De tarieven voor mobiel bellen in Europa gaan waarschijnlijk omlaag. Dit is een gevolg van nieuwe wetgeving op Europese schaal.
Het Europees Parlement heeft onlangs ingestemd met een wijziging van de Europese telecom-wetgeving. De operators moeten voortaan voor het mobiele bellen prijzen berekenen die gebaseerd zijn op de kosten. Dat is nu al het geval met ‘gewoon telefoneren’. Bovendien moeten de operators op het schermpje van de gsm laten zien hoeveel het gesprek per minuut kost.
De nieuwe richtlijn is nog geen wet, want de Europese Raad van Ministers moet in april nog akkoord gaan. CDA-parlementslid Wim van Velzen zegt: "De raad moet sterk in zijn schoenen staan om niet voor de belangen van de consument te kiezen."
Hoe het moet als straks dankzij Gprs het aantal bits in rekening wordt gebracht en niet meer de verbindingsduur, is niet helemaal duidelijk. Wel is duidelijk dat ook die tarieven gebaseerd moeten zijn op de kostenstructuur.
De Europese Commissie noemt Nederland, België, Noorwegen en Groot-Brittannië als landen met uitzonderlijk hoge tarieven. De landen liggen 100 procent boven de tarieven in de vijf goedkoopste landen. Maar ‘zwervend’ door Europa naar huis bellen, is overal veel te duur. De operators lijken elkaar daarbij voordeeltjes te gunnen.