Met de aankoop van de Umts-licenties hebben veel telecombedrijven zich onaanvaardbaar diep in de schulden gestoken.
Dat zei Europees commissaris voor ondernemersbeleid Erkki Liikaanen gisteren.
Tijdens de economische top, komend weekeinde in Stockholm, buigen de regeringsleiders zich daarom over mogelijkheden om de telecomreuzen meer tijd te geven om hun schulden af te lossen. Bedrijven als British Telecom, Deutsche Telekom en France Telecom hebben naar ongeveer driehonderd miljard gulden uitgegeven aan de licenties. In Groot-Brittannië en in Duitsland brachten de veilingen van de licenties voor de derde generatie mobiele telefoons enorme bedragen op. Sindsdien zitten de telecombedrijven in grote problemen en verkopen ze zelfs hun tafelzilver om hun schulden tot een acceptabel niveau terug te brengen en het vertrouwen van de aandeelhouders terug te winnen.
De Europese overheden hebben er alle belang bij dat de zaak niet uit de hand loopt, benadrukte Liikaanen. Europa wil graag in technologisch opzicht mee voorop blijven lopen en moet dus voorkomen dat de telecombedrijven in de versukkeling raken. Die mogelijkheid hebben ze, omdat diezelfde Europese overheden de Umts-licenties hebben uitgegeven en dus belangrijke schuldeisers zijn. Daar komt bij dat ze in dit geval zelfs met zichzelf aan tafel zitten, want de meeste grote telecombedrijven zijn voor een deel staatseigendom. De meeste landen willen op termijn van hun aandeel in die telecombedrijven af en hebben er dus ook om die reden belang bij dat de aandelen een goede notering aan de beurs hebben.
Het probleem zijn de grote onderlinge verschillen tussen de lidstaten in zowel de opbrengst van de Umts-licenties als het aandeel in hun staatsbedrijven. Duitsland heeft gigantisch veel geld gekregen (bijna 120 miljard gulden) voor de licenties, terwijl Frankrijk de Umts-veiling heeft moeten uitstellen omdat er te weinig bieders waren. Het aandeel van de Britse regering in British Telecom valt te verwaarlozen, terwijl Parijs nog altijd een flink deel van France Telecom bezit. In Stockholm moeten de EU-lidstaten het nu eens zien te worden over de vraag wie hoeveel water bij de wijn doet. Uitstel van betaling is daarbij een redelijk voor de hand liggende oplossing: uiteindelijk komt al het geld dan toch binnen. Al zijn de renteverliezen vooral voor Londen en Berlijn dan natuurlijk aanzienlijk.