Het was moeilijker dan de eerste keer, maar Tryllian is erin geslaagd om een tweede financieringsronde succesvol af te ronden.
mobile agents die het bedrijf de afgelopen jaren heeft ontwikkeld op de markt te brengen. Oprichter en directeur Christine Karman ziet demobile agents als de volgende fase van objectgeoriënteerd programmeren.
De activiteiten van Tryllian op het gebied vanmobile agents en kunstmatige intelligentie trekken internationaal de aandacht, waardoor het ondanks de huidige nervositeit onder investeerders gelukt is elf miljoen euro op te halen in een tweede financieringsronde. Het was echter moeilijker dan de eerste keer, toen Twinning, NPM en Newconomy startkapitaal verschaften. Uiteindelijk deden de initiële investeerders mee in een internationaal consortium waar ook de Belgische investeerders Gimv en FLV en het Japanse NIF zijn ingestapt.
Demobile agents zijn stukjes software die zich voortbewegen door een netwerk, informatie ophalen en communiceren met andere agents. Een van de toepassingen die Karman ziet voormobile agents is werkstroombeheer. Dit zou bijvoorbeeld bruikbaar kunnen zijn in de verzekeringsbranche, of in de technische ondersteuning. Karman: "Het gaat om hele simpele toepassingen, waar bedrijven veel geld mee kunnen besparen. Technisch gezien zijn de agents hetzelfde als eendating-applicatie, waar profielen met elkaar worden vergeleken."
Met het geld van de tweede financieringsronde heeft Tryllian de Agent Development Kit (ADK) uitgebracht, een pakket waarmee software-ontwikkelaars en -integrators zelfagents kunnen maken. De ADK is bedoeld voor Java-programmeurs. Tryllian wil om later een pakket uitbrengen waar eindgebruikers zelf mee aan de slag kunnen.
Karman heeft een haat-liefde verhouding met Nederland als vestigingsland. Het is volgens haar moeilijker om hier een IT-bedrijf te hebben dan in de Verenigde Staten, maar het grote voordeel is dat het eenvoudiger is om goede programmeurs te vinden. "Het Nederlandse klimaat voor ondernemers is niet optimaal. Het is hier moeilijk om risico’s te nemen. Waar het in Silicon Valley als een voordeel wordt gezien als je al een keer een faillissement hebt meegemaakt, wordt dat hier tegen je gebruikt. Hier moet je bij de grijze massa horen, in de Verenigde Staten wordt risicozoekend gedrag juist beloond."
Wel is het vrij eenvoudig om goede programmeurs te vinden, omdat het grootste deel van de Nederlandse softwaremarkt bestaat uit dienstverlening, waar vooral aan consultancy wordt gedaan. Programmeurs kunnen daar meestal hun vaardigheden niet optimaal kwijt. In de Verenigde Staten is een team vaak opgebouwd rond één of twee briljante programmeurs, waardoor er minder getalenteerde ontwikkelaars beschikbaar zijn.