Vorig jaar vierde de Nasdaq rond deze tijd een historisch hoogtepunt van 4048,62. Maar nu, een jaar later, is van een feeststemming weinig meer te merken.
De Nasdaq sloot de beursweek af met een verlies van 5,3 procent op 2052,85 punten.
Vergeleken met een jaar geleden koerst de Nasdaq nu bijna 2000 punten, oftewel 59 procent lager. Afgelopen week regende het zoals gebruikelijk weer winstwaarschuwingen. Soms trekken de beleggers zich weinig aan van het slechte bedrijfsnieuws, maar dit keer kwam de winstwaarschuwing van chipgigant Intel aan als een mokerslag. Intel maakte bekend over het eerste kwartaal 25 procent minder winst te gaan boeken en kondigde meteen aan een forse reorganisatie door te gaan voeren. De komende periode komen vijfduizend Intel-medewerkers op straat te staan. De chipgigant sloot op de Dow maar liefst 11,47 procent lager op 29,4 dollar.
Het slechte nieuws bleef niet beperkt bij Intel. Ook netwerkleverancier Cisco kondigde ontslagen aan, om weerstand te kunnen bieden aan de tegenvallende bedrijfsresultaten. Het aandeel sloot uiteindelijk 9 procent lager op 20,6 dollar. En in het kielzog van deze slecht scorende techfondsen, moesten ook toonaangevend IT-bedrijven zoals Microsoft (-4,85 procent) en IBM (-6,74 procent) terrein prijsgeven. Datzelfde lot was PC-leverancier Dell beschoren. Dell houdt rekening met een verdere terugval van de vraag naar PC’s en sloot uiteindelijk 10,5 procent lager op 23,37 dollar.