Vorige week liet het Britse industriële conglomeraat Invensys een winstwaarschuwing uitgaan. Het was voor het eerst sinds maanden dat toen ook de naam Baan weer eens in de krantenkolommen verscheen. Na een turbulente overnamestrijd vorig jaar werd Invensys eigenaar van het Veluwse softwarebedrijf. Baan is sindsdien van de Amsterdamse beurs verdwenen, gesaneerd, winstgevend gemaakt en tenslotte in de vergetelheid geraakt.
Daar komt verandering in nu twee redacteuren van Het Financieele Dagblad, Mark Houben en Jeroen Wester, een boek hebben geschreven over de geschiedenis van Baan.
Waarom nu een boek over Baan? Geïnteresseerden in de financieel-economische sores van Nederlandse bedrijven zitten waarschijnlijk eerder te wachten op een boek over de malaise bij KPN, UPC of Versatel, om maar een paar met zichzelf worstelende technofondsen op de Amsterdamse beurs te noemen. Hadden we dit boek niet een jaar geleden willen lezen? Nu is het boek Baan toch gesloten, of niet?
Deze aanvankelijke scepsis over de timing staat het lezen van het boek misschien in de weg en zal de lezersmarkt niet groot maken. Na lezing van Baan; Opkomst en ondergang van een uniek softwarebedrijf is de scepsis ook niet weggenomen. Maar de ongelukkige timing staat de inhoudelijke beoordeling niet in de weg.
Dat de financiële journalisten weinig kaas hebben gegeten van techniek is echter al snel duidelijk. Ze beschrijven dat oprichter Jan Baan met zijn bedrijfssoftware al snel zijn kaarten zet op Unix, dat wordt getypeerd als ‘een pc-onafhankelijk besturingssysteem’. Ook de karakterisering van erp (enterprise resource planning) gaat niet verder dan algemene frasen als ‘software om verschillende bedrijfsprocessen geïntegreerd te automatiseren’.
Maar het gaat te ver het boek daarmee te diskwalificeren. Het is de auteurs niet te doen om de technologie, maar om het relaas van de onderneming. En dat verhaal brengen zij helder en duidelijk. Mensen die Baan jarenlang intensief gevolgd hebben of erbij betrokken zijn geweest, kunnen hun hart ophalen aan het boek. Het bestaande beeld van Baan wordt bevestigd. De gebroeders Jan en Paul Baan sleutelen een succesvol wereldconcern in elkaar dat uiteindelijk wegens financiële aberraties en een welhaast Byzantijnse structuur te gronde wordt gericht.
Maar komen de auteurs nog met nieuwe inzichten? Ondanks de jarenlange klopjacht van de media op nieuwsfeiten rond Baan (het bedrijf was volgens het boek het eerste échte volksaandeel en kon dus op een enorme persaandacht rekenen), is het antwoord bevestigend.
Zo is het aardig om te lezen dat Baan voor de beursgang in 1995 op zoek was naar een nieuwe bestuursvoorzitter en dat het destijds serieuze gesprekken heeft gevoerd met Ray Lane, de tweede man achter Larry Ellison bij Oracle. De spectaculaire groei van de Oracle-organisatie stond voor een groot deel op het conto van Lane. En super growth stelde ook Baan zich tot doel. Jan Baan was bereid daarvoor een stap terug te doen. Wilde het tenminste tot de top-3 van de erp-wereld doordringen. Lane haakte echter af omdat hij zijn ‘groeimogelijkheden’ bij Oracle toch hoger inschatte.
Onthutsend is een anekdote over de handelspraktijk tussen Baan Company en Baan Business Systems (BBS). De banden tussen de beursgenoteerde softwareleverancier Baan Company en het privé beleggingsvehikel Baan Investment (waarvan BBS deel uit maakte) van de broers Jan en Paul Baan, stonden in 1998 zwaar ter discussie. In het boek wordt een (anonieme) Baanmanager geciteerd die vertelt dat BBS software van Baan Company afnam, al naar gelang dat nodig was om de kwartaalresultaten te halen. Baan gebruikte BBS om zijn omzetprognoses te halen. Hoewel het imago van Baan op het gebied van integere en gedegen bedrijfsvoering al aan gruzelementen ligt, zal deze constatering hard aankomen.
Ook interessant is de enorme invloed van adviesbureau McKinsey op het reilen en zeilen van Baan. Zowel in de raad van commissarissen als in het bestuur dringen vele McKinseanen door. Een van hen is Tom Tinsley, die oprichter Jan Baan opvolgt als bestuursvoorzitter. Een andere is Graham Sharman, die de kar trekt bij Baan Investment.
Echt pikant is de paleisrevolutie die bij Baan heeft gewoed. Nadat de strateeg Tom Tinsley het roer overneemt van ondernemer Jan Baan blijft het maar bergafwaarts gaan met de softwareleverancier. De oprichter ziet tandenknarsend toe hoe ‘zijn bedrijf’ op een faillissement afstevent. Hij besluit een coupe te plegen. Hoewel Jan Baan geen managementbevoegdheden meer heeft, belt hij als grootaandeelhouder Tinsley op en ontslaat hem. Maar hij bereidt deze actie niet voldoende voor. Als blijkt dat hij niet genoeg draagvlak onder het management kan kweken, keert hij op zijn schreden terug. Tinsley is na drie dagen uit functie te zijn geweest weer terug, maar blijft aangeschoten wild.
Het boek biedt voldoende nieuwe inzichten om het toch te lezen, hoewel er op dit moment bedrijven zijn die meer in de schijnwerpers staan. Het Financieele Dagblad zal overigens niet lang profiteren van het boek. De redacteuren, die drie maanden buitengewoon verlof kregen voor hun project, hebben allebei na hun terugkeer op de redactie besloten de krant te verlaten. Een goed boek is één, timing is twee …
Roy Op Het Veld Freelance Medewerker
Baan; Opkomst en ondergang van een uniek softwarebedrijf,
Mark Houben en Jeroen Wester,
Uitgeverij Business Contact/Het Financieele Dagblad,
ISBN 90-254-6240-5. 2001, prijs f 39,50