrariërs hun gegevens nauwkeuriger invoeren. Al dan niet opzettelijk gemaakte fouten bij het invullen van de arealen met landbouwgewassen komen minder voor, merkt Duijzer.
Het oprukken van ict-gebruik in de sector heeft niet alleen voordelen, weet Duijzer. Internet beperkt de macht van het ministerie: "Daarop zijn allerlei pesticiden te bestellen. Hoe bestrijd je dat?" Ook het gebruik van databases is niet zonder nadelen: "Dat de overheid alles weet en controleert is niet alleen maar positief."
Geo-informatie systeem
De Vias hoopt dat het meer toepassen van ict de landbouw aan een beter imago kan helpen. "Ict-applicaties kunnen landbouw schoner en duurzamer maken", aldus Frans Kempers, voorzitter van de vereniging. Moderne informatievoorziening helpt volgens hem bij het aanduiden van het meervoudige karakter van landbouw: "Vroeger was een areaal landbouwgrond niet meer dan dat. Nu heeft een bollenveld tegelijk een recreatieve functie, krijgen de bossages aan de rand betekenis als onderdeel van natuurbeheer en wordt de bodem ingezet voor grondwatervoorziening."
Arnold Bregt, hoogleraar bij het laboratorium voor Geoinformatiekunde en Remote Sensing van de Universiteit van Wageningen, geeft Kempers gelijk. Beschikbare ruimte in de landbouw wordt volgens de hoogleraar beter benut wanneer gebruik maken van bijvoorbeeld geo-informatiesystemen. Dit systeem, dat databases koppelt aan geografische kaarten, werd de eerste dertig jaar van het bestaan ervan voornamelijk gebruikt wetenschappers, aldus Bregt. De laatste tien jaar zetten het bedrijfsleven, onder meer door de milieu-adviesbureau’s, en overheidsinstituten gis steeds vaker in. Landbouwers kennen dergelijke systemen hooguit uit experimenten. Bregt denkt aan het monitoren door agrariërs van de gewasopbrengsten via de oogstmachines of het controleren op ziektes door middel van radiografisch bestuurbare vliegtuigjes met infraroodsensoren. "Via de WAP-telefoon kun je nu contact maken met databases die gegevens leveren over grondwaterstand en bodemtype. Die gegevens zijn allang verzameld, daarvoor hoef je in Nederland de grond niet meer in."