Met de 0,13 micron technologie en wafers van 300 mm slaagt Intel erin chips te produceren die een derde goedkoper zijn als tot nu toe gebruikelijk.
De chipfabrikant heeft zijn mede-oprichter Gordon Moore weer eer betoont. Met de toepassing van de 0,13 micron technologie is Moore’s Law weer bewaarheid: elke twee jaar zorgt een nieuwe processortechnologie voor verdubbeling van prestaties.
De technologie houdt in dat transistoren op de chip onderling met elkaar verbonden zijn door draadjes van 0,13 micron (of 130 nanometer), ongeveer een duizendste van de dikte van een menselijke haar. Het gevolg is dat de rekencapaciteit van een chip toeneemt door multi-GHz kloksnelheden. Intel gaat dit toepassen voor de Pentium 4 en vooruitstrevende processoren voor netwerkproducten.
Tegelijkertijd is de onderneming erin geslaagdwafers (ronde plakken van vrijwel puur silicium) te gebruiken van 300 mm (ongeveer 12 inch). Voorheen gebruikte het bedrijf (zoals alle andere) 200 mmwafers. Er kunnen dus meer chips uit eenwafer worden gezaagd. In combinatie met de mogelijkheid meer transistoren met elkaar te verbinden, lopen er vier keer zoveel chips van de band in de Intel-fabriek dan met de huidige, gangbare technologieën. Die fabriek staat overigens in het Amerikaanse Hillsboro, Oregon.
De 300 mmwafers gebruiken in het productieproces 40 procent minder energie en water per chip dan de 200 mmwafers.