Voor de Amerikaanse datahotels wordt 2001 het jaar van de ultraslanke servers. Oudgedienden én nieuwkomers in deze markt werken aan servers waarvan er vele honderden in één rack passen. Met meer processoren en minder watts per vierkante meter kunnen de winstmarges van de serverfarms stijgen.
Superslank, zuinig en koel, dit zijn voor menigeen de karakteristieken bij uitstek van de ideale partner. Voor de uitbaters van datahotels en andere grootschalige serverfarms zijn het de gewenste eigenschappen van servers. Er is een heftige strijd gaande om het geld en de gunsten van deze dynamische bedrijven, die dagelijks nieuwe servers laten bijschuiven. De markt voor de high density of rackable servers is in analistenjargon flink aan het opwarmen.
De rackable servers van Sun, Compaq, Hewlett-Packard, Dell en VA Linux zijn slank, modulair en goedkoop. De standaard maat voor de huidige generatie is een dikte 1 U (één unit, wat gelijk is aan ongeveer 1,75 inch) . Er gaan 42 servers van dit pizzadoos-formaat in het standaard rack van een datahotel, waar vloerruimte – of beter: verwerkingskracht per watt per vierkante meter – een belangrijke kostenfactor is. Modulair wil zeggen dat deze servers snel en gemakkelijk zijn in te passen in een bestaand netwerk. De prijzen van deze rackable servers liggen ergens tussen de duizend en vierduizend dollar.
Explosief
Analisten zijn, ondanks de kaalslag in dotcom-land, optimistisch over de groei van de markt voor deze ‘high density’ servers in de VS. Martkonderzoeker IDC voorspelt dat in 2001 twee maal zoveel rackable servers zullen worden verkocht als vorig jaar. Het onderzoeksbureau verwacht dat deze markt in 2004 een omvang zal hebben van vijftien miljard dollar. In 1999 was dat 740 miljoen dollar. De vraag ontstaat door de explosieve groei van het aantal datahotels. De totale vloeroppervlakte van alle datahotels bij elkaar in de VS verdrievoudigde tussen begin 1999 en eind 2000.
Het kan nog slanker. Mary McDowell, hoofd van Compaqs Industry Standard Server Group, zei onlangs dat haar groep nog dit jaar met een ultraslanke server zal komen die slanker is dan de gangbare 1 U (1,75 inch). Deze nieuwe server zal ook minder kabels hebben aan de achterkant. Ook Intel en IBM werken aan een serverontwerp, ook wel een blade genoemd, waarvan er niet 48 maar vele honderden in één standaard rack passen. IBM verwacht de rekenkracht van twee tot acht servers in 1 U te kunnen proppen.
Bij de ‘high density’ servers spelen energieverbruik en warmteontwikkeling een belangrijke rol. Datahotels hebben een gigantisch energieverbruik – dit kan oplopen tot 180 megawatt ofwel het energieverbruik van 180 duizend gezinnen – door de duizenden supersnelle microprocessoren en door alle apparatuur die nodig is om de servers en de ruimte af te koelen. Hoe meer microprocessoren in een kleine ruimte worden gepropt, hoe moeilijker het wordt deze te koelen. Bij de onlangs geïntroduceerde Sierra-server van Network Engines, een pionier op het gebied van ultraslanke servers, wordt de dubbele processor afgekoeld door buizen waarin alcohol verdampt.
Uit elkaar
De nieuwe firma RLX Technologies pocht dat zijn ultraslanke Razor, een server die momenteel proefdraait in een aantal datahotels, veel koeler is dan de producten van de concurrentie. Dat kan omdat de Razor gebouwd is rond de energiezuinige en koele Crusoe-microprocessoren van Transmeta. Het elektriciteitsverbruik van deze processoren, ontwikkeld voor laptops en andere mobiele apparaten, is ongeveer 25 procent van dat van de vergelijkbare Pentium-processoren. De besparing moet bij de Razor vooral komen van de lagere kosten voor koeling.
Gary Stimac, ceo van RLX Technologies, heeft aangekondigd dat zijn bedrijf met de Razor de hele markt voor ultraslanke servers op zijn kop zal zetten. Stimac was in het begin van de jaren tachtig één van de oprichters van Compaq en werkte jarenlang als hoofd van de servergroep bij het Texaanse bedrijf. RLX claimt dat met de Razor-servers acht maal zoveel verwerkingskracht in één rack van een datahotel te proppen is als met de huidige generatie Pentium-servers. Ook Fiber Cycle Networks, Amphus en het Canadese bedrijf Rebel.com hebben ultraslanke servers aangekondigd op basis van Crusoe-chips.
De verwachting is overigens dat over niet al te lange tijd het alles-in-één concept voor servers in datahotels zal worden verlaten. Volgens een woordvoerder van IBM zullen fabrikanten in de toekomst processoren, opslag- en netwerk-componenten uit elkaar halen en plaatsen in afzonderlijke racks. Moederborden zullen zonder omhulsels bij honderden verticaal in de racks geplaatst worden. De verschillende componenten zullen dan met elkaar kunnen communiceren via Infiniband of Ethernet.